De directie van Ziekenhuis Groep Twente (ZGT) met vestigingen in Hengelo en Almelo liggen overhoop met elkaar. De gezamenlijke orthopeden, die samenwerken in het samenwerkingsverband OCON, spanden een kort geding aan tegen de directie van het ZGT.
De procedure werd aangespannen nadat de orthopeden uit traumateams bij ernstige letsels werden gezet. De traumateams worden nu alleen gevormd door chirurgen van ZGT.
De orthopeden vorderden in kort geding om hen onmiddellijk in staat te stellen om hun werkzaamheden bij de verwezen en de onverwezen traumatologie op alle locaties van ZGT te hervatten en hun medisch-orthopedische praktijk binnen ZGT op de gebruikelijke wijze en in volle omvang uit te voeren conform de raamovereenkomst tussen ZGT en OCON.
De orthopeden onderstreepten hun eisen met het opsommen van een aantal incidenten die door de ruzie zouden zijn ontstaan. De opvallendste is wel het incident waarbij een patiënt zou zijn overleden. In rechtsoverweging 3.13 van haar vonnis geeft de rechtbank Almelo de beschrijving van het incident weer zoals gegeven door de orthopeden:
“Op 25 en 26 juli deed zich een ernstig incident voor. Een traumachirurg had een kophalsprothese geplaatst bij een patiënt, die binnen was gebracht met een heupfractuur na een val. Onder normale omstandigheden had het voor de hand gelegen als de dienstdoende chirurg had overlegd met de orthopeden, temeer daar deze patiënt in 2009 al een knieprothese had gekregen van één van de orthopeden. De chirurg verzuimde echter om die mogelijkheid aan de patiënt voor te leggen en opereerde zelf. Toen de heupkop luxeerde (de voorzieningenrechter begrijpt: losliet) was een nieuwe operatie nodig. Daarbij was een tweede incisie nodig om de heupkop weer te vinden. Deze tweede operatie duurde vier uur in plaats van de aanvankelijk geplande 30 minuten. De patiënt ontwikkelde achtereenvolgens kortademigheid, waarschijnlijk als gevolg van een stolsel in de bloedvaten in de longen, en een embolie in de hersenen. De patiënt raakte in coma en overleed enkele dagen later.”
Ondanks dit door de orthopeden gestelde medisch verwijtbaar handelen met de door de orthopeden gestelde dood tot gevolg, wees de rechtbank vandaag de vordering van de orthopeden af. Volgens de rechtbank kan het besluit van ZGT, mede gezien de lange voorgeschiedenis, de toets van de redelijkheid doorstaan.
Verder overweegt de rechtbank in rechtsoverweging 5.14:
“De voorzieningenrechter zal de door OCON geschetste medische incidenten niet in de oordeelsvorming betrekken. Uit de stellingen van OCON valt geen duidelijk causaal verband af te leiden tussen enerzijds de eerste twee door OCON gestelde voorvallen (r.o. 3.11 en 3.12) en anderzijds het in dit geding aangevochten besluit. De vervolgens in r.o. 3.13 gegeven beschrijving van (ernstiger) voorvallen laat de rechter alleen al buiten beschouwing omdat dit relaas niet wordt onderbouwd met een verslag van een objectief en deskundig feitenonderzoek.”
Drost Letselschade behandelt meerder gevallen van door nabestaanden gesteld medisch verwijtbaar handelen met de dood tot gevolg door vermeend medisch verwijtbaar handelen door een chirurg van ZGT. Die zaken staan overigens buiten het voren omschreven geschil.