De jager die een 71-jarige man uit Zwiggelte in Drenthe bij een jachtongeval doodschoot, is op 22 maart 2013 door de rechtbank Assen (vonnis: LJN BZ4862) veroordeeld tot een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het jachtongeval vond plaats op vrijdag 21 september 2012 op een perceel aan de Halerweg, tussen Hooghalen en Zwiggelte. De jager was met een lichtbak op vossenjacht en in het bezit van de daarvoor vereiste vergunningen. Op het moment dat in het licht van de lichtbak twee ogen oplichten dacht de jager dat het een vos was en schoot. De jager trof echter de 71-jarige man uit Zwiggelte die op dat moment met z’n hond aan het wandelen was.
Op basis van de bewijsmiddelen stelde de rechtbank vast dat de jager aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest toen hij, als jager betrokken bij de jacht op vossen in een jachtveld en terwijl de duisternis was ingetreden, een kogel uit een kogelgeweer heeft afgevuurd op een afstand van ongeveer 350 meter in de veronderstelling op een vos te schieten. Hij kon door de duisternis en de afstand onvoldoende vaststellen dat hij daadwerkelijk op een vos schoot, aldus de rechtbank. Onder deze omstandigheden had de jager volgens de rechtbank niet mogen schieten. Het geweer was afgesteld op een nauwkeurigheid van negentig meter en de jager had zich moeten realiseren dat hij de afstand tot het doel in het donker niet goed kon inschatten. Ook de aanname dat de rood reflecterende ogen van de getekende vos waren terwijl de ogen van een vos geel oplichten, komt volgens de rechtbank geheel voor rekening van de jager.
De rechtbank concludeert dat het dan ook aan de schuld van de jager te wijten is dat het slachtoffer door de afgevuurde kogel zodanig letsel, te weten inwendige bloedingen door geperforeerde aders, heeft opgelopen dat hij aan de gevolgen daarvan is overleden.
De rechtbank is van oordeel dat de jager onverantwoord heeft gehandeld en onnoemelijk en onherstelbaar leed heeft toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook niet worden volstaan met een werkstraf. Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet eerder is veroordeeld en de gevolgen van het fatale schot, die hij absoluut niet heeft gewild, zijn leven lang met zich moet dragen. Daarom oordeelde de rechtbank dat, naast een werkstraf, volstaan kan worden met een geheel voorwaardelijke vrijheidsstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar.