De leiding van het Aartsbisdom Utrecht is vanmiddag in Albergen diep door het stof gegaan voor de slachtoffers van seksueel misbruik in de Pancratiusparochie te Albergen in de jaren ’70. De slachtoffers worden bijgestaan door letselschade-experts van Drost Letselschade.
Bisschoppen van het Aartsbisdom Utrecht (kardinaal Eijk en de hulpbisschoppen Hoogenboom en Woorts) hebben op 21 september in Albergen een openhartig gesprek gevoerd met zes slachtoffers van seksueel misbruik uit deze plaats. De slachtoffers werden in hun jeugd misbruikt door hun pastoor. Kardinaal Eijk heeft in het gesprek met de slachtoffers van de inmiddels overleden pastoor Boonk nogmaals zijn excuses gemaakt. Ook heeft hij erkend dat wijlen pastoor Boonk nooit in Albergen had mogen worden aangesteld. Eerder deed Eijk dat ook al schriftelijk bij de gegrondverklaring van de door Drost Letselschade namens de slachtoffers ingediende klachten over het seksueel mibruik door pastoor Boonk.
Geen actie na melding misbruik Albergen door huishoudster
Het was een openhartige ontmoeting. Eijk vertelde het te betreuren dat het toenmalige bestuur en het aartsbisdom Utrecht (toen geleid door oud-kardinaal Simonis) destijds niet heeft ingegrepen. Simonis werd in 1983 schriftelijk door de huishoudster van pastoor Boonk op de hoogte gesteld van een geval van seksueel misbruik in Albergen. Zij was daarvan persoonlijk getuige geweest. Door het Aartsbisdom werd echter niet adequaat op deze melding gereageerd. Eijk las de slachtoffers een deel van de brief van de huishoudster voor. In de brief beschreef de huishoudster tot in detail wat zij had gezien. Simonis zal nog persoonlijk met de slachtoffers in Albergen spreken. Die toezegging heeft kardinaal Eijk gedaan. Daarmee onderschrijft Eijk de oproep van de slachtoffergroep aan kardinaal Simonis om het leed dat hun is aangedaan te erkennen en spijt te betuigen voor wat er is gebeurd.
Verklaring bisdom
Eijk riep de bevolking van Albergen op om de slachtoffers serieus te nemen en het leed dat hun is aangedaan te erkennen. Eijk heeft daarvoor samen met de slachtoffers een verklaring opgesteld. Met deze verklaring, die door RTV Oost is uitgezonden, ging Eijk namens het bisdom diep door het stof. Namens de bisdomstaf sprak Eijk zijn spijt en afschuw uit over het leed dat de in 1986 overleden pastoor Boonk deze slachtoffers heeft aangedaan. De bisschoppen spraken in Albergen uit te beseffen dat heling een langdurig proces is. Zij hopen dat het openhartige gesprek een goede bijdrage aan dat proces heeft kunnen zijn. Eijk sprak verder de hoop uit dat het gesprek en de afgelegde verklaring eraan zullen bijdragen dat de slachtoffers in de gemeenschap van Albergen meer gehoor, erkenning en begrip vinden. En dat de slachtoffers en gemeenschap daardoor verder kunnen met elkaar.
De zes slachtoffers verklaarden na afloop van het gesprek blij te zijn met de wijze waarop zij door de bisschoppen zijn behandeld. Ook waren ze blij over de wijze waarop excuus is gemaakt. Frank Oude Geerdink, één van de slachtoffers, reageerde: “Het gesprek was heel positief. Dit heeft ons erg goed gedaan. Ik ga een mooi weekend tegemoet.”