Onderzoek naar toe- of afwijzen van uitkering slachtoffers chroom-6

29-10-2021

29 oktober 2021 – Er loopt momenteel een onderzoek naar de uitkering van een vergoeding aan mensen die te lijden hebben onder het werken met chroom-6. Universiteit Utrecht voert het onafhankelijk onderzoek uit. Zo meldt het Noordhollands Dagblad.

Burgers en militairen die een uitkering krijgen en/of zij die zijn afgewezen, kunnen aan het onderzoek deelnemen. Het gaat om een vragenlijst die thuis digitaal ingevuld kan worden. Defensie is niet bij deze studie betrokken.

Het Utrechtse onderzoek gaat over regelingen die zijn opgezet voor mensen die hebben gewerkt met het giftige chroom 6. De betrokken onderzoekers van de universiteit willen graag meer weten over ervaringen van (oud-)medewerkers met de uitkeringsregeling van Defensie die een beslissing hebben gekregen op hun aanvraag. Het kan dus gaan om een toe- of afwijzing van aanvraag. Het onderzoek van de universiteit heeft geen invloed op de aanvraag tot een uitkering.

De vragenlijst kan online worden ingevuld in een beveiligde omgeving, waartoe alleen de onderzoekers van de Universiteit Utrecht toegang hebben. Meer informatie is te vinden op de website: www.uu.nl

BRON: Noordhollands Dagblad

NedTrain aansprakelijk voor blootstelling aan chroom-6

28-7-2021

28 september 2021 – De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft afgelopen week beslist dat NedTrain aansprakelijk is voor schade die dertig bijstandsgerechtigden hebben geleden na blootstelling aan chroom-6. De (voormalig) bijstandsgerechtigden kwamen met chroom-6 in aanraking toen zij tussen 2004 en 2010 treinen restaureerden op een werkplaats van NedTrain in Tilburg.

De restauratiewerkzaamheden, zoals het schuren van treinen, werden uitgevoerd in het kader van het re-integratietraject ‘Tilburgse en Regionale bedrijven Ondernemen Maatschappelijk’ (tROM). De gemeente Tilburg had voor dit project een samenwerkingsovereenkomst gesloten met NedTrain en het Spoorwegmuseum. NedTrain had in het project een adviserende en faciliterende rol. Volgens de rechtbank wist NedTrain of had zij destijds moeten weten dat de deelnemers bij hun werkzaamheden in aanraking kwamen met chroom-6 en dat dit schadelijk kon zijn voor hun gezondheid.

Onrechtmatige daad

De rechtbank komt tot deze conclusie omdat vaststaat dat de NS wist dat er chroom-6 aanwezig was in de verflagen op treinstellen. Sinds 1991 gebruikt de NS chroom-6 daarom niet meer of onder zeer strenge voorwaarden. NedTrain heette voorheen NS Materieel en daarvoor was het de afdeling NS Materieel & Werkplaatsen. De kennis over chroom-6 bij de NS moet volgens de rechtbank dus ook aanwezig zijn geweest bij NedTrain. Desondanks heeft NedTrain de deelnemers, maar ook de gemeente en tROM, niet gewaarschuwd voor de schadelijke stoffen en niet gewezen op de noodzaak van adequate bescherming bij de bewerking van de treinen. De rechtbank vindt dit onrechtmatig en NedTrain is daarom aansprakelijk voor de schade.

Schadevergoeding

De eisers in deze zaak hebben de rechtbank gevraagd om NedTrain te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding. Hoewel de rechtbank vindt dat er in deze zaak sprake is van angst voor gezondheidsschade, wat recht kan geven op een schadevergoeding, heeft de rechtbank deze vergoeding nog niet toegekend. Omdat er grote verschillen zijn tussen de eisers heeft de rechtbank hen verwezen naar de schadestaatprocedure. In deze vervolgprocedure wordt per persoon beoordeeld wat de hoogte van de schadevergoeding is.
Het gaat hierbij trouwens niet om de veel grotere rechtszaak die het Openbaar Ministerie heeft aangespannen tegen NedTrain en de gemeente Tilburg over blootstelling aan chroom-6. Daarbij gaat het om honderden mensen die tussen 2004 en 2012 zouden zijn blootgesteld aan het giftige anti-roestmiddel op de NS-werkplaats. Die strafzaak start aan het begin van de zomer 2022.

De uitspraak

De volledige tekst van de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is te lezen op de website van de Rechtspraak. Deze uitspraak van de rechtbank dat NedTrain aansprakelijk is voor het chroom-6-drama is een opkikker voor de slachtoffers. Dat zegt advocaat Rob Bedaux, die desondanks gemengde gevoelens heeft over het vonnis. Hij overweegt in hoger beroep te gaan,  aldus het Brabants Dagblad.
Dat de rechter oordeelde dat NedTrain wist of had moeten weten dat de deelnemers aan dat project bij NedTrain werden blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom-6, betekent volgens Bedaux dat de slachtoffers daarom recht hebben op een schadevergoeding. Hij noemt het vonnis een positieve ontwikkeling: “NedTrain is aansprakelijk. Waar het bedrijf eerder uit coulance de mensen tegemoet wilde komen met een vergoeding, is die vrijblijvendheid er met dit vonnis af. Nu moet er een vergoeding komen.” O

Defensie moet voorbeeld nemen aan Tilburg

f Bedaux nog in hoger beroep gaat of per individuele cliënt verder procedeert, daar is hij nog niet over uit.

BRONNEN:  bd.nl  en rechtspraak.nl

Kamerdebat over gevolgen van gebruik van chroom-6 door Defensie

1-7-2021

1 juli 2021 – Het gebruik van verf met chroom-6 heeft geleid tot ernstige gezondheidsklachten bij medewerkers van Defensie. De Tweede Kamer debatteerde gisteren over de afhandeling daarvan met staatssecretaris Visser (Defensie). Hier volgt een samenvatting van dat debat.

Verf met chroom-6 is sterk roestwerend. Daarom werd deze ook bij het ministerie van Defensie veel gebruikt voor de bescherming van materieel. Maar chroom-6 is ook kankerverwekkend. Het RIVM heeft geconcludeerd dat medewerkers van Defensie niet altijd goed beschermd zijn tegen blootstelling aan de stof.

Staatssecretaris Visser heeft eerder haar excuses aangeboden aan de getroffen medewerkers. De gereedheid en de inzet van de krijgsmacht hebben voorrang gehad op de gezondheid van het personeel, zegt Visser, en dat had nooit zo mogen zijn. Ook heeft zij alle conclusies en aanbevelingen overgenomen van een in 2015 ingestelde commissie.

Schaderegeling

Defensie kende de gevaren, maar lichtte de medewerkers niet in, constateert Van Dijk (SP). Omdat de medewerkers ‘keihard zijn belazerd’, wil hij een ruimhartig schadefonds.

Geen enkel bedrag kan het leed ongedaan maken, zegt Van Wijngaarden (VVD), maar hij is blij met de ‘laagdrempelige regeling die mensen niet onnodig procedureel belast met bewijsvoering’. Wie heeft gewerkt met chroom-6 en een ziekte heeft die daar causaal verband mee houdt, komt volgens hem terecht in aanmerking voor de regeling.

Fritsma (PVV) vindt dat de overheid mensen met een ziekte die vooralsnog geen causaal verband met chroom-6 heeft, niet in de kou mag laten staan. Bij twijfel moet de overheid volgens Boswijk (CDA) coulant zijn met het toevoegen van nieuwe ziektes die aan het werken met chroom-6 gelinkt kunnen worden. Stoffer (SGP) wil de garantie dat individuele medewerkers echt maatwerk wordt geboden.

De regeling past in het Nederlandse schadevergoedingsrecht, reageert Visser. Ook ziektes waarvan de causaliteit met chroom-6 mogelijk aanwezig is, staan op de ziektelijst. De staatssecretaris wijst erop dat de lijst regelmatig en ook de komende zomer weer wordt aangepast.

Immateriële schade

‘Angst doet wat met mensen’. Bromet (GroenLinks) vindt dat met de regeling wordt voorbijgegaan aan de angst van medewerkers die met chroom-6 hebben gewerkt, maar (nog) niet ziek zijn. Zij wil een uitkering van €7.000 voor iedereen die onbeschermd met deze stof heeft moeten werken.

Andere gevaarlijke stoffen

Van Beukering (D66) vraagt hoe de staatssecretaris garandeert dat andere gevaarlijke stoffen waarmee Defensiepersoneel heeft gewerkt geen soortgelijke gevolgen als chroom-6 hebben.

De aandacht voor het werken met gevaarlijke stoffen is verhoogd, zegt de staatssecretaris. De Inspectie SZW houdt de vinger aan de pols en heeft het ministerie aangeraden om zich niet alleen te richten op de persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook op technische aanpassingen. We moeten er hard aan blijven werken, aldus de staatssecretaris.

De Kamer stemt op 6 juli 2021 over de tijdens het debat ingediende moties.

BRON: website Tweede Kamer

Een (nog ongecorrigeerd stenogram) verslag van het debat over chroom-6 kunt u hier downloaden.

Lijst van vragen en antwoorden inzake RIVM-onderzoek chroom-6

23-6-2021

Een van de Kamerstukken die de Tweede Kamer vandaag, 23 juni 2021, ontving was een lijst met vragen en antwoorden inzake het RIVM-onderzoek naar de blootstelling aan chroom-6 en arbeidsomstandigheden op defensielocaties. Dit in antwoord op vragen die op 10 juni 2021 door de Kamer waren ingediend bij de vaste commissie voor Defensie.

Hierbij de antwoorden op schriftelijke (feitelijke) vragen over de beleidsreactie ‘RIVM-onderzoek naar blootstelling aan chroom-6 en arbeidsomstandigheden op defensielocaties’ (ingezonden 10 juni 2021):

1.  Om hoeveel niet-POMS locaties gaat het?

Er was geen volledige lijst van alle defensielocaties waar mogelijk is gewerkt met chroom-6 in de gehele periode 1970-2015 beschikbaar. Dit bleek binnen Defensie niet te achterhalen. In totaal zijn in het onderzoek door het RIVM 229 verschillende niet-POMS locaties geïdentificeerd waarvoor geldt dat mogelijk is gewerkt met chroom-6. Deze locaties werden genoemd in de online vragenlijsten die de medewerkers konden invullen voor het RIVM onderzoek. Dit betrof 35 locaties van de Koninklijke Luchtmacht (Klu), 156 locaties van de Koninklijke Landmacht (KL), 22 locaties van de Koninklijke Marine (KM), 14 locaties van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en twee locaties van de Koninklijke Marechaussee (KMar). In bijlage 7 van het rapport ‘Onderzoek naar blootstelling aan chroom-6 en arbeidsomstandigheden op Defensielocaties Periode 1970-2015’ (RIVM-rapport 2021-0066) is een overzicht van alle 229 locaties gegeven. Ook als een locatie niet is geïdentificeerd, kan een uitkering worden aangevraagd.

2.  Hoeveel (oud-) defensiemedewerkers hebben op dit moment ziekteverschijnselen die mogelijk door chroom-6 of CARC komen schat u?

Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Bekend is dat in de periode 1984 tot en met 2006 ongeveer 3000 mensen op de POMS-locaties hebben gewerkt. Hiervan hebben zich ruim 1000 oud-medewerkers (POMS) laten registreren bij het Informatiepunt chroom-6.

In totaal hebben 929 (oud-) medewerkers van Defensie (zowel oud-medewerkers van de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS)-locaties als (oud-) medewerkers van andere defensielocaties) vanaf maart 2015 tot 31 mei 2021 een tegemoetkoming op basis van de ‘Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen defensie’ (hierna: Coulanceregeling) aangevraagd. Hiervan is ongeveer éénderde een oud-medewerker van de POMS-locatie.

In 357 gevallen is een tegemoetkoming toegekend en zijn er 553 aanvragen afgewezen, op basis van het niet hebben vervuld van een functie uit de bijlage (167), het niet hebben van een klacht (62), het hebben van een andere klacht dan opgenomen in de regeling (291) of om een andere reden (33). Een aantal aanvragen is nog in afwachting van een gerechtelijke uitspraak.

De Coulanceregeling is in maart 2015 van kracht geworden en stond open voor (oud-) medewerkers van alle defensielocaties die hebben gewerkt in een functie die op de functielijst voorkwam. Met het verschijnen van het eerste rapport van het RIVM voor de POMS in juni 2018, stond de Coulanceregeling niet langer open voor medewerkers van de POMS en is de ‘Regeling uitkering chroom-6’ (hierna: Uitkeringsregeling) voor hen van kracht geworden. In totaal zijn 347 aanvragen voor de Uitkeringsregeling ingediend door oud-medewerkers van de POMS-locaties of hun nabestaanden. Hiervan zijn 201 aanvragen toegekend en zijn 146 afgewezen op grond van het niet voldoen aan de voorwaarden, voornamelijk met betrekking tot aandoening, functie of duur van de functievervulling.

Naar schatting hebben in de periode 1970 tot 2015 850.000 mensen bij Defensie gewerkt. Het is niet mogelijk om voor alle in het RIVM-rapport genoemde functies te achterhalen hoeveel mensen op deze locaties hebben gewerkt en hoeveel mensen werkzaamheden hebben uitgevoerd waarbij zij mogelijk kunnen zijn blootgesteld aan chroom-6.

Wel is bekend dat ruim 3200 (oud-) medewerkers van de andere defensielocaties (niet-POMS) zicht hebben laten registreren bij het informatiepunt chroom-6. Ongeveer tweederde van de aanvragen voor de Coulanceregeling zijn afkomstig van (oud-) medewerkers van de andere defensielocaties.

Ook is bekend dat ruim 300 (oud-) medewerkers van de andere defensielocaties (niet-POMS), in de online vragenlijst voor het RIVM-onderzoek hebben aangegeven een chroom-6 gerelateerde ziekte te hebben.

3.  Bent u actief oud-defensiepersoneel aan het benaderen waarvan u de kans groot acht dat ze actief met chroom-6 of CARC hebben gewerkt? Zo nee, waarom niet?

De (oud-) medewerkers die zich hebben geregistreerd bij het informatiepunt chroom-6 (www.informatiepuntchroom6.nl) zijn allemaal geïnformeerd over de uitkomsten van het RIVM onderzoek en de Uitkeringsregelingen en ze zijn uitgenodigd voor het bijwonen van webinars. Het is echter niet mogelijk alle oud-defensiepersoneel waarvan wordt aangenomen dat de kans groot is dat ze zijn blootgesteld aan chroom-6 persoonlijk te benaderen. Dit komt omdat niet bekend is welke mensen dit kan betreffen en tevens beschikt defensie niet over de contactgegevens van oud-medewerkers. Defensie en het RIVM hebben sinds 2014 oud-defensiemedewerkers actief betrokken bij het RIVM-onderzoek. Via verschillende kanalen is uitvoerig bekendheid gegeven aan het onderzoek, de resultaten en de Uitkeringsregeling. Dit gebeurt onder andere door het houden van informatiebijeenkomsten en ‘inloopkantines’, nieuwsbrieven, werkbezoeken en via www.informatiepuntchroom6.nl. In maart 2019 is via een enquête gevraagd om de ervaringen rondom de informatievoorziening. De verschillende informatiebronnen werden met een voldoende beoordeeld. De opmerkingen en aanbevelingen zijn gebruikt om de informatievoorziening verder te verbeteren. Voor het onderzoek door het RIVM voor alle defensielocaties zijn alle (oud-) medewerkers in gelegenheid gesteld deel te nemen aan het online-onderzoek. In totaal hebben 1566 (oud-) medewerkers de online vragenlijst ingevuld. Defensie en de bonden hebben alle (oud-) medewerkers opgeroepen zich te laten registreren bij het Informatiepunt en hebben zich ingezet om zo veel mogelijk (oud-) medewerkers te informeren en de gelegenheid te geven om mee te doen aan het onderzoek. Zo zijn oproepen gedaan in nieuwsbrieven, op intranet en op de websites, tijdens werkbezoeken en via een advertentie in alle regionale huis-aan-huisbladen. Ook hebben de bonden uitgebreid aandacht besteed aan dit onderzoek en hebben hun leden opgeroepen deel te nemen door de vragenlijst in te vullen. Daarnaast is een aantal belangenbehartigers actief op de vragenlijst gewezen, met het verzoek hun cliënten hiervan in kennis te stellen. Tijdens de (online) voorlichtingsbijeenkomsten die in de week van 31 mei jl. zijn gehouden, is de oproep gedaan een aanvraag in te dienen indien men meent aanspraak te kunnen maken op een uitkering. (Oud-) medewerkers die reeds een tegemoetkoming hebben ontvangen op grond van de Coulanceregeling en waarvan wordt verwacht dat die mogelijk in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de Uitkeringsregeling ontvangen daarover bericht.

4.  Met welke andere gevaarlijke stoffen, waarnaar respondenten refereren, is er bij Defensie gewerkt ? Wordt daar nog steeds mee gewerkt?

In het RIVM-rapport 2018-0051 worden bepaalde chromaatverbindingen genoemd. Deze bevatten chroom-6 en zijn als zodanig in het onderzoek betrokken. In het RIVM-rapport 2018-0052 wordt ook een aantal stoffen, producten en verontreinigingen (zoals uitlaatgassen en lasrook) genoemd die uit gesprekken met oud-POMS-medewerkers naar voren kwamen. Deze stoffen zijn niet nader onderzocht, in de zin dat er geen ziektelijst, blootstellingsinschatting en risicobeoordeling is opgesteld voor deze stoffen. Wel zijn in het blootstellingsonderzoek op de POMS-locaties (IRASUU Eindrapport WP 4 Chroom VI POMS sites 2018-01-26) andere gevaarlijke stoffen geïnventariseerd, waarbij de werkzaamheden en functies zijn aangegeven die konden leiden tot blootstelling aan deze stoffen. Deze stoffen zijn niet nader onderzocht omdat er geen antwoord gegeven kan worden op de vraag of oud-POMS-medewerkers gezondheidsrisico’s hebben gelopen door blootstelling aan deze stoffen (zie bijlage bij Kamerstuk 35 570 X nr. 84 van 16 februari 2021). Defensie gebruikte en gebruikt nog steeds een groot aantal bedrijfsstoffen die als gevaarlijk worden gekenmerkt en in bepaalde gevallen als carcinogeen, mutageen en reprotoxisch (CMR) bij een groot en divers aantal werkzaamheden. De meeste stoffen worden gebruikt voor het onderhouden van de wapensystemen en de bedrijfsmiddelen en zijn vooral bedrijfsstoffen vergelijkbaar met de stoffen die ook civiele bedrijven gebruiken bij het onderhouden van voertuigen, vliegtuigen en schepen. Met deze bedrijfsstoffen wordt nog steeds gewerkt. Voor deze stoffen zijn artikelveiligheidsbladen beschikbaar waarop onder andere de waarschuwingen en de aanwijzingen voor de veiligheid staan vermeld. Te nemen veiligheidsmaatregelen zijn bekend gesteld bij het personeel en de leidinggevenden en de benodigde (persoonlijke) beschermingsmiddelen zijn beschikbaar. Om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te beheersen en te reduceren past Defensie de arbeidshygiënische strategie toe, zoals beschreven in mijn brief van 4 juli 2019 over toezeggingen over chroom-6 (Kamerstuk 35000 X Nr. 147) in volgorde van substitutie, technische maatregelen, organisatorische maatregelen en persoonlijke beschermingsmaatregelen. Het assortiment bedrijfsstoffen is door de jaren heen veranderd. Zo wordt de wetgeving voor gevaarlijke stoffen steeds strenger waardoor steeds meer stoffen als “zeer zorgwekkend” en/of CMR worden beschouwd. Ook de samenstelling van de bedrijfsstoffen verandert voortdurend, enerzijds door chemisch-technologische ontwikkelingen en anderzijds vanwege de Europese wetgeving voor arbeidsomstandigheden en milieu (waaronder REACH). De Defensie Materieel Organisatie heeft als taak continu onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot het uitfaseren van primair de als carcinogeen (C) en mutageen (M) geclassificeerde stoffen. Deze inspanning wordt voortgezet. Waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt of kunnen vrijkomen, gebeurt dit veilig. Personeel wordt hierin opgeleid en leidinggevenden dienen hier op toe te zien. Extern toezicht geschiedt door de Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SZW).

5.  Heeft u contact met bondgenoten over Chroom-6? Hoe is de situatie bij andere krijgsmachten als het gaat om het werken met gevaarlijke stoffen?

Nederland heeft het onderwerp chroom-6 in European Defence Agency (EDA)-verband ter sprake gebracht in haar regulier overleg met gevaarlijke stoffen specialisten van andere Europese ministeries van Defensie. Kennis, ervaringen en certificeringsonderzoeken worden uitgewisseld. Defensie heeft ook contact met bondgenoten en de industrie (waaronder vliegtuig¬fabrikanten) over het gebruik van met name chroom-6 dat vooral nog voorkomt in de (militaire) luchtvaart.

6.  Hoe staat het met maatregel 12, en wordt er nu wel gewerkt in de spuitcabines? Zo ja, wat voor mitigerende maatregelen worden er dan genomen waardoor de bedrijfsvoering niet ideaal is?

Groot onderhoud, waarbij een vliegtuig volledig moet worden gespoten, wordt uitbesteed aan de industrie. De spuitwerkzaamheden binnen Defensie blijven beperkt tot reparaties aan onderdelen van vliegtuigen. Hierbij is het soms ook noodzakelijk reparaties aan de hechtprimerlaag uit te voeren met chroom-6-houdende verf. Het spuiten van de chroom-6-houdende verf gebeurt alleen in daarvoor geschikte spuitcabines. Bij het uitvoeren van kleine plaatselijke reparaties aan de hechtprimerlaag kan chroom-6-houdende verf ook worden aangebracht door gebruik van stift, kwast of roller. Daarbij komt nauwelijks stof en/of spuitnevel met chroom-6 in de lucht vrij.

In alle gevallen waarin het gebruik van chroom-6-houdende verf nog noodzakelijk is, wordt gezorgd dat we met toepassing van technische en organisatorische maatregelen en door gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen onder de grenswaarden voor blootstelling blijven. Als vervolg op het onderzoek door de interne arbodienst van Defensie, het Coördinatie en Expertisecentrum Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG), in 2015/2016 (de zogenoemde quick scan) zijn de nieuwere spuitcabines van Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) en het Defensie Helikopter Commando (DHC) in Gilze-Rijen geschikt bevonden voor het spuiten van chroom-6-houdende verf evenals één van de twee spuitcabines op vliegbasis Volkel. De kwaliteit van de afzuiging van de cabine in Volkel leidt ertoe dat alleen kortdurende, kleinschalige spuitwerkzaamheden met chroom-6-houdende verf kunnen plaatsvinden, zoals ik u heb gemeld in antwoorden op Kamervragen van 27 september 2018 (met kenmerk 2018Z17003) en 28 september 2018 (met kenmerk 2018Z17142). De spuitcabine in Volkel wordt slechts sporadisch gebruikt voor spuitwerkzaamheden met chroom-6-houdende verf. In 2020 en 2021 is in deze cabine niet met chroom-6-houdende verf gespoten.

Voor de luchtmachtonderdelen waar de spuitcabine niet mag worden gebruikt voor het spuiten van chroom-6-houdende verf (Leeuwarden, Eindhoven en voor Maritiem Vliegkamp De Kooy) betekent het dat eventuele spuitwerkzaamheden met chroom-6-houdende verf moeten plaatsvinden in de geschikte spuitcabines van LCW, DHC en Volkel. Dit vraagt extra reistijd en planning.

Thans loopt het gunningstraject voor de vervanging van de niet geschikte spuitcabines. Nadat dit traject eerder is mislukt door het ontbreken van bedrijven die voldeden aan de eisen, vindt momenteel overleg plaats met bedrijven die wel kunnen voldoen aan de eisen.

7.  Hoe zijn de eerste ervaringen met de database gevaarlijke stoffen? Ziet u kansen om met een database ook andere defensieonderdelen veiliger en slimmer in te richten?

Defensie heeft een database waarin de gevaarlijke bedrijfsstoffen worden geregistreerd en gearchiveerd, inclusief de zogenoemde safety data sheets die de leveranciers aanleveren. DMO onderhoudt deze database en voorziet daarmee alle gebruikers van Defensie van de nodige informatie voor het veilig kunnen werken met gevaarlijke stoffen. In de database worden nieuwe internationale en nationale ontwikkelingen bijgehouden en verwerkt.

8.  Welk percentage van de medewerkers op alle defensielocaties was niet altijd voldoende beschermd tegen blootstelling aan chroom-6? En welk percentage wel?

Het RIVM geeft in paragraaf 5.3. van het rapport de aanwezigheid weer van de verschillende beheersmaatregelen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen: “Over de hele periode 1970-2015 waren bij ongeveer de helft van de gerapporteerde functies geen technische of organisatorische beheersmaatregelen aanwezig om de blootstelling te verminderen. Ook ongeveer de helft van de (oud-) werknemers gebruikten persoonlijke beschermingsmiddelen bij het werk. Hierbij is geen onderscheid te maken tussen werkzaamheden waarbij het vereiste niveau van bescherming hoger of lager was. De mate van bescherming is bij alle defensieonderdelen toegenomen in de tijd.” Het gaat hierbij om verschillende maatregelen, van technische beheersmaatregelen, lokale afzuiging, ruimteventilatie, organisatorische beheersmaatregelen, afgescheiden werkruimten tot gebruik van persoonlijke bescherming. De percentages die in het RIVM-rapport zijn gegeven, zijn gebaseerd op de antwoorden die de (oud-) medewerkers zelf hebben gegeven in het online onderzoek. De percentages die in de verschillende grafieken zijn weergegeven, zijn de percentages van het aantal respondenten, met directe blootstelling per defensieonderdeel per decennium, die als antwoord gaven dat de betreffende beheersmaatregel en PBM’s werden toegepast bij hun werkzaamheden. Deze percentages zijn niet rechtstreeks te vertalen naar het gehele defensieonderdeel of naar Defensie als geheel. Er kan alleen de trend in worden gezien dat de toepassing van beheersmaatregelen en PBM’s in de loop van de onderzoeksperiode verbeterde.

9.  Welke beschermingsmiddelen waren beschikbaar voor medewerkers van Defensie?
11.  Welke beschermingsmiddelen zijn er in latere jaren nadat de mogelijk schadelijke effecten van chroom-6 houdende verf bekend werden aan defensiemedewerkers aangeboden bij het gebruik van alternatieve verfsystemen?
18.  Welk percentage van de medewerkers bij Defensie werkt sinds 2015 met beschermingsmiddelen?

Zie RIVM-rapport, paragraaf 5.3: “Er werden veel verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt. Dit betrof onder meer adembescherming, huid- en oogbescherming en gehoorbescherming. Specifiek ter bescherming tegen verf en/of verfstof werden stofmasker (snuitje), halfgelaatsmasker, overall en handschoenen het vaakst genoemd. De beschikbaarheid en het gebruik namen toe tussen 1970 en 2015 op alle defensieonderdelen.” Inmiddels zijn al vele jaren persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar voor het personeel: handschoenen tegen huidblootstelling, wegwerpoveralls om stof niet op kleding te krijgen en daardoor te verspreiden en diverse vormen van adembescherming. De adembescherming loopt uiteen van volgelaatsmaskers met onafhankelijke ademlucht voor schilders tot eenvoudige stofmaskers voor laag-energetische werkzaamheden.

In 2017 heeft Defensie aan de Auditdienst Rijk (ADR) gevraagd de beschikbaarheid van PBM’s te onderzoeken en daarover heeft de ADR in 2018 gerapporteerd (Kamerstuk 34 775 X nr. 126 van 4 juni 2018). Conclusie daarvan was dat de beschikbaarheid geen probleem was en dat het logistieke proces goed is georganiseerd. Daarbij heeft de ADR aanbevolen om voorlichting te geven over juist gebruik, keuren en onderhouden van PBM, leidinggevenden hierop te laten toezien en om in de RI&E aandacht te vragen voor PBM.
Wat betreft het logistieke proces, vanaf 2010 is het assortiment Persoonlijke Beschermingsmiddelen voor heel Defensie een verantwoordelijkheid van het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU-bedrijf). Voor die tijd voorzag elk defensieonderdeel zelf in de benodigde middelen. In alle contracten sinds 2010 dient de contractant/leverancier een catalogus (keuze) beschikbaar te stellen met artikelen die bescherming biedt volgens geldende NEN-ISO normeringen. Daarnaast dient het assortiment te voldoen aan de stand der techniek en heeft de leverancier een helpdesk ingericht voor deskundig advies. Leidinggevenden en medewerkers kunnen via het systeem van DigiInkoop decentraal bestellen en middelen worden decentraal uitgeleverd.
De PBM’s zijn verdeeld over acht hoofdcategorieën:
1. Ademhalingsbescherming
2. Arm- en handbescherming
3. Veiligheidsbrillen
4. Been- en voetbescherming
5. Beschermende kleding
6. Gehoorbescherming
7. Hoofdbescherming
8. Oog- en gelaatbescherming.

10.  Waarom is gekozen voor een vaste lijst met ziektes en aandoeningen? Wie is verantwoordelijk voor de keuze van een vaste lijst met ziektes en aandoeningen?

Defensie baseert zich op de uitkomsten van de onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar de gezondheidsrisico’s van werken met chroom-6 op de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS). Het RIVM is een internationaal erkend wetenschappelijk instituut dat beschikt over de noodzakelijke expertise voor het onderzoek voor Defensie. Voor het bepalen van hoe waarschijnlijk het is dat een ziekte kan worden veroorzaakt door blootstelling aan chroom-6, gebruikt het RIVM de standaard wetenschappelijke benadering. De ziekten werden ingedeeld in vier verschillende categorieën op basis van de mate van waarschijnlijkheid van een oorzakelijk verband met blootstelling aan chroom-6:
1 Chroom-6 kan de ziekte of nadelige gezondheidseffecten veroorzaken bij mensen. Er is voldoende bewijs uit studies bij mensen en ondersteunend bewijs uit dierstudies;
2 Chroom-6 wordt ervan verdacht deze ziekte te kunnen veroorzaken bij mensen. Er is (beperkt) bewijs uit studies bij mensen, eventueel ondersteund met (beperkt) bewijs uit dierstudies, dat blootstelling aan chroom-6 de ziekte of nadelige gezondheidseffecten kan veroorzaken;
3 Het is nog onvoldoende duidelijk of chroom-6 deze nadelige effecten en ziekten kan veroorzaken bij mensen. Er zijn enkele wetenschappelijke aanwijzingen dat blootstelling aan chroom-6 deze ziekte of nadelige gezondheidseffecten kan veroorzaken. Er is echter geen of onvoldoende wetenschappelijk bewijs om te kunnen stellen dat chroom-6 de ziekte of nadelige gezondheidseffecten kan veroorzaken bij mensen;
4 Er zijn geen of geen overtuigende aanwijzingen gevonden in de huidige wetenschappelijke studies bij mensen en dieren dat blootstelling aan chroom-6 de ziekte of nadelige gezondheidseffecten kan veroorzaken bij mensen.

Voor een nadere toelichting verwijs ik naar het rapport van het RIVM 2020-0019, ‘Nadelige gezondheidseffecten en ziekten veroorzaakt door chroom-6 Actualisatie van de wetenschappelijke literatuur en de risicobeoordeling voor strottenhoofdkanker bij de POMS-locaties’. Er is en wordt gewerkt op basis van internationaal gangbare wetenschappelijke standaarden en criteria, zoals de GSH richtlijnen (Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals) en de beoordelingswijze voor carcinogene eigenschappen op orgaanniveau, die wordt gehanteerd door internationaal gerenommeerde kennisinstituten zoals ECHA, het IARC en US EPA. Niet alleen het RIVM, maar ook onafhankelijke experts hebben de indeling van de ziekten en de nadelige gezondheidseffecten in de eerder genoemde categorieën getoetst. Hierbij zijn gepubliceerde onderzoeken beoordeeld en is door de expertworkshops een weging uitgevoerd van de zwaarte van het bewijs in de verschillende studies. De indeling en hoe dit tot stand is gekomen, is vervolgens ook getoetst door een onafhankelijke klankbordgroep (de Inhoudelijke Klankbordgroep Chroom-6 in arbeidssituaties genoemd). In de klankbordgroep zitten artsen, advocaten en wetenschappers die zijn voorgedragen door zowel belangenbehartigers, Centrales van Overheidspersoneel, onderzoekers van de betrokken onderzoeksinstellingen als Defensie. Al deze expertbeoordelingen zijn meegenomen in het onderzoek. De samenstelling, beschrijving en werkwijze van de Klankbordgroep is te vinden op https://www.rivm.nl/chroom-6-en-carc/chroomonderzoek-defensie/chroom6-klankbordgroep.

Voor ziektes die op de ziektelijst van het RIVM staan, wordt door Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel, op basis van de conclusies en aanbevelingen van de Paritaire Commissie, aangenomen dat er een causaal verband kan zijn met de blootstelling aan chroom-6.

De met de Centrales van Overheidspersoneel afgesproken collectieve Regeling uitkering chroom-6 Defensie (Uitkeringsregeling) is gebaseerd op de resultaten van het onderzoek door het RIVM. Van belang is dat in die regeling niet alleen ziektes en aandoeningen zijn opgenomen waarvoor voldoende wetenschappelijk bewijs is dat chroom-6 deze mede kan veroorzaken. Ook de ziektes en aandoeningen zijn opgenomen waarvoor enkel een verdenking is dat deze kan ontstaan als gevolg van chroom-6-blootstelling, zie categorie 2 hierboven.
Op basis van de kennis uit de wetenschappelijke literatuur en uit evaluaties van (inter)nationale instanties en officiële organen gepubliceerd vóór juni 2016 zijn ziekten en nadelige gezondheidseffecten ingedeeld naar waarschijnlijkheid voor een oorzakelijk verband met blootstelling aan chroom-6-verbindingen. In 2018 heeft het RIVM het rapport ‘Nadelige gezondheidseffecten en ziekten veroorzaakt door chroom-6’ (RIVM-rapport 2018-0166) gepubliceerd. In 2019 is een actualisatie uitgevoerd (RIVM-rapport 2020-0019). Deze actualisatie is gebaseerd op de wetenschappelijke literatuur die is gepubliceerd tussen juni 2016 en januari 2019. Met het RIVM is afgesproken dat het RIVM de wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied zal blijven volgen en periodiek een actualisatie zal uitvoeren en hierover zal rapporteren aan Defensie. De actualisatie over de periode januari 2019 tot januari 2021 is thans gaande en het streven is dat dit onderzoek in de zomer zal zijn voltooid. Met de bonden is overeengekomen dat indien deze actualisatie leidt tot een wijziging van de lijst met ziektes en aandoeningen die kunnen worden veroorzaakt door chroom-6 op de werkplek, of daarvan worden verdacht, met de bonden in overleg zal worden getreden over aanpassing van de Uitkeringsregeling.

12.  Kunt u een overzicht geven van de beschikbare beschermingsmiddelen in respectievelijk de jaren ’70 en ’80, de jaren ’90 en na het jaar 2000?

Uit het RIVM-onderzoek is gebleken dat veel verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) werden gebruikt. Dit betrof onder meer adembescherming, huid- en oogbescherming en gehoorbescherming. Specifiek ter bescherming tegen verf en/of verfstof werden stofmasker, halfgelaatsmasker, overall en handschoenen het vaakst genoemd. In paragraaf 5.3 van het RIVM-rapport (vanaf pagina 50) zijn overzichten weergegeven van de aanwezigheid van technische beheersmaatregelen (onder andere lokale afzuiging en ruimteventilatie), van organisatorische beheersmaatregelen (onder andere afscheiding van werkruimten) en van persoonlijke beschermingsmiddelen (onder andere stofmasker en gelaatsmasker) per defensieonderdeel in de verschillende decennia. Hieruit blijkt dat beschikbaarheid en gebruik toenam tussen 1970 en 2015 bij alle defensieonderdelen.

13.  Waar lag de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden en het toezicht daarop respectievelijk in de jaren ’70 en ’80, de jaren ’90 en na 2000?

De Arbeidsomstandighedenwet is in 1984 van kracht geworden en werd vanaf 1994 ook voor Defensie van toepassing. De expliciete rol van het werkgeverschap, voor Defensie zoals bedoeld in de Arbowet was tot de jaren ’90 minder duidelijk belegd. Daarna werd de Arbodienstverlening bij Defensie georganiseerd en nam de kennis en de ondersteunende expertise toe. Daarbij goed te beseffen dat de defensieorganisatie de afgelopen jaren sterk is veranderd en daarmee ook de verdeling van verantwoordelijkheden. In de jaren ‘70 lag de verantwoordelijkheid volledig bij de relatief zelfstandige bevelhebbers die beschikten over eigen ondersteuning. In de huidige situatie zijn de commandanten van de defensieonderdelen en van de eenheden voor goede arbeidsomstandigheden veel meer afhankelijk van andere, ondersteunende organisatie-elementen van Defensie. Met het vaststellen van de Minsteriele Publicatie 12-100 (het Veiligheidsmanagementsysteem Defensie) in 2010, inmiddels vervangen door een SG-Aanwijzing 007 werd de verantwoordelijkheid van het werkgeverschap belegd bij de commandanten van de zelfstandige eenheden (bataljon, schip, vliegbasis, bedrijf, etc.). Deze commandanten zijn als decentrale werkgever ook verantwoordelijk voor het voldoen aan de Arbowet, voor het geven van leiding aan en het toezien op het veilig en gezond werken. Vanuit die verantwoordelijkheid hebben zij ook de bevoegdheid om te stoppen met de werkzaamheden indien dit niet verantwoord kan. Het formele toezicht wordt uitgevoerd door de interne toezichthouders van Defensie en de Rijksinspecties zoals I-SZW en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In 2018 heeft Defensie de Inspectie Veiligheid Defensie opgericht om het toezicht op het beleid en de uitvoering met de blik van veiligheid te versterken. Zie ook het antwoord op vraag 22.

14.  Waar en bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden vanaf 2010?

De verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden van het defensiepersoneel ligt bij de minister of de staatssecretaris van Defensie, afhankelijk van de portefeuilleverdeling. En zoals vastgelegd in de Wet ambtenaren Defensie, artikel 12, onder p, wordt daarover met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheidspersoneel overleg gepleegd waarbij in dat overleg overeenstemming dient te worden bereikt.

15.  Waarom leidt de verwachte actualisatie (en mogelijke) wijziging van de lijst met ziektes en aandoeningen die kunnen worden veroorzaakt door chroom-6 op de werkplek, of daarvan worden verdacht, niet automatisch tot aanpassing van de Uitkeringsregeling?

Een essentiële stap tussen het opstellen van een actuele lijst met mogelijke ziektes en aandoeningen (gezondheidseffecten) en de uitkeringsregeling, is de risicobeoordeling, waarbij wordt beoordeeld of het aannemelijk is dat in de werksituatie bij Defensie de blootstelling aan chroom-6 ook werkelijk tot een gezondheidseffect heeft kunnen leiden. Uit de daarop volgende risicobeoordeling door het RIVM moet blijken of het aannemelijk is dat chroom-6 deze ziekte of aandoening kan veroorzaken of daarvan verdacht wordt in de werksituatie bij Defensie. Indien dat het geval is zal de lijst met ziektes en aandoeningen van de Uitkeringsregeling worden aangepast. Bij de actualisatie in 2020 is dit het geval geweest voor strottenhoofdkanker (RIVM-rapport 2020-0019). Indien dit bij volgende actualisaties weer aan de hand is, kan dit met de kennis over de werksituatie bij Defensie voortvarend worden uitgevoerd. De Uitkeringsregeling is een rechtspositionele regeling die binnen het Sector Overleg Defensie met de bonden is vastgesteld. Over wijzigingen van de lijst met ziektes en aandoeningen in de regeling moet in dit overleg overeenstemming worden bereikt. Dit kan in de praktijk snel geschieden, in het verleden is het overleg hierover snel en constructief verlopen.

16.  Welke houding zal er vanuit Defensie worden aangenomen indien (oud-) medewerkers of nabestaanden een letselschadeclaim indienen bij Defensie?

Via de Coulanceregeling en de Uitkeringsregeling is een mogelijkheid gecreëerd om op laagdrempelige en eenvoudige wijze een vergoeding te kunnen krijgen. De uitkering op grond van de Uitkeringsregeling bestaat uit een: (1) immaterieel deel, dat vergelijkbaar is met smartengeld dit varieert van € 5.000,– tot € 40.000,–, en uit een (2) materieel deel, dat vergelijkbaar is met kostenvergoeding. Dit bedrag is € 3.850,- en is een vast bedrag voor iedereen die ook in aanmerking komt voor het immaterieel deel van de uitkering. De bedragen worden sinds 2018 geïndexeerd. Daarnaast heb ik een voorziening voor bijzondere, schrijnende gevallen opgenomen (art. 12, derde lid, van de Uitkeringsregeling). Dit artikel wordt in individuele gevallen toegepast, dit is maatwerk. Een voorbeeld is de aanschaf van een noodzakelijke traplift in het geval dat betrokkene geen recht heeft op vergoeding vanuit een verzekering of vanuit de gemeente.

Bij de Uitkeringsregeling wordt niet gekeken naar de specifieke situatie van de aanvrager, het is een regeling die is gebaseerd op groepsonderzoek. Daarom dat naast deze Uitkeringsregeling altijd een letsel- of overlijdensschadeclaim kan worden ingediend waarbij de situatie op individuele basis wordt beoordeeld. In mijn brieven aan uw Kamer van 5 maart 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 105) en 15 mei 2020 informeerde ik u hierover. Bij de claim kan worden beoordeeld of er meer immateriële schade (smartengeld) of materiële schade is die moet worden vergoed. Ik heb daarbij aangegeven dat letselschadezaken doorgaans veel tijd in beslag nemen. Vooral ook de beoordeling van beroepsziektezaken is ingewikkeld. Dat is voor Defensie helaas niet anders. De grondhouding van Defensie is daarbij positief en Defensie spant zich in de claims zo voortvarend mogelijk op te pakken. Voor de ziektes, die zijn opgenomen in de Uitkeringsregeling, geldt dat Defensie ook in de beoordeling van de claim aanneemt dat deze door de blootstelling aan chroom-6 bij Defensie kunnen zijn ontstaan. Deze beoordeling kan echter pas worden voltooid nadat duidelijkheid bestaat over de medische situatie en over de schadeposten. Het verzamelen en beoordelen van die informatie kost de nodige tijd. Daarbij is Defensie vaak ook afhankelijk van de informatievoorziening door (de belangenbehartiger van) betrokkene. De beoordeling is maatwerk en geschiedt op individuele basis om recht te doen aan de specifieke omstandigheden van iedere (oud-) medewerker.

Om de schaderegeling zo soepel mogelijk te laten verlopen, volgt Defensie bij de beoordeling de richtlijnen van de Letselschaderaad. Deze richtlijnen voorzien in een standaard manier om schadeposten vast te stellen met bijvoorbeeld normbedragen voor huishoudelijke hulp en kilometervergoeding. Ook de met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW) tot stand gekomen Leidraad Afwikkeling Beroepsziektezaken wordt waar mogelijk gehanteerd. Hiermee wordt onnodige discussie zoveel mogelijk voorkomen, zaken kunnen sneller worden afgewikkeld en de schaderegeling is zo transparant als mogelijk. Verder wijs ik op de brief van de minister van Defensie van 15 mei jl. aan de Veteranenombudsman (Kamerstuk 30 139, nr 242) betreffende het onderzoek behandelingsduur verzoeken volledige schadevergoeding. Daarin wordt aangegeven dat wordt geprobeerd om in alle zaken pro-actiever,
duidelijker en transparanter op te treden en te communiceren richting (de
belangenbehartigers van) de veteranen. Dit wordt echter ook doorgevoerd bij alle letselschadeclaims. Het doel hiervan is om in alle zaken de doorlooptijden te verkorten en om het schaderegelingsproces beter te laten aansluiten bij het rechtvaardigheidsgevoel.

Daarnaast is door de onderzoeken die zijn verricht door het RIVM al veel informatie beschikbaar gekomen over de arbeidsomstandigheden en de ziektes die in verband kunnen worden gebracht met de blootstelling aan chroom-6. Voor die ziektes, die zijn opgenomen in de Uitkeringsregeling, geldt dat Defensie ook in de beoordeling van de claim aanneemt dat deze door de blootstelling aan chroom-6 bij Defensie kunnen zijn ontstaan.

Voorts is het zo dat een (oud-) medewerker of nabestaande die een uitkering heeft ontvangen op grond van de Uitkeringsregeling en een claim indient, daarvoor kosten maakt.

In dit kader heb ik toegezegd dat het toerekeningspercentage niet wordt toegepast op de redelijke buitengerechtelijke kosten van de belangenbehartiger als Defensie aansprakelijkheid erkent. Deze kosten worden dan volledig vergoed (Kamerstuk 35 000 X nr. 105 van 5 maart 2019).

Voorts heb ik toegezegd dat Defensie deze kosten zal vergoeden ook in de periode vóórdat aansprakelijkheid wordt erkend. Dit betekent dat de redelijke buitengerechtelijke kosten van de belangenbehartiger en de kosten voor het opvragen van medische informatie kunnen worden betaald door Defensie, als die claim is ingediend voor de aandoening waarvoor de uitkering is toegekend. Mocht de aansprakelijkheid worden afgewezen, dan worden deze kosten niet meer vergoed, maar hoeft de eerder verstrekte vergoeding niet te worden terugbetaald aan Defensie. Op deze manier wil Defensie de mogelijke drempel voor het indienen van een claim voor de (oud-) medewerker of diens nabestaande verlagen.

Relevant is hiernaast dat uw kamer onlangs door SZW is geïnformeerd over de voortgang uitvoering kabinetsreactie commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten (commissie Heerts). Er wordt een landelijk expertisecentrum opgericht voor gevaarlijke stoffen en beroepsziekten en daarnaast wordt een tegemoetkomingsregeling geïntroduceerd te introduceren voor (ex-)werkenden die lijden aan een ernstige ziekte die is ontstaan door de gevaarlijke stoffen waarmee zij werken of hebben gewerkt. Met de tegemoetkomingsregeling ontstaat voor deze groep slachtoffers een korte en snelle route naar erkenning van hun beroepsziekte. Defensie zal met de vakbonden in overleg gaan over wijziging van de Uitkeringsregeling als gevolg van het in werking treden van deze tegemoetkomingsregeling.

17.  Hebben alle leden van het beoordelingspanel een gelijkwaardige stem?

Het doel van het beoordelingspanel (voor situaties voor 2015) is om in voorkomende situaties op een snelle manier een advies te kunnen geven aangaande de indeling van feitelijke werkzaamheden van de werknemer in een bepaalde blootstellingsgroep. Het beoordelingspanel bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter. Van de leden wordt één aangedragen door de Centrales van Overheidspersoneel en één door Defensie. Het beoordelingspanel adviseert met meerderheid van stemmen waarbij elk lid een gelijkwaardige stem heeft.

19.  Hebben de leden van het beoordelingspanel voor gevallen vanaf 2015 een gelijke stem? Hoe vindt besluitvorming in het beoordelingspanel plaats?

Dit beoordelingspanel (voor situaties na 2015) bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. Dit beoordelingspanel adviseert over de blootstellingsgeschiedenis van de werknemer én over de vraag of het niet toekennen van een vergoeding zal leiden tot een onbillijke situatie. Dit panel bestaat uit het beoordelingspanel, zoals bedoeld onder vraag 17 aangevuld met een lid namens de Centrales van Overheidspersoneel en een lid namens Defensie. Dit panel is uitgebreider aangezien naast de vraag over de blootstellingsgeschiedenis ook de vraag moet worden beantwoord of het niet toekennen zal leiden tot een onbillijke situatie. Voor het kunnen beantwoorden van deze vraag is andere kennis en achtergrond nodig. Het beoordelingspanel adviseert met meerderheid van stemmen waarbij elk lid een gelijkwaardige stem heeft. De beoordeling wordt mede gedaan aan de hand van de RIVM-rapporten en aanvullende gegevens verstrekt door de aanvrager of diens gemachtigde en Defensie. Het beoordelingspanel is bevoegd om voor de uitoefening van haar taak deskundigen te raadplegen.

20.  Zijn en waren er voldoende beschermingsmiddelen beschikbaar voor medewerkers die werken met Chroom-6?

Zie de antwoorden op de vragen 8, 9, 11 en 18.

21.  Is er toezicht op het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals adembescherming, wegwerp-overalls en handschoenen die op afroep beschikbaar zijn voor elke medewerker? Wie is verantwoordelijk voor het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen?

Commandanten van de eenheden en de feitelijk leidinggevenden op de werkvloer zijn primair verantwoordelijk voor het toezien op de juiste taakuitvoering en dus ook op het toepassen van de veiligheidsmaatregelen. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is één van die maatregelen, omdat dit afhankelijk is van menselijk handelen en omdat toezicht niet onfeilbaar is, willen we maatregelen hoger op de arbeidshygiënische strategie treffen. Deze PBM’s worden op basis van centraal door DMO afgesloten contracten afgeroepen en geleverd. Extern toezicht geschiedt door I-SZW.

22.  Wie is verantwoordelijk voor de concrete uitvoering van de risicobeheersing én het uitvoeren van de aanvullende maatregelen volgens het S-T-O-P-principe? Ligt die verantwoordelijkheid bij de commandanten?

Commandanten van de defensieonderdelen en van de uitvoerende eenheden zijn verantwoordelijk voor het veilig en gezond werken. Defensie heeft de verplichtingen van de werkgever zoals beschreven in de Arbowet, belegd bij de commandanten met de rol van decentraal werkgever (hoofd diensteenheid). Dit staat beschreven in een SG Aanwijzing. Zie ook het antwoord op vraag 13. Deze commandanten worden ook aangeschreven door I-SZW voor handhavingsbezoeken, zoals is gebeurd voor de Commandant Afdeling Techniek in Leusden, de commandant Logistiek Centrum Woensdrecht en de Directeur Maritieme Techniek in Den Helder. De brieven van I-SZW aan deze commandanten zijn gepubliceerd op de website defensie.nl. De commandanten worden bij de uitvoering van de risicobeheersing en bij het voldoen aan de wetgeving ondersteund door gecentraliseerde organisatie-elementen zoals de DMO en het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Dit betreft onder andere de inspanning om gevaarlijke stoffen te vervangen, de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen en het Preventief medisch Onderzoek.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,

Drs. B. Visser

BRON: TweedeKamer.nl

Deze brief zal in de Tweede Kamer aan de orde komen in een plenair debat dat gepland staat voor woensdag 30 juni 2021. Het debat over chroom-6 kan men later alsnog terugzien via Debat Gemist.

Nieuwe slachtoffers chroom-6-drama melden zich

2-6-2021

2-6-2021 | Sinds de presentatie van het aanvullend onderzoek naar de gevolgen van het werken met chroomhoudende verf gisteren, hebben zich achttien nieuwe slachtoffers gemeld bij letselschadespecialist Yme Drost uit Hengelo. Hij verwacht dat meer mensen zich zullen melden.

Door de hele defensieorganisatie heen heeft personeel tientallen jarenlang risico gelopen op blootstelling aan de kankerverwekkende stof chroom-6 in verf. De legerleiding liet met name in de jaren ’70 en ’80 na hen voldoende te beschermen. Vanaf de jaren ’90 werd de situatie beter, hoewel niet overal. Dat bleek gisteren bij de presentatie van de resultaten van het aanvullend onderzoek.

Drie jaar geleden al concludeerde het RIVM in een eerste rapport dat Defensie aansprakelijk is voor de gezondheidsklachten die medewerkers hebben opgelopen bij onder meer het verven en schuren van materieel. Maar dat onderzoek had uitsluitend betrekking op de vijf NAVO-depots – waaronder het POMS-depot in Aadorp – voor opslag en onderhoud van Amerikaanse voertuigen.

‘Gewacht op uitkomsten onderzoek’

“De mensen die zich nu bij mijn kantoor hebben gemeld, hebben gewacht op de uitkomsten van dit onderzoek”, vertelt Drost. “Het zijn mensen die eerder niet wisten of ze tot de groep slachtoffers behoorden of niet wisten of ze in aanmerking konden komen voor de schaderegeling. Nu ze in aanmerking lijken te komen voor de Regeling Uitkering Chroom-6 Defensie, komen ze waarschijnlijk ook in aanmerking voor de volledige schadevergoeding. Die mensen, die bellen nu op. Er zitten ook mensen bij die dit moment aangrijpen om te melden dat ze ook ziek zijn.”

De Regeling Uitkering Chroom-6 Defensie is de tweede schaderegeling. “Je had vroeger ook nog de Coulance Regeling”, zegt Drost. “Voor nu geldt dat iedereen die voor de nieuwe schaderegeling in aanmerking komt, ook wordt toegelaten tot de procedure om een volledige schadevergoeding te vorderen.”

Meer slachtoffers

De letselschadespecialist verwacht dat meer nieuwe slachtoffers zich bij zijn kantoor zullen melden. “Meestal gebeurt dat. De eerste dagen hebben mensen vaak nodig om alle informatie te verwerken en alles goed door te lezen. Dan hebben ze voor zichzelf ook antwoord op de vraag of ze wel of niet in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Het is nogal een dik rapport dat is verschenen, dus ik verwacht er nog wel een aantal.”

Bij het informatiepunt chroom-6 hebben zich inmiddels vierduizend mensen gemeld, van wie duizend (oud-)medewerkers van POMS-locaties. Staatssecretaris Visser van Defensie roept militairen en burgermedewerkers die denken ziek te zijn door chroom-6 op zich alsnog te melden bij het informatiepunt. Sinds 2015 heeft het ministerie 4,2 miljoen euro uitgekeerd aan slachtoffers van chroom-6. Ook kunnen er nog steeds individuele claims worden ingediend.

BRON: RTV Oost

Op alle defensielocaties was blootstelling aan chroom-6 mogelijk

31-5-2021

Door de hele defensieorganisatie heen, op alle defensielocaties, heeft personeel tientallen jaren lang risico gelopen op blootstelling aan de kankerverwekkende stof chroom-6 in verf. De legerleiding liet met name in de jaren 70 en 80 na hen voldoende te beschermen. Vanaf de jaren 90 werd de situatie beter. Dat blijkt uit een nieuw rapport waar het RIVM vandaag een toelichting op geeft.

Het nu gepresenteerde rapport: ‘Onderzoek naar blootstelling aan chroom-6 en arbeidsomstandigheden op Defensielocaties. Periode 1970-2015’ is het laatste onderzoek van een kwestie die de gemoederen al sinds de jaren tachtig bezig houdt. Medewerkers van Defensie die tussen 1984 en 2006 op vijf Navo-locaties het onderhoud van Amerikaans materieel verzorgden, merkten dat er opvallend veel collega’s ziek werden of vroeg overleden. Ze hadden vaak kanker. Na berichten over de giftigheid van de chroomhoudende verf waarmee zij jarenlang Amerikaanse tanks van een beschermende laag voorzagen, wilden ze er het fijne van weten.

Gevaren sinds 1973 bekend

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht sinds 2015 de gevolgen van werken met chroom-6 bij Defensie. De eerste resultaten waren in begin juni 2018 glashelder: bij langdurige blootstelling kan chroom-6 long-, neus-, neusbijholte- en maagkanker veroorzaken, concludeerde het RIVM. Ook kan het leiden tot eczeem, allergische astma en rhinitis, chronische longziekten of een perforatie van het neustussenschot. In een onderzoek later kwam daar strottenhoofdkanker bij.

De gevaren waren al sinds 1973 bekend. Dat er niks mee werd gedaan, lag volgens het RIVM aan de wens te kunnen blijven werken. De vrees was dat de onderhoudslocaties zouden worden gesloten als Defensie de Amerikanen om meer geld vroeg voor veiligheidsmaatregelen.

Pas maatregelen sinds jaren ’90

Volgens het RIVM schoot Defensie ernstig tekort door werknemers decennialang bloot te stellen. Vooral spuiters, lassers of meewerkende voormannen op de Navo-werkplaatsen liepen gevaar. Voor mensen die op kantoor werkten, was de kans op blootstelling ‘verwaarloosbaar’. Pas medio jaren ’90 nam Defensie maatregelen om personeel te beschermen, zoals maskers.
Defensie bood excuses aan. Slachtoffers en nabestaanden kregen in elk geval 3850 euro uitgekeerd en, afhankelijk van de ernst van de ziekten, tussen de 5000 en 40.000 euro smartengeld.

BRON: dagblad Tubantia en RTL-Nieuws

Reactie op het gepresenteerde rapport via RTVOost.nl

Slachtoffers en nabestaanden wachten op laatste hoofdstuk chroom-6

12-5-2021

Zeven jaar nadat het RIVM begon aan onderzoek naar de chroom-6-affaire wachten nog altijd honderden slachtoffers en nabestaanden op het laatste hoofdstuk. “Het is beschamend”, stelt letselschadespecialist Yme Drost uit Hengelo, die zaken van zo’n 250 mensen behartigt. “Nee, het is zelfs misdadig”, stelt slachtoffer Theo Even uit Losser. Aldus een artikel in het dagblad Tubantia.

In 2014 begon het RIVM met onderzoek naar een van de grootste arbeidsschandalen bij Defensie. Medewerkers van de zogeheten POMS-locaties (NAVO-depots) in Brunssum, Eygelshoven, Coevorden, Ter Apel en Vriezenveen bleken ernstig ziek te zijn geworden van contact met de coating CARC waarin het giftige chroom-6 zat. Vier jaar later legde het RIVM bloot dat het ministerie al sinds 1973 wist hoe gevaarlijk de verf is, maar dat ze naliet medewerkers te informeren en beschermende maatregelen te nemen. Staatssecretaris Barbara Visser bood haar excuses aan. Het personeel kan sindsdien een schadevergoeding claimen.
Theo Even is een van de 250 slachtoffers van deze chroom-6-affaire. Hij hoorde bij de klokkenluiders die de zaak aan het rollen brachten en kon vervolgens ook Yme Drost van informatie voorzien. Hij had allerlei belastend materiaal verzameld en in een doos bewaard voor het juiste moment. (zie ons dossier hierover).

‘Case closed?’

Maar het boek van het drama is nog altijd niet dicht. In Losser slikt Theo Even (70) dagelijks zijn indrukwekkende dosis medicijnen, die hem op de been houden. 25 tabletten heeft hij nodig en ze herinneren hem steeds weer aan hoe hij als 17-jarige jongen op de Vliegbasis Twenthe bezig was met afbijten, voorbewerken en spuiten van straaljagers.
“We zijn blootgesteld aan allerlei invaliderende stoffen, waaronder chroom-6”, vertelt hij. Dat gebeurde in wat hij de ‘giftige hangar’ is gaan noemen. Nu heeft hij tal van chronische aandoeningen en een auto-immuunziekte. Hij – en met hem meer mensen die op de vliegbasis hebben gewerkt – wachten nog altijd op het laatste hoofdstuk van het RIVM.
Even doet er alles aan om de aandacht ervoor niet te laten verslappen. Zo stuurt hij belangstellenden en leden van de Tweede Kamer geregeld brieven, zoals nog maar onlangs onder de titel ‘Ik wil het wel vergeten, maar het lukt niet’. Ook probeerde Even het RIVM-rapport al eerder in handen te krijgen. Hij deed daarvoor een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, zodat hij het concept alvast zou kunnen zien.

Voortgang

Het allerlaatste chroom-6-onderzoek waar mensen als Even op wachten is al wel klaar, weet de Lossenaar. Het is uitgesteld en uitgesteld en weer wat aangepast, en ligt nu bij het ministerie van Defensie om voorzien van de reactie van Visser naar de Tweede Kamer te worden gestuurd. Visser verwacht dat het in juni zover is.
Net als Even kijkt ook letselschadespecialist Yme Drost reikhalzend uit naar het laatste rapport van het RIVM. Hopelijk biedt het hem dan meer handvatten om voor zijn cliënten reële schadevergoedingen te vragen. Wel tekent Drost daarbij aan dat veel ten onrechte niet uitgezocht blijft, zoals de schadelijkheid van andere giftige stoffen waar het personeel mee moest werken. Als voorbeeld noemt hij vliegtuigbrandstof dat voor schoonmaakwerkzaamheden werd gebruikt.
De afgelopen jaren werd al duidelijk dat de inzichten daarover veranderen. Een voorbeeld daarvan is het ontstaan van strottenhoofdkanker. Aanvankelijk werd de kans hierop als gevolg van chroom-6 zo goed als afwezig geacht. Maar nieuw onderzoek in 2019 veranderde dat inzicht: chroom-6 wordt er nu van verdacht ook deze ziekte bij mensen te kunnen veroorzaken.

Belangrijk

Yme Drost legt uit waarom het rapport zo van belang is. Dit onderzoek richtte zich op alle andere locaties van Defensie waar medewerkers ook met chroom-6 in aanraking zijn gekomen, waaronder vliegbasis Twenthe. Als het goed is geeft het rapport per functie en werkplek weer in welke mate mensen zijn blootgesteld.
Er is nog een ander belangrijk aspect. Drost zegt dat er mogelijk een herziening komt van de aandoeningen die erkend worden als zijnde een gevolg van onvoldoende beschermd werken met deze giftige stof. Dan wordt de groep voor wie het van betekenis is nog groter: namelijk iedere betrokken, ongeacht of die nu op een POMS-site werkte of niet.
Drost zegt dat hij op dit moment weinig meer kan doen dan het rapport en de reactie van de staatssecretaris Visser afwachten. Het beroep op de Wet openbaarheid van bestuur door Theo Even werd afgewezen. De motivering per brief luidde dat onderzoek in vertrouwelijkheid moet kunnen plaatsvinden om de kwaliteit ervan te waarborgen. Bovendien duurt het nog maar even en dan kan het maatschappelijke debat losbarsten.
Even verwijst nog naar de commissie-Heerts die in opdracht van het kabinet onderzocht hoe de afhandeling van beroepsziekteclaims kan worden vereenvoudigd. Heerts constateerde dat mensen die ziek zijn geworden door werk waarbij ze zijn blootgesteld aan schadelijke stoffen ‘snel en zonder hoge drempels’ een beroep kunnen doen op een financiële tegemoetkoming. Staatssecretaris Visser wil dat bezien.

BRON: Tubantia.nl

Uitstel reactie op RIVM-onderzoek blootstelling chroom-6

26-4-2021

Staatssecretaris Barbara Visser meldt dat de beleidsreactie op het RIVM-onderzoek naar blootstelling aan chroom-6 en arbeidsomstandigheden op defensielocaties later komt dan verwacht. De Eerste Kamer heeft eenzelfde brief gekregen.

In de brief van 16 februari 2021 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 84) had de staatssecretaris gemeld dat ze naar verwachting eind april 2021 de rapportages van het RIVM aangaande het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op alle defensielocaties, de daaropvolgende conclusies en aanbevelingen van de paritaire commissie en haar beleidsreactie ter zake zou sturen.

De voorzitter van de Paritaire Commissie die verantwoordelijk is voor de begeleiding van het RIVM-onderzoek heeft aan de staatssecretaris gemeld via een bijgevoegde brief dat de Paritaire Commissie op 13 april 2021 de definitieve rapportage van het RIVM aangaande het onderzoek heeft ontvangen. In de oorspronkelijke planning was dit eerder voorzien. Bij de bespreking van de concept onderzoeksresultaten begin 2021 heeft de Paritaire Commissie echter nog een aantal aanvullende vragen aan het RIVM gesteld. Ook heeft de Paritaire Commissie een aantal suggesties gedaan met betrekking tot de toegankelijkheid en de leesbaarheid van de rapportage. De verwerking hiervan heeft tijd gekost.

Na ontvangst van de conclusies en de aanbevelingen van de Paritaire Commissie en de rapporten van het RIVM, zal staatssecretaris Visser nog enige tijd nodig hebben voor het opstellen en het interdepartementaal afstemmen van de Kabinetsreactie.

BRON: Rijksoverheid.nl

Defensie onderzoekt nogmaals compensatieregeling chroom-6

3-12-2020

Defensie laat nog eens kijken naar de compensatieregeling voor werknemers die ziek zijn geworden door het kankerverwekkende chroom-6. Dat onderzoek moet in het voorjaar klaar zijn, zei staatssecretaris Barbara Visser op 30 november 2020 in de Tweede Kamer. Daar werd besproken of de compensatieregeling moet worden uitgebreid.

Volgens de bewindsvrouw zal onderzocht worden hoe de regeling zich verhoudt tot andere rijksbrede schaderegelingen. Ook wordt gekeken naar het voorstel dat de commissie-Heerts in mei van dit jaar deed. De onderzoekscommissie keek naar hoe mensen met beroepsziekten sneller een schadevergoeding kunnen krijgen.

Volgens Heerts moeten mensen die ziek zijn geworden doordat ze met gevaarlijke stoffen werken “snel en zonder hoge drempels” een compensatie uit een fonds krijgen. Waar de rechter op dit moment beslist of iemand recht heeft op een schadevergoeding, moet dat volgens de onderzoekscommissie door een panel van experts worden gedaan.

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil ook dat Defensie een onafhankelijk onderzoek laat uitvoeren naar wat de gevolgen zijn als alle militairen die zijn blootgesteld aan chroom-6 het recht op een uitkering krijgen. Mevrouw Visser is bereid hiernaar te kijken.

Op 17 november 2020 ontving de Tweede Kamer een brief van de staatssecretaris over de voortgang van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de defensielocaties. Deze brief is gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid.

Het kabinet heeft inmiddels een schadefonds van 62,5 miljoen euro opgetuigd. In reactie daarop stelt het dagblad 1Limburg, dat geld nooit kan goedmaken wat kapot is. Toch hopen oud-medewerkers van POMS-sites in Brunssum en Eygelshoven dat er voor alle slachtoffers van chroom-6 verf een compensatie komt. Net zoals dat werd geregeld voor honderden (ex-)medewerkers van de NS-werkplaats in Tilburg.

BRON: nu.nl en 1limburg.nl

‘Ruimhartige schadevergoeding slachtoffers chroom-6’

6-10-2020

Provincie in de bres voor slachtoffers chroom-6

Alle oud-medewerkers van de POMS-sites die ziek geworden zijn van het kankerverwekkende chroom-6, moeten een ruimhartige en generieke schadevergoeding krijgen. Dat vinden de Provinciale Staten van Limburg, aldus het dagblad De Limburger.

Een motie van SP-statenlid Yolanda Claessens daarover werd bijna unaniem aangenomen. Het provinciebestuur wordt opgedragen om daar bij staatssecretaris Barbara Visser van Defensie (VVD) ‘met klem op aan te dringen’. Op 26 oktober a.s. wordt de defensiebegroting behandeld in de Tweede Kamer.

In de motie wordt erop gewezen dat vooral de arbeiders van de vijf zogenoemde POMS-depots zijn blootgesteld aan de giftige stoffen, zonder dat er afdoende veiligheidsmaatregelen waren genomen. Twee van die depots lagen in Brunssum en Eygelshoven.

“In Limburg zijn best wel veel mensen ziek geworden. Maar sommigen moeten eerst maar eens bewijzen dat ze ziek geworden zijn door het werken met die stoffen. En dat is onverteerbaar”, zo vindt Claessens. Daarom haar pleidooi voor een breed schadefonds.

Gesprek met staatssecretaris

Gedeputeerde Ruud Burlet (Forum voor Democratie) zegde toe bereid te zijn om ‘onze Limburgse zorgen’ onder de aandacht te brengen bij de staatssecretaris. Maar tegelijk benadrukte hij dat de provincie daar zelf verder geen rol in heeft. Burlet noemde het een zaak tussen Defensie en zijn medewerkers, vertegenwoordigd door de bonden. ‘Ik heb geen aanwijzingen dat het proces niet zorgvuldig verloopt’.

De PVV was één van de tien partijen die de SP-motie ondersteunde. “Hoewel de uitvoering op een ander niveau ligt, is de strekking van de motie erg sympathiek. Het is prima de betrokkenen een hart onder de riem te steken”, aldus de PVV.
De VVD stemde als enige partij tegen de motie. De partij vroeg zich af wat een ruimhartige en generieke schadevergoeding inhoudt. En of er zo niet mensen geld krijgen die er eigenlijk geen aanspraak op hebben.

BRON: de limburger.nl en 1limburg.nl

Kamerbrief over chroom-6

10-8-2020

Afgelopen maand informeerde Staatssecretaris mevrouw Barbara Visser namens het Ministerie van Defensie de beide Kamers over de gedane toezeggingen naar aanleiding van het algemeen overleg personeel van 18 juni 2020 inzake chroom-6.

Bij dat overleg had zij, mede naar aanleiding van vragen van het kamerlid Karabulut (SP), de Kamers toegezegd hen nader te informeren over de opzet en de voortgang van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de defensielocaties anders dan zogenaamde POMS-locaties door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

In de brief informeerde zij de Kamers ook over de stand van zaken per 15 juni van het aantal ontvangen meldingen, aanvragen tegemoetkomingen en aanvragen uitkeringen en claims in relatie tot chroom-6. Tenslotte ging ze in op enkele overige zaken gerelateerd aan gevaarlijke stoffen en chroom-6.

De volledige tekst van deze Kamerbrief is gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid en voor belangstellenden te lezen via deze link: Kamerbrief uitvoering toezeggingen uit algemeen overleg Personeel over chroom-6.

Bijna niemand kreeg uitkering voor gezondheidsklachten door chroom-6

25-7-2020

Slechts 9 oud-deelnemers aan het tROM-project in Tilburg hebben een financiële vergoeding gekregen voor gezondheidsklachten die ze door chroom-6 hebben opgelopen. Van de 81 ingediende verzoeken aan de onafhankelijke commissie chroom-6 zijn er 41 afgewezen. Nog 50 slachtoffers wachten op de uitslag van de commissie. Sommige van hen wachten al bijna anderhalf jaar.

Vorig jaar februari werd bekend dat de gemeente en NedTrain verantwoordelijk zijn voor het leed van 800 Tilburgse werklozen, die in ruil voor hun uitkering oude treinstellen met de hand moesten schuren. In de verf van die treinstellen zat het kankerverwekkende chroom-6. Inmiddels hebben 718 van de 800 deelnemers wel een eenmalige vergoeding gekregen van ruim 7000 euro.

Die uitkering kon verhoogd worden als de oud deelnemers konden aantonen dat hun gezondheidsklachten door het werken met chroom-6 veroorzaakt werden. Maar blijkbaar is dat niet makkelijk aan te tonen. Slechts negen mensen kregen een uitkering. Advocaat Rob Milo uit Tilburg, die een aantal slachtoffers juridisch bijstaat, heeft de gemeente diverse malen gewezen op de onredelijke vertraging bij de afwikkeling. Milo: “Ik heb in een aantal zaken waarin het verzoek werd afgewezen en het bezwaar niet ontvankelijk werd verklaard, beroep ingesteld bij de rechtbank.”

Kanker en longaandoeningen

Eerder werd al duidelijk dat chroom-6 tot verschillende vormen van kanker kan leiden en tot longziekten. Onlangs voegde het RIVM aan het rijtje strottenhoofdkanker toe. Van andere aandoeningen, waaronder auto-immuunziekten, kon het RIVM niet aantonen dat dit door het werken met chroom-6 komt.

Slachtoffers van chroom-6 die geen vergoeding via de onafhankelijke commissie krijgen kunnen ook altijd nog proberen dat via de gemeente wel te krijgen. Dat gaat dan via de verzekering van de gemeente. Volgens advocaat Rob Milo gaat dat dan niet alleen over chroom-6 maar ook over andere gevaarlijke stoffen zoals asbest waar de mensen ook mee gewerkt hebben.

BRON: Omroep Brabant

Cassatie Defensie tegen chroom-6-arrest

12-6-2020

Defensie in cassatie tegen chroom-6-arrest

Het ministerie van Defensie gaat in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof in Den Bosch in de chroom-6-zaak van advocaat Rob Bedaux. Defensie wil zo meer duidelijkheid krijgen over de strekking en reikwijdte van de uitspraak. Dat meldt het dagblad De Limburger.

De Heerlense advocaat Bedaux boekte begin maart een belangrijke overwinning: het hof vonniste toen dat het de Staat aansprakelijk acht voor de gezondheidsschade die vier oud-medewerkers van de zogeheten POMS-sites hadden opgelopen door blootstelling aan chroom-6-stof. Zo hebben ze recht op een individuele schadevergoeding. De precieze hoogte zou in een vervolgprocedure, welke intussen al loopt, moeten worden bepaald.

Bedaux vecht al jaren voor gerechtigheid namens ruim honderd cliënten die ziek werden doordat Defensie hen te weinig beschermd liet werken met kankerverwekkende verf. Hij sprak in maart al van ‘een oordeel met grote precedentwerking’. Dat laatste punt is voor Defensie een belangrijke overweging om ’s lands hoogste rechtscollege nog eens naar het vonnis te laten kijken.

Meer duidelijkheid

Volgens het ministerie moet de hoogte van de werkelijk geleden (im)materiële schade worden vastgesteld aan de hand van het medisch dossier van de betrokkenen en informatie van de ex-werknemer zelf. “Over wat dit in de praktijk betekent voor de beoordeling van de letselschadezaak, laat het Hof echter ruimte voor interpretatie”, aldus Defensie. Verder wil men weten in hoeverre het arrest ook gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld andere (overheids)werkgevers.

“Wij willen verduidelijking over wat precies de strekking is van de uitspraak, om deze vervolgens goed te kunnen toepassen. Daarom tekenen we cassatie aan. Niet om de uitbetaling van claims te voorkomen of te vertragen, maar juist om verkeerde verwachtingen en nieuwe rechtszaken tegen te gaan”, aldus een woordvoerster van het ministerie.

Compensatie gaat door

Het ministerie benadrukt dat de zaak van Bedaux’ vier cliënten tijdens de cassatieprocedure ook niet zal stilliggen. “We gaan door met beoordelen welke schade zij hebben geleden door de schending van onze zorgplicht. Die schade zal ook worden vergoed. Bovendien zullen wij eventuele kosten die de vier oud-medewerkers moeten maken in de cassatieprocedure voor hen betalen”.

Zonder de toelichting van Defensie was ook Bedaux er al vanuit gegaan dat de lopende afwikkeling van de individuele compensatie aan zijn vier cliënten door de cassatie niet in gevaar komt, zoals het Hof ook heeft verzekerd. Bedaux heeft zijn voorstel inmiddels ingestuurd, maar nog geen antwoord gekregen. De gevraagde compensatie loopt opgeteld in de tonnen.

BRON: De Limburger

Cassatie Defensie tegen chroom-6-arrest

7-4-2020

‘Onderzoek RIVM chroom-6 zwaar teleurstellend’

“Zwaar teleurstellend”, dat vindt letselschade-expert Yme Drost van het onderzoeksrapport dat het RIVM maandagochtend heeft gepresenteerd over het werken met de schadelijke stof chroom-6. “We wachten al zo lang op dit rapport en dan komen ze hiermee. Ik vind het echt heel teleurstellend”, zegt Drost.

Drost staat zo’n 300 oud-defensiemedewerkers bij die klachten hebben of ernstig ziek zijn geworden van het werken met chroom-6. De schadelijke stof werd van 1984 tot 2006 gebruikt op zogenaamde POMS-locaties (onder andere in Coevorden en Ter Apel), waar Amerikaanse materieel werd onderhouden. De stof chroom-6 zat vooral in de grondverf waar mee werd gewerkt.

Strottenhoofdkanker

Belangrijkste conclusie van dit nieuwe rapport van het RIVM is dat chroom-6 de veroorzaker kan zijn van strottenhoofdkanker. De ziekte is daarom opgenomen op de chroom-6-ziektelijst. Oud-defensiepersoneel dat de ziekte heeft opgelopen op de POMS-werkplaatsen maakt daardoor aanspraak op een schadevergoeding.

Drost had verwacht dat het RIVM vandaag meer duidelijkheid zou geven over andere ziektebeelden zoals nierkanker, wat volgens hem veel voorkomt onder militairen. “In de Amerikaanse literatuur is daar veel over geschreven en wordt bijvoorbeeld ook procentueel aangegeven hoeveel kans iemand heeft om de ziekte op te lopen. Daar wordt in dit onderzoek helemaal niks over gezegd. Dat vind ik vreemd”, zegt Drost.

Drost had vanochtend al meerdere boze oud-militairen aan de lijn. “Ze snappen niet waarom het RIVM zo lang bezig is geweest met dit onderzoek en vervolgens met deze resultaten komt. We zijn zelf ook nog bezig met een onderzoek. Een aantal medische specialisten werkt daar aan. Dat moet wel zorgvuldig gebeuren, dus het kan nog wel even duren voor dat die resultaten naar buiten komen.”

Nog een onderzoek

Het RIVM blijft volgen of er nieuwe wetenschappelijke aanwijzingen zijn voor een verband tussen chroom-6 en ziekten. Later dit jaar worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd over het gebruik van chroom-6 door Defensie op andere locaties dan de POMS-werkplaatsen.

BRON: RTV Drenthe

CARC-onderzoek op POMS-locaties afgerond

6-4-2020

Ook schadevergoeding voor defensiemedewerkers met strottenhoofdkanker door chroom-6

De onderzoeksresultaten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar CARC op POMS-locaties, zijn vanochtend, 6 april 2020, openbaar gemaakt via de website van het Informatiepunt Chroom-6. Uit het onderzoek blijkt dat (oud-)medewerkers die met CARC werkten op de POMS-locaties, gezondheidsrisico’s hebben gelopen.

In een nieuwsbrief laat het RIVM weten dat uit het onderzoek blijkt dat HDI uit CARC in verband gebracht kan worden met verschillende ziekten. Het RIVM heeft bepaald in hoeverre oud-medewerkers op de POMS-locaties zijn blootgesteld aan HDI, zodat nu het risico voor elk van de functies op de POMS-locaties beoordeeld kan worden.
Het RIVM geeft aan dat defensiepersoneel op de POMS-locaties blootgesteld kan zijn aan HDI bij werkzaamheden met CARC (zoals verf spuiten en mengen of het schoonmaken van de verfspuit), of bij werkzaamheden aan materiaal dat was behandeld met CARC (bijvoorbeeld door stralen, schuren en lassen). Van alle functies zijn de spuiters het hoogst blootgesteld, laat het RIVM weten.
HDI kan via inademing astma, rhinitis en conjunctivitus veroorzaken, als ook de longaandoening hypersensitivity pneumonitis. Via direct contact van HDI met de huid kan het leiden tot contacteczeem. Er zijn geen aanwijzingen dat HDI kankerverwekkend is.

HDI hoogste prioriteit

De afgelopen jaren deed het RIVM, in opdracht van Defensie, onderzoek naar de blootstelling van oud-medewerkers van de POMS-locaties aan de stof HDI, dat in CARC aanwezig is. HDI, waarvan al eerder bekend werd dat het allergie-veroorzakende eigenschappen heeft, kwam in relatief hoge gehalten voor in alle typen CARC die op de POMS-locaties waren gebruikt in de periode 1987-2006. Om die reden kreeg de stof HDI de hoogste prioriteit in het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van CARC.

Het RIVM maakt nu bekend dat de ziekteverschijnselen tot één jaar na blootstelling konden optreden en werknemers nu dus niet meer ziek kunnen worden door eerdere blootstelling aan HDI op de POMS-locaties. Letselschadespecialist Yme Drost, die chroom-6- en CARC-slachtoffers bijstaat, is verbaasd: “Als HDI alleen schadelijke effecten heeft binnen een jaar na blootstelling, waarom hebben we dan zo lang moeten wachten op de resultaten van dit onderzoek?”

Er is onvoldoende informatie beschikbaar van andere stoffen uit CARC, zegt het RIVM. Om die reden is onderzoek naar blootstelling niet mogelijk en kan ook geen uitspraak worden gedaan of het mogelijk is dat werknemers op de POMS-locaties ziek kunnen zijn geworden door andere stoffen uit CARC. Het RIVM laat weten dat met dit onderzoek naar HDI uit CARC, het onderzoek naar het gebruik van CARC op de POMS-locaties daarom is afgerond.

Strottenhoofdkanker door chroom-6

Naast de resultaten van het CARC-onderzoek, maakt het RIVM in dezelfde nieuwsbrief bekend dat het opnieuw heeft gekeken naar ziekten die veroorzaakt kunnen worden door chroom-6. Hieruit blijkt dat strottenhoofdkanker toegevoegd moet worden aan de lijst van ziekten die veroorzaakt kunnen worden door blootstelling aan chroom-6. Voor strottenhoofdkanker is een risicobeoordeling gedaan voor de blootstelling op de POMS-locaties. ‘Het blijkt dat oud-medewerkers inderdaad zodanig aan chroom-6 zijn blootgesteld, dat zij deze ziekte gekregen kunnen hebben, of eventueel nog kunnen krijgen.’, staat in de nieuwsbrief.

Ziekten die al bekend waren, zijn longkanker, maagkanker, neus- en neusbijholtekanker, luchtwegallergieën (waaronder astma en rhinitis), chronische longziekten (zoals COPD), zweren in de neus die het neustussenschot aantastten en contacteczeem. Een aanwijzing voor het verband tussen blootstelling aan chroom-6 en afbrokkelende tanden is niet gevonden.
Letselschadespecialist Yme Drost vindt deze uitkomst opmerkelijk: “Neuskanker en darmkanker, en nu ook strottenhoofdkanker, staan op deze lijst. Maar wat ertussen zit niet, zoals slokdarmkanker. Dat wordt niet erkend en dat is teleurstellend.”

Persoonlijk Gezondheidskundig Consult

Betrokkenen, zoals (oud-)medewerkers, kunnen gebruik maken van een Persoonlijk Gezondheidskundig Consult als aanvullende voorziening voor nazorg. Defensie neemt de kosten van dit consult voor haar rekening. Oud-POMS-medewerkers die hiervoor in aanmerking komen, kunnen een aanvraag indienen bij het Informatiepunt Chroom-6. Als het consult leidt tot een doorverwijzing voor nader medisch onderzoek, dan vergoedt Defensie het verplichte eigen risico van de zorgverzekering. Het consult vindt plaats bij de Polikliniek Mens en Arbeid van het Universitair Medisch Centrum Amsterdam.

Yme Drost heeft zijn bedenkingen hierover. “Je krijgt dus alleen maar een vergoeding als je gebruik maakt van het Persoonlijk Gezondheidskundig Consult, dat aangeboden wordt door Defensie. Als je zelf – op verwijzing van de huisarts – naar een medisch specialist gaat om te laten onderzoeken of je een chroom-6-gerelateerde aandoening hebt, krijg je dus geen vergoeding van het eigen risico meer,” stelt hij. “Feitelijk leidt dat tot een uitkleding van de vergoeding van het eigen risico en moet je dus naar Amsterdam.”

Geen epidemiologisch onderzoek

Het RIVM heeft gekeken of het mogelijk is om een epidemiologisch onderzoek te doen. Hiermee zou vastgesteld kunnen worden of bepaalde ziekten of gezondheidsklachten vaker voorkomen bij mensen die zijn blootgesteld aan chroom-6, dan bij mensen die hier niet mee werkten. De conclusie van het RIVM is dat dit niet haalbaar is omdat Defensie niet over voldoende gegevens voor dit onderzoek beschikt. Drost vindt dit vreemd: “Het kan toch niet zo zijn dat een groot deel van het (oude) personeelsbestand van Defensie weg is?”

Coronavirus

Het bekendmaken van de onderzoeksresultaten werd eerder uitgesteld vanwege de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Toch heeft Defensie besloten om nu de resultaten openbaar te maken. ‘Alles afgewogen vindt Defensie het vooral belangrijk betrokkenen toch zo spoedig en volledig mogelijk te informeren en duidelijkheid te geven’, staat er op de website van het informatiepunt.
De informatiebijeenkomsten voor oud-POMS-medewerkers worden vanwege het coronavirus nog niet georganiseerd. Zodra dit weer mogelijk is, worden nieuwe data voor bijeenkomsten gepland.

Wat is CARC?

CARC staat voor Chemical Agent Resistant Coating; een toplaag over de grondverf. CARC is de naam van het product en niet van een stof. In CARC zitten meerdere stoffen, zoals kleurstoffen, oplosmiddelen en bindmiddelen. In CARC heet het bindmiddel polymeer hexamethyleen diiscocyanaat (HDI).
Op de POMS-locaties van Defensie (waar militair materieel werd opgeslagen en onderhouden) is vaak gewerkt met chroom-6 in combinatie met CARC. Door CARC te gebruiken, kunnen chemische strijdmiddelen makkelijker van materieel verwijderd worden, zonder dat de verf wordt aangetast. Als CARC is aangebracht op een grondlaag van chroom-6-houdende verf, kan bij het verwijderen van de coating (door middel van bijvoorbeeld schuren of slijpen), de chroomhoudende verflaag vrijkomen, met gezondheidsrisico’s tot gevolg.

Kamerbrief

Vandaag stuurde Staatssecretaris Barbara Visser de Tweede Kamer een brief met beleidsreactie op de RIVM-onderzoeken Chroom-6 en CARC Defensie. De Eerste Kamer heeft eenzelfde brief gekregen. De bijlage bij deze brief bevatte de Aanbiedingsbrief met conclusie en adviezen van de Paritaire Commissie Defensie van het onderzoek in de tweede fase van de problematiek rondom Chroom-6 bij Defensie. Zowel de Kamerbrief als de bijlage zijn gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid.

Meer informatie over chroom-6 en CARC leest u in ons dossier met hierin alle berichten over het onderwerp.

Geplande voorlichtingsbijeenkomsten chroom-6 opgeschort

24-3-2020

Geplande voorlichtingsbijeenkomsten schuiven op vanwege corona

In februari hebben medewerkers, oud-medewerkers van de POMS-locaties en nabestaanden een uitnodiging van de staatssecretaris van Defensie ontvangen. Hiermee nodigde zij hen uit voor de presentatie van onderzoeksresultaten van het RIVM en voor een inloopkantine op 25 of 26 maart. Ook zouden de maatregelen die getroffen gaan worden, aan bod komen. Tijdens de inloopkantine hadden aanwezigen verder de gelegenheid om persoonlijk vragen te stellen aan de aanwezige instanties en organisaties. Een groot aantal (oud-)medewerkers en enkele nabestaanden van de POMS hadden zich aangemeld voor een van de twee voorlichtingsbijeenkomsten.

Afgelopen dagen zijn landelijke maatregelen afgekondigd in de strijd tegen de verdere verspreiding van het coronavirus. Daarom is besloten om de voorlichtingsbijeenkomsten over chroom-6 op dit moment niet door te laten gaan. “Dat betreurt iedereen natuurlijk zeer, maar deze beslissing moest genomen worden. We vertrouwen erop dat u begrip heeft voor deze onvoorziene situatie en het genomen besluit. We hadden graag de gelegenheid gehad de aanwezige (oud-)medewerkers en nabestaanden zelf te kunnen spreken en hun vragen persoonlijk te beantwoorden,” staat op de website van het Informatiepunt Chroom-6. Het is de bedoeling de bijeenkomsten op een later moment te laten plaatsvinden. Daarover volgt informatie zodra dat kan.

Bekendmaking onderzoeksresultaten

Alle (oud-)medewerkers van de POMS-locaties en nabestaanden, die zich hebben laten registreren bij het Informatiepunt Chroom-6, worden binnenkort geïnformeerd over het moment dat de resultaten van de onderzoeken en de voorgenomen maatregelen openbaar worden gemaakt. Alle informatie daarover komt ook op de website van het Informatiepunt Chroom-6 te staan.

Voor vragen is het Informatiepunt Chroom-6 Defensie ook bereikbaar via:

  • E-mail: infoc6&[email protected].
  • Telefoon: 070 376 5476 (bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur).
  • Postadres: CAOP/Ondersteuningsteam C6&CARC, Postbus 556, 2501 CN Den Haag.

BRON: Informatiepunt Chroom-6

Staat aansprakelijk schade chroom-6

11-30-2020

Staat aansprakelijk voor geleden schade door chroom-6

Het gerechtshof in Den Bosch heeft op dinsdag 10 maart 2020 de Staat aansprakelijk gesteld voor de gezondheidsschade die vier voormalige defensiemedewerkers hebben opgelopen door blootstelling aan de kankerverwekkende stof chroom-6. De voormalige onderhoudsmonteurs kunnen hun geleden schade claimen bij Defensie. 

Vier voormalige onderhoudsmonteurs van defensie kunnen de werkelijk geleden schade gaan claimen die zij hebben opgelopen door blootstelling aan het giftige chroom-6. Tot nu toe hield defensie het bij een compensatieregeling met maximale bedragen van 5.000 tot 40.000 euro. Daarnaast was er de mogelijkheid van een schadevergoeding van hoogstens 3850 euro.

Kostenposten

Vandaag heeft het gerechtshof in Den Bosch bepaald dat de vier daarbovenop bij de rechter hogere schadevergoedingen kunnen eisen. Daarbij gaat het volgens hun advocaat Rob Bedaux om kostenposten als het jaarlijks moeten aanspreken van het eigen risico, het inhuren van medisch adviseurs en het niet meer kunnen werken in de tuin. De exacte hoogte van de vergoedingen moet nog bij de rechter worden vastgesteld. Eerder had de rechtbank in Maastricht de ex-ambtenaren niet ontvankelijk verklaard.

NAVO-bases

De vier voormalig onderhoudsmonteurs werkten tussen 1984 en 2006 op NAVO-bases in Nederland, waar zij bij onder meer schuurwerkzaamheden werden blootgesteld aan kankerverwekkende chroom-6-verf. Defensie erkent dat zij mogelijk daardoor ziek zijn geworden, dat zij onvoldoende zijn beschermd en niet zijn ingelicht over de gezondheidsrisico’s.
De oud-medewerkers hebben daarvoor recent compensatie gekregen, afhankelijk van de aard van hun persoonlijke klachten. Maar daar wilde het ministerie het bij laten, in lijn met de standaardregeling die was afgesproken na een onderzoeksrapport van het RIVM over de kwestie.

Geen collectieve schadevergoeding

Op een ander belangrijk punt ving advocaat Bedaux echter bot: er komt geen collectieve schadevergoeding voor een grote groep die buiten de defensie-criteria vallen en dus tot nu toe geen enkele vergoeding kunnen claimen. Een stichting die Bedaux vertegenwoordigt, had dat gevraagd. Maar het hof vindt dat niet van alle betrokkenen vaststaat dat ze in dezelfde mate zijn blootgesteld aan chroom-6.

De volledige tekst van de uitspraak van het gerechtshof kunt u inzien op de website van de Rechtspraak.

BRON: NOS

Sinds 2012 alternatief chroom-6-verf

11-1-2020

In 2012 al alternatief voor chroom-6 verf

De Nederlandse verffabrikant AkzoNobel heeft Defensie al in 2012 gewezen op een chroomvrije verf die gebruikt zou kunnen worden, in plaats van een verf waar de giftige stof chroom-6 in zit. Enige tijd geleden bleek uit berichtgeving van Nieuwsuur dat Defensie in dat jaar een verf invoerde met een hoger percentage chroom-6 dan de oude verf die uit het assortiment verdween.

Uit een mail van AkzoNobel aan Defensie, dat in handen van Nieuwsuur terecht kwam, bleek dat de verffabrikant Defensie in 2012 al wees op een chroomvrije verf. “De Aerodur2100MgRP ondergaat kwalificatietesten (…) maar dit duurt allemaal zeer lang. Derhalve zijn Noorse en Italiaanse luchtmacht een eigen kwalificatietraject ingegaan en gebruiken chromaat vrij met 2100 MgRP op alle air frames”, zo schrijft AkzoNobel aan de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Dit onderdeel van Defensie is verantwoordelijk voor het certificeren van verf die door Defensie wordt gebruikt.

Zelf verf certificeren

In eerdere uitzendingen van Nieuwsuur zeiden generaal Nico van der Zee (directeur Veiligheid bij Defensie) en generaal-majoor Mario Verbeek dat ze geen andere verf konden gebruiken omdat deze verplichte certificering ontbrak. “Als ik morgen een alternatief zou hebben, dat betekent gecertificeerd volgens de luchtvaarteisen, dan voer ik het meteen in”, aldus Verbeek.
Maar directeur Luchtvaartsystemen Han Schoorlemmer van DMO zei daarop in een interview met Nieuwsuur dat Defensie ook zelf deze certificering kan verzorgen. “Wij kunnen zelf verf certificeren. We doen daar onderzoek naar, dienen een plan in en dan moet het worden goedgekeurd door de Militaire Luchtvaartautoriteit.”

Testen chroomvrije verf

Wat er zes jaar geleden is gebeurd met het bericht van AkzoNobel over de chroomvrije verf wist Schoorlemmer niet. “Deze mail is van voor mijn tijd. In algemene zin zijn we hard op zoek naar alternatieven voor alle vliegtuigtypes, er zijn ook al verschillende vliegtuigen grotendeels chromaatvrij.”
Maar dit neemt niet weg dat de verf met het hogere percentage chroom-6 nog altijd werd gebruikt. Schoorlemmer kondigde kort daarna aan dat Defensie met de chroomvrije verf van AkzoNobel nu wel aan het testen is op onderdelen van de F16.

Bureaucratisch proces

Het verbaasde defensiedeskundige Christ Klep niet dat mogelijke alternatieven al langer bekend waren. “Die verf is er. Ik denk wel eens, willen we in Nederland niet het beste en braafste jongetje van de klas zijn? We laten ons voorstaan op de regelgeving. Maar dan zie je de Belgen en de Noren die een vrij eenvoudig proces ingaan en in staat zijn dat snel af te ronden. Ze compliceren het proces niet, maar maken afspraken met fabrikanten en doen het gewoon.”
Klep noemde de gang van zaken binnen Defensie een ‘fascinerend bureaucratisch proces’. “Wie is er verantwoordelijk? Doe jij het maar. Nee, doe jij het maar. Ben je al een experiment gestart? Dan ben je zo een paar jaar verder. Hoe meer mensen verantwoordelijk zijn voor een acuut probleem, hoe langer het duurt.”

BRON: NOS.nl

Lees hier ons hele dossier over chroom-6

Nieuwe informatie over chroom-6 onderzocht

2-12-2019

Omdat de wetenschap niet stilstaat, heeft het RIVM onderzocht of er – wereldwijd – nieuwe informatie in de wetenschappelijke literatuur is verschenen over ziekten die door chroom-6 kunnen worden veroorzaakt. De resultaten van dat onderzoek worden in 2020 openbaar gemaakt.

De chroom-6-ziektelijst is in 2017 voor het eerst gepubliceerd. Sindsdien zijn er nieuwe inzichten. Deze worden door het RIVM gevolgd: verschillende experts bespreken de huidige stand van de wetenschappelijke kennis over chroom-6 wereldwijd. Ook komt aan de orde welke ziekten met chroom-6 in verband worden gebracht. Dit kan leiden tot aanpassing van de ziektelijst.

Risicobeoordeling

Voor ziekten die niet eerder op de ziektelijst stonden, voert het RIVM een risicobeoordeling uit. Uit die risicobeoordeling moet blijken of oud-medewerkers van de POMS-locaties zodanig zijn blootgesteld aan chroom-6 dat zij ziek kunnen zijn geworden of eventueel nog worden.

Omdat het RIVM de informatie uit een net gepubliceerd rapport nog mee moet nemen, is de afronding van de actualisatie wat doorgeschoven. De resultaten van het literatuuronderzoek en de risicobeoordeling worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 openbaar gemaakt.

BRON: Informatiepunt Chroom-6

Geen minnelijke schikking

Het is advocaat Rob Bedaux op 28 november 2019 bij het gerechtshof in Den Bosch niet gelukt om voor vier van zijn cliënten – door chroom-6 ziek geworden oud-POMS-medewerkers – met de door hem gedaagde Nederlandse Staat tot een financiële ‘minnelijke regeling’ te komen.

Het hof moet nog altijd beslissen of de eisers wel ontvankelijk zijn, of dat ze naar de bestuursrechter moeten. In mei wilden de rechters daar nog niet over oordelen, omdat ze meer informatie nodig hadden. Ook donderdag bleef een direct oordeel uit. Het hof maakt uiterlijk op 25 februari 2020 duidelijk hoe het verder moet met deze zaak.

BRON: Telegraaf.nl

 

 

 

Nieuwe informatie over chroom-6 onderzocht

02-12-2019

Omdat de wetenschap niet stilstaat, heeft het RIVM onderzocht of er – wereldwijd – nieuwe informatie in de wetenschappelijke literatuur is verschenen over ziekten die door chroom-6 kunnen worden veroorzaakt. De resultaten van dat onderzoek worden in 2020 openbaar gemaakt. De chroom-6-ziektelijst is in 2017 voor het eerst gepubliceerd. Sindsdien zijn er nieuwe inzichten. Deze worden door het RIVM gevolgd: verschillende experts bespreken de huidige stand van de wetenschappelijke kennis over chroom-6 wereldwijd. Ook komt aan de orde welke ziekten met chroom-6 in verband worden gebracht. Dit kan leiden tot aanpassing van de ziektelijst.

Risicobeoordeling

Voor ziekten die niet eerder op de ziektelijst stonden, voert het RIVM een risicobeoordeling uit. Uit die risicobeoordeling moet blijken of oud-medewerkers van de POMS-locaties zodanig zijn blootgesteld aan chroom-6 dat zij ziek kunnen zijn geworden of eventueel nog worden. Omdat het RIVM de informatie uit een net gepubliceerd rapport nog mee moet nemen, is de afronding van de actualisatie wat doorgeschoven. De resultaten van het literatuuronderzoek en de risicobeoordeling worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 openbaar gemaakt. BRON: Informatiepunt Chroom-6

Geen minnelijke schikking

Het is advocaat Rob Bedaux op 28 november 2019 bij het gerechtshof in Den Bosch niet gelukt om voor vier van zijn cliënten – door chroom-6 ziek geworden oud-POMS-medewerkers – met de door hem gedaagde Nederlandse Staat tot een financiële ‘minnelijke regeling’ te komen. Het hof moet nog altijd beslissen of de eisers wel ontvankelijk zijn, of dat ze naar de bestuursrechter moeten. In mei wilden de rechters daar nog niet over oordelen, omdat ze meer informatie nodig hadden. Ook donderdag bleef een direct oordeel uit. Het hof maakt uiterlijk op 25 februari 2020 duidelijk hoe het verder moet met deze zaak. BRON: Telegraaf.nl

 

Wel of geen schadevergoeding?

14-11-2019

Hoe beoordeel je of iemand wel of geen schadevergoeding krijgt?

Wel of geen compensatie voor slachtoffers van het chroom-6-drama in Tilburg? Een onafhankelijke commissie buigt zich over die vraag. Want ruim 700 aanvragen vielen op de deurmat. Het merendeel afkomstig van werklozen die tijdens een verplichte re-integratie in aanraking kwamen met de kankerverwekkende stof. Hoogleraar bestuursrecht Jurgen de Poorter (Tilburg University) is lid van deze commissie en vertelt in onderstaand interview over zijn ervaringen. Na het telefoontje van burgemeester Wetering hoefde hij niet lang na te denken. Of hij zitting wilde nemen in de commissie die toeziet op de compensatieregeling voor slachtoffers van het chroom-6-schandaal? Natuurlijk wilde hij dat. Jurgen de Poorter: “Het gaat om een maatschappelijk zeer ingrijpend dossier. Ik vind het mijn morele plicht om dat te doen.” De commissie, die verder bestaat uit voorzitter Jacobine Geel (theologe, presentatrice en voorzitter van GGZ Nederland) en commissielid Wim van der Meeren (voormalig bestuursvoorzitter zorgverzekeraar CZ), is ondertussen alweer een halfjaar aan het werk. Tijd om een tussenbalans op te maken.

Wat is de opdracht van de commissie?

“Primair is het onze opdracht om uitvoering te geven aan de regeling tegemoetkoming Chroom-6. Maar de boodschap die de commissie heel duidelijk meekreeg is om niet slechts mechanisch vergoedingen ‘uit te keren’, maar ook om als een soort verzoeningscommissie een rol te spelen bij het herwinnen van het vertrouwen in het openbaar bestuur. Want dat is natuurlijk beschadigd door deze hele affaire.

Ontmoeten jullie de mensen die een aanvraag doen?

Het accent heeft deze eerste periode vooral gelegen op de groep die een aanvraag heeft gedaan voor de 7000 euro-regeling. Voor zover die aanvraag voor 1 mei was gedaan, moesten wij daarover snel beslissen, zodat het bedrag voor 7 juli kon worden uitgekeerd. De gemeente heeft destijds een heldere registratie bijgehouden van wie er in het tRom-project hebben gewerkt, dus daar konden wij ons oordeel meestal goed op baseren. In de overgrote meerderheid van de gevallen bleek dat de aanvragers daar inderdaad hadden gewerkt en konden wij de immateriële schadevergoeding toekennen. Onlangs zijn we begonnen met de tweede tranche. Dat zijn de mensen die claimen ziek te zijn geworden door blootstelling aan chroom-6. In deze zaken is het soms ook belangrijk om een luisterend oor te bieden en het gesprek aan te gaan. Daarom organiseren we ook wel hoorzittingen.

Zijn er al hoorzittingen geweest?

Tot nu toe hebben wij drie keer een hoorzitting belegd. Dat waren in alle drie de gevallen nabestaanden. Mensen die een familielid hebben verloren en claimen dat dit door de gevolgen van blootstelling aan chroom-6 komt. Het lastige aan deze zaken is dat dit wel nabestaanden zijn in de zin van het burgerlijk wetboek. Erfgenamen. Maar geen nabestaanden in de zin van de regeling. De regeling definieert het begrip nabestaanden namelijk heel beperkt. Alleen de partner of de kinderen van de tRom-deelnemers en medewerkers worden als nabestaanden aangemerkt. En alleen zij kunnen aanspraak maken op een nabestaandenvergoeding. De slachtoffers waar het in deze zaken om ging zijn kinder- en partnerloos gestorven. Een broer of zus van de overledene deed aanvraag voor de vergoeding. Maar zij komen hiervoor dus niet in aanmerking.

Wat is de toegevoegde waarde van een hoorzitting in dit soort situaties?

Allereerst is het belangrijk om uit te leggen wat wij als commissie wel en niet voor hen kunnen doen. Daarnaast wilden we deze mensen vooral de gelegenheid geven om hun verhaal te vertellen. Uit hun brieven sprak veel woede en onbegrip over het optreden van het openbaar bestuur. Want dat is dus een belangrijke rol van deze commissie. Niet alleen mechanisch mededelen: u bent geen nabestaande, dus u komt niet voor vergoeding in aanmerking. Maar met mensen in gesprek gaan en luisteren naar wat ze aan ons kwijt willen. De samenstelling van de commissie met voorzitter Jacobine Geel, helpt daar ook bij.

Hoe hebt u het contact met slachtoffers ervaren?

Het is ingrijpend om de verhalen te horen, maar ook buitengewoon nuttig om echt een gevoel te krijgen voor de ernst en de indringendheid van dit hele dossier. Los van chroom-6 gaat het vaak om mensen die hulpbehoevend zijn. Geen werk, in de schuldsanering en veel moeite om zich op papier en mondeling uit te drukken. Mensen bij wie de problemen zich opstapelen.

Wat is uw indruk na deze gesprekken, waar zit de grootste pijn bij de mensen in dit verhaal?

De pijn zit denk ik vooral in de grote mate van spanning en onzekerheid waarin ze al lange tijd verkeren. In hun ogen, heel begrijpelijk, door toedoen van de drie betrokken partijen (gemeente Tilburg, NS Nedtrain en het Spoorwegmuseum). Je merkt ook dat mensen in allerlei opzichten tegen instanties aanlopen en daardoor een groot gevoel van machteloosheid ervaren.

Hoe reageert u daar op?

Wij proberen in ieder geval goed uit te leggen wat onze rol is. We benadrukken dat wij onafhankelijk van de drie partijen opereren. Dat we hun geschiedenis willen horen en dat we proberen het maximale voor hen te doen. Binnen de mogelijkheden die de regeling ons daartoe biedt. En soms kan het ook niet, dan zijn we daar ook eerlijk in. Dat is denk ik belangrijk, om eerlijk en transparant te zijn over hoe die regeling wordt toegepast. Dat was ook de reden waarom we in deze drie gevallen de mensen hebben gehoord. Wat je moet voorkomen is dat mensen zich nog een keer overrompeld voelen door een advies en het daaropvolgende besluit van het college van B&W.

Wat was de reactie van de nabestaanden?

Het was emotioneel, zowel voor de nabestaanden, als ook voor de leden van de commissie om de verhalen te horen. Maar wij zijn door die gesprekken gesterkt in het idee dat zo’n hoorzitting en meer in het algemeen onze rol als commissie echt een wezenlijke functie heeft. We hebben uitgelegd dat we mogelijk niet aan hen konden bieden wat ze van ons verwachten. Daar was, in ieder geval aan het einde van het gesprek, wel begrip voor. Ik meende bij alle partijen te merken dat ze het prettig vonden dat ze hun verhaal hebben kunnen doen. En dat ze het waarderen dat een onafhankelijke commissie goed naar hun dossier kijkt.

Dit waren familieleden van mensen die al zijn overleden. Nu komen jullie aan bij de groep mensen die ziek zijn geworden en bij de overledenen van wie de kinderen en/of partners een aanvraag hebben ingediend?

Inderdaad. We hebben de eerste dossier al op ons bureau gehad, maar de eerste adviezen zijn nog niet gegeven.

Om hoeveel aanvragen gaat het in deze tweede fase?

Op 31 augustus waren er vierenvijftig aanvragen binnen. Dit is inclusief nabestaanden en erfgenamen niet zijnde nabestaanden in de zin van regeling. Het gaat dus om ruim vijftig aanvragen voor een vergoeding op basis van artikel 3 van de regeling. Dat zijn de ziektegevallen.

Met wat voor soort gezondheidsproblematiek komen mensen naar jullie toe?

Ik heb nog niet alle vierenvijftig dossiers gezien, maar al wel een selectie. De aard van de aandoeningen varieert, het gaat om mensen met huidaandoeningen tot de meest ernstige longaandoeningen, zoals longkanker.

Hoe beoordeel je of iemand in aanmerking komt voor de extra tegemoetkoming?

Misschien is het goed om eerst te vertellen wat wij niet doen. Als iemand met longkanker een aanvraag bij ons doet, hoeven wij niet vast te stellen of die longkanker is veroorzaakt door blootstelling aan chroom-6. Of dat de betrokkene misschien stevig heeft gerookt en het plausibel is dat hij daardoor kanker heeft gekregen. In die causaliteitsvraag hoeven wij niet te treden. Wij hebben slechts vast te stellen of betrokkenen een ziekte heeft die voorkomt op de lijst van chroom-6 gerelateerde aandoeningen, die is opgesteld door het RIVM. Verder kijken we of de klachten binnen een vastgestelde termijn na het uitvoeren van de werkzaamheden zijn ontstaan. Ook het type en de duur van de werkzaamheden die bij tROM zijn uitgevoerd spelen een rol bij de beoordeling.

Zou u dat wat concreter kunnen maken? Bijvoorbeeld iemand heeft longkanker en het medisch dossier toont aan dat die mogelijk veroorzaakt is door het werk bij tROM.

De regeling voorziet dan in een bepaald bedrag aan immateriële schadevergoeding. Voor dit type aandoening zal dat in de hoogste categorie zitten. Er is weinig speelruimte voor de commissie om zelf een oordeel te vormen en daar een passend bedrag bij te vinden. Maar hoe de commissie heel concreet met die zaken om zal gaan, daarin zullen we de komende periode onze weg moeten vinden.

Zijn er al bepaalde zaken waar jullie tegen aan zijn gelopen?

Wij hebben bij deze eerste dossiers vooral gekeken naar wat we kunnen verwachten. Wat is het soort informatie dat we krijgen? Kunnen we op basis daarvan tot een oordeel komen of hebben we daar nog andere deskundigheid voor nodig? Op basis van die eerste ervaringen zijn we tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om een medisch deskundige te laten meekijken. Bij een aanvraagformulier moet namelijk ook een medische verklaring toegevoegd worden, vaak is dat niet meer dan een huisartsjournaal, waaruit de commissie kan afleiden wat er met betrokkene aan de hand is of was. Zo’n dossier staat vol met medische vaktaal en wij zijn alle drie geen medicus. Daarom hebben we een arts gevraagd om de dossiers te structureren, en waar nodig, informatie op te vragen bij de behandelend artsen. Onze arts heeft als taak het dossier voor ons te vertalen in termen van de regeling. Bijvoorbeeld of dat wat de behandelend arts heeft geconstateerd, te relateren is aan één van de aandoeningen van de RIVM-lijst.

Geeft deze arts ook nog advies?

Nee, onze arts geeft geen advies over het uitvoeren van de regeling, dat is uitdrukkelijk aan de commissie.

Critici vinden het maximale bedrag van 40.000 euro te laag voor mensen die bijvoorbeeld long-, maag- of neuskanker hebben gekregen. Hoe kijkt de commissie hier naar?

Wij hebben als commissie niet de opdracht om de waarde of het maatschappelijk gewicht dat in de regeling aan de betrokken belangen is toegekend, te beoordelen. Onze taak is om de regeling uit te voeren. Wij zijn daarin gehouden aan de bedragen zoals die in de regeling zijn geformuleerd. In de regeling zit wel een hardheidsclausule, dus wanneer toepassing van de regeling tot heel onrechtvaardige gevolgen leidt, dan kan de commissie in uitzonderlijke gevallen adviseren om van de regeling af te wijken. Maar dat doen wij met grote terughoudendheid. Bottom line is dat wij deze regeling moeten toepassen en wat wij daarvan vinden is verder niet zo heel belangrijk. Overigens geldt ook dat het indienen van een verzoek om immateriële schadevergoeding niet in de weg staat aan het volgen van de aansprakelijkheidsroute naar de burgerlijke rechter.

Maar ik kan me wel voorstellen dat het in gesprekken met slachtoffers aan de orde kan komen.

Dat zou inderdaad ter sprake kunnen komen in de gesprekken die we nog zullen gaan voeren. Ik denk dat we daar hetzelfde zullen doen als wat we tot nu toe hebben gedaan. Namelijk uitleggen wat onze taak is in het licht van de regeling. Maar dat onze taak ook een zekere grens kent. Dat is nou eenmaal zo.

Hoe ver zijn jullie in het proces?

Ik verwacht niet dat er nog heel veel nieuwe verzoeken zullen binnenkomen. Het overgrote deel van de 7000 euro-regeling is afgehandeld en uitbetaald. Het zwaartepunt ligt nu op de ziektegevallen, die we in de komende maanden zullen gaan behandelen. Daarna kan het zijn dat een aantal mensen ontevreden is met de uitkomsten en dat we daar nog eens naar moeten kijken in een heroverwegingsprocedure. Maar het hoogtepunt ligt nog in dit kalenderjaar.

Tot slot: wat is het maatschappelijke belang van deze regeling?

Dat we tegemoet komen aan gevoelens van onvrede en onzekerheid die mensen hebben ervaren als gevolg van dit dossier. Op een informele, burgervriendelijke en bovenal onafhankelijke manier. Dat is iets wat we vaak moeten uitleggen, dat wij geen onderdeel zijn van het bestuurlijk apparaat van de gemeente Tilburg. Maar een onafhankelijke beoordelingscommissie. Wij staan op afstand van de politiek verantwoordelijken en van het ambtelijk apparaat dat al die tijd betrokken is geweest bij dit dossier. Wij zijn alle drie op geen enkele wijze gebonden aan een van de drie partijen die hierbij betrokken zijn. Onze vergaderingen en hoorzittingen zijn daarom bewust niet in het gemeentekantoor, maar op een vergaderlocatie in Tilburg centrum. Om zo duidelijk tot uitdrukking te brengen dat wij absoluut geen onderdeel zijn van het gemeentelijk apparaat. Hopelijk kunnen we daarmee bijdragen aan het herstel van het vertrouwen in de instituties.” BRON: universonline.nl – 13 november 2019 Lees hier ons dossier over Chroom-6.

 

 

Ook chroom-6 in verf Haagse trams

09-09-2019

Ook in de verf van trams van het Haagse vervoersbedrijf HTM is het kankerverwekkende chroom-6 aangetroffen. Het gaat om trams die begin jaren tachtig zijn gebouwd. Dat meldde de NOS krap een week na een soortgelijk bericht over trams in Amsterdam. De werkzaamheden aan de rood-beige trams werden eerder al stilgelegd, toen er vermoedens van de aanwezigheid van chroom-6 waren. Onderzoek heeft die vermoedens nu bevestigd. Extra onderzoek moet uitwijzen in hoeverre werknemers van het bedrijf zijn blootgesteld aan de kankerverwekkende stof. Werknemers van HTM hebben zelf niet met chroom-6-verf gewerkt; die zat al op de trams bij levering door een buitenlandse fabrikant. Chroom-6 kan vrijkomen bij werkzaamheden als lassen, slijpen en schuren. De HTM gaat ook onderzoeken of de huidige veiligheidsmaatregelen, zoals afzuiging en beschermende kleding, goed genoeg zijn of dat ze aangescherpt moeten worden.

Chroom-6 in Amsterdam

Vorige week werden ook in Amsterdam de werkzaamheden aan trams stilgelegd vanwege de vondst van chroom-6. Het vervoersbedrijf GVB laat onderzoeken in hoeverre werknemers in Amsterdam zijn blootgesteld aan de giftige stof. De mogelijke aanwezigheid van chroom-6 is voor reizigers volstrekt ongevaarlijk, omdat chroom-6 en lood in vaste vorm – zoals verf – ongevaarlijk zijn. Personeelsleden die met vragen zitten, worden doorverwezen naar de bedrijfsarts. BRON: NOS en AD.nl

 

 

Meer openheid fouten Defensie’

31-08-2019

Staatssecretaris: ‘Meer openheid bij fouten Defensie’

“Of het nu gaat over chroom-6 of sociale veiligheid; als het over de schreef gaat dan moet je gewoon ingrijpen.” Staatssecretaris Visser is helder over de aanpak van incidenten bij Defensie. “Als we fout zijn geweest moeten we die fout ook toegeven.” Afgelopen maand blikte mevrouw Barbara Visser bij EenVandaag terug op de – bijna – twee jaren waarin ze staatssecretaris van Defensie is. Dat deed ze samen met politiek commentator Joost Vullings. In oktober 2017 trad ze aan in een departement dat geplaagd wordt door incidenten. De lijst is lang. Zo zijn er militairen en oud-militairen die kampen met gezondheidsklachten na jarenlang te hebben gewerkt met chroom-6, of door zogenoemde burnpits. Daarnaast zijn er militairen die zich onveilig voelen, te maken krijgen met seksueel misbruik en zich niet gehoord voelen bij leidinggevenden.

Cultuur bij Defensie

De staatssecretaris zei te balen van deze incidenten en ze hoopt een omslag te kunnen bewerkstelligen. “We proberen er zo open mogelijk over te zijn om het inzichtelijk te maken.” Over de cultuur bij Defensie is ze helder. “Het begint bij jezelf: doe een ander niet aan wat je zelf ook niet zou willen. Wat jij als een geintje ziet, kan een ander heel anders zien.” “Daarnaast moet je, als je je niet veilig voelt, naar je leidinggevende kunnen gaan en die moet jouw zorgen serieus nemen. Gelukkig hebben we ook heel veel voorbeelden waar dat goed is gegaan, maar helaas ook zaken in het verleden waar dat fout ging. En helaas zal het in de toekomst ook nog weleens plaatsvinden. We zijn een organisatie waar 60.000 mensen werken, daar worden fouten gemaakt.” Aldus de staatssecretaris.

Veiligheid

Als staatssecretaris gaat Visser over het materieel en het personeel van Defensie. En sinds jaren van bezuinigingen is er nu weer geld beschikbaar om te investeren. Tot genoegen van Visser. “Je kunt weer perspectief gaan bieden. Het gaat wel een lange tijd duren voor we alles weer op orde hebben, maar dat heb je als je het 25 jaar met minder geld doet maar wel met evenveel opdrachten. Dat doet wat met een organisatie.” Een departement met achterstallig onderhoud en geplaagd door vele incidenten; je zou zeggen dat een baan bij Defensie niet echt een droombaan is. Maar Visser ziet dat anders. “Wat ik mooi vind aan Defensie is dat het echt een kerntaak is van de overheid. Het gaat over onze veiligheid. Er is maar één ministerie dat daarover gaat en dat is Defensie. En het is wel heel erg mooi dat je daar in deze periode een bijdrage aan kan leveren.”

Verantwoordelijkheid

Het ministerie van Defensie gaat vaak letterlijk over leven en dood. Visser zegt niet wakker te liggen van die grote verantwoordelijkheid. “Wel ben ik me heel erg bewust van de grote verantwoordelijkheid die de militairen hebben. Gesprekken met nabestaanden zoals slachtoffers van chroom-6, mensen met hitteschade, nabestaanden van gesneuvelde militairen op missies – dat zijn gesprekken die erin hakken.” Tegelijkertijd zijn juist die gesprekken met de nabestaanden en slachtoffers haar grootste motivatie, vertelt de staatssecretaris. “Het gesprek aangaan en als we fout zijn geweest, die fout ook toegeven. Het gaat nabestaanden vaak om de erkenning dat er iets fout is gegaan en te voorkomen dat het een volgende keer weer gebeurt.” BRON: EenVandaag

 

 

Nazorg voor slachtoffers chroom-6

04-04-2019

Nazorg voor oud POMS-medewerkers en nabestaanden

Afgelopen maand berichtte het Ministerie van Defensie over het Informatiepunt Chroom-6. Nog niet alle oud POMS-medewerkers en hun naasten weten het Informatiepunt Chroom-6 te vinden als hét loket voor nazorg, aldus het bericht. Defensie roept dan ook iedereen met (hulp)vragen op om zich hier te melden. Of het nou gaat om het beantwoorden van vragen, begeleiding of ondersteuning; het informatiepunt helpt mensen. In juni 2018 is het 1e deelonderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) afgerond en openbaar gemaakt. Hierbij werd het gebruik van chroom-6 onderzocht op de POMS-locaties van Defensiewaar Amerikaans materieel werd opgeslagen en onderhouden. De afronding van dit onderzoek markeert voor alle betrokkenen een belangrijk moment. De resultaten maakten vaak diepe indruk. Op oud-medewerkers zelf, maar ook op hun directe omgeving en eventuele nabestaanden. Daarom is het ook zo belangrijk dat mensen goede nazorg krijgen als zij dat wensen. Het Informatiepunt Chroom-6 speelt hierbij een centrale rol.

Alle (hulp)vragen

Het Informatiepunt Chroom-6 is er voor alle (hulp)vragen. Over het onderzoek en de uitvoering van de regeling. Maar bijvoorbeeld ook over de mogelijkheden om een claim in te dienen of over vragen over hulp en ondersteuning op andere terreinen. Waar mogelijk worden vragen direct beantwoord. Zo niet, dan begeleidt het informatiepunt naar een instantie met de juiste expertise. Als mensen dat prettig vinden, kan er ook iemand van Defensie thuis langskomen voor ondersteuning. Bijvoorbeeld bij het invullen van formulieren voor de uitkeringsregeling.

Onafhankelijk

Het Informatiepunt is op verzoek van Defensie ingericht. Defensie vindt het belangrijk dat er geen drempels zijn voor mensen met vragen. Daarom staat het Informatiepunt onder beheer van het CAOP. Dit is een onafhankelijk kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken. Het Informatiepunt Chroom-6 heeft ook een Informatieblad uitgegeven voor oud-medewerkers en nabestaanden met informatie over wat er geregeld is met betrekking tot nazorg voor betrokkenen. Op de website nadere informatie over het RIVM-onderzoek dat nog steeds niet is afgerond. Het onderzoek naar chroom-6 gaat verder op andere Defensielocaties. Ook doet het RIVM nog onderzoek naar CARC op de POMS-locaties. BRON: website Defensie

 

 

Onveilige situatie met chroom-6 op vliegbasis Woensdrecht

18-03-2019

Tijdens een inspectie op de luchtmachtbasis Woensdrecht in 2015 werd een “forse hoeveelheid” chroomhoudende verf aangetroffen. Het is niet duidelijk hoeveel monteurs en andere defensiemedewerkers zijn blootgesteld aan chroom-6. Door gebrekkig onderhoud en fouten bij de installatie van twee spuitcabines op luchtmachtbasis Woensdrecht zijn monteurs blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom-6. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van het ministerie van Defensie dat actualiteitenprogramma Nieuwsuur opvroeg met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en ook in handen is van NRC. Door onderhoudsfouten aan die spuitcabines ontstond een onveilige situatie. Er blijken grote hoeveelheden chroomhoudende stof te hebben gelegen op plaatsen waar werknemers zonder beschermende kleding rondliepen, zoals in de kleedruimte rondom de spuitcabine. Door gebrekkige administratie van het onderhoud is helaas nog onduidelijk hoe lang deze situatie heeft geduurd. In 2015 werd, tijdens een inspectie van de spuitcabines door een gespecialiseerd bedrijf, een inspectieluik bij de spuitcabine weggehaald. Daarachter bleek een grote hoeveelheid stof te liggen, waar chroom-6 in wordt aangetroffen. Meteen werden de spuitcabines ontruimd en stilgelegd. Bij nader onderzoek bleek er nogal wat mis te zijn gegaan in het onderhoud en de installatie van de cabines waarin vliegtuigonderdelen worden geverfd. “We zijn daar heel erg van geschrokken”, reageert Richard Laurijssen, commandant van het Logistiek Centrum Woensdrecht. “We vinden veilig werken heel erg belangrijk. Onze mensen moeten hun werk goed doen en ook weer gezond naar huis gaan. Daar hecht ik persoonlijk ook veel waarde aan.” Het rapport dat na het incident werd opgesteld, trok heldere conclusies. De voorgeschreven filters die de spuitcabines zouden moeten hebben, waren niet aangetroffen. In plaats daarvan werd een goedkoper type filter gebruikt, dit was ook nog eens niet hermetisch afgesloten. Daardoor kon er stof in de werkruimten buiten de spuitcabines belanden. Ook het afvoerkanaal achter de filters bleek geen gesloten systeem te zijn. Zo kwam er chroomhoudende stof in de kleedruimte van het personeel terecht. “Als ik dit rapport lees, zie ik allemaal schokkende dingen”, zegt Anne-Marie Snels van vakbond AFMP. “Terwijl dit zich heeft afgespeeld in de periode dat er al veel bekend was over chroom-6 en dat we een groot probleem daarmee hebben. Toch zie je dat alle processen niet op orde zijn.” De twee spuitcabines op luchtmachtbasis Woensdrecht werden in 1999 geïnstalleerd en gedurende de opeenvolgende jaren steeds intensiever gebruikt. Ook werden de cabines tussendoor vergroot, omdat de rotorbladen van de Chinook-helikopter er niet pasten. De luchtbehandelingsinstallatie werd echter niet aangepast. De cabines hadden geen signaleringssysteem dat detecteerde dat de filters niet goed waren aangesloten en dat er stof ontsnapte uit het systeem. Het onderhoud van de spuitcabines werd tot 2015 telkens door andere bedrijven uitgevoerd. Goede administratie van dat onderhoud werd door de onderzoekscommissie niet aangetroffen. “Gezien de forse hoeveelheid chroom-6 houdende stof is het aannemelijk dat het uitgevoerde onderhoud sinds langere tijd gebrekkig is uitgevoerd”, zo staat in het rapport. Hierdoor kan Defensie niet zeggen hoe lang deze situatie zich heeft voorgedaan. Volgens de onderzoekscommissie is er in de periode 2011 tot 2015 bij het selecteren van externe onderhoudsbedrijven hoofdzakelijk gekeken welk bedrijf het goedkoopst offreerde. “De kwaliteit van het onderhoud had leidend moeten zijn, in plaats van het prijskaartje.” Direct na de ontdekking van de chroomhoudende stof zijn de spuitcabines ontruimd en is het werk stilgelegd. Er werden echter geen urinemonsters afgenomen bij het personeel, wat wel had gemoeten. De spuitcabines werden kort na de ontdekking vervangen en vernieuwd door een gespecialiseerd bedrijf, dat inmiddels ook het onderhoud van de cabines conform de huidige wet- en regelgeving uitvoert. In oktober 2015 berichtte BN DeStem al over het toen zogenoemde ‘chroom-6’ lek op vliegbasis Woensdrecht. BRON: NRC.nl en NOS.nl (waar ook een link staat naar het rapport).De Kamerbrief van de staatssecretaris van Defensie naar aanleiding van bovenstaande vindt u hier

 

 

De Tweede Kamer nader geïnformeerd over chroom-6

06-03-2019

De Tweede Kamer ontving afgelopen maandag per brief van de staatssecretaris van Defensie, mevrouw Barbara Visser, nadere informatie die ze naar aanleiding van het Algemeen Overleg chroom-6 van 7 november 2018 had toegezegd. En de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Tamara van Ark, stuurde de Kamer per brief een kabinetsreactie op het onderzoeksrapport over het werken met chroom-6 bij het Tilburgse re-integratieproject tROM. Tijdens het Algemeen Overleg chroom-6 van 7 november jl. heeft de staatssecretaris van Defensie de Kweede Kamer toegezegd het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te vragen of het vervolgonderzoek naar de gezondheidsrisico’s van het gebruik van chroom-6 bij Defensie op een zo breed mogelijk terrein kan worden verricht. Tevens heeft ze de Kamer toegezegd de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie (hierna: de Uitkeringsregeling) nader te duiden. In deze brief van 5 maart 2019 gaat mevrouw Visser in op zaken als: vervolgonderzoek van het RIVM, inhoud en achtergrond van de uitkeringsregeling, de uitkeringsregeling in relatie tot individuele claims, nabestaanden en nazorg voor (oud-)medewerkers van Defensie. De volledige tekst van deze brief is in te zien of te downloaden via de website van de Tweede Kamer Op donderdag 31 januari 2019 maakte de onafhankelijke commissie Tilburg Chroom-6 zijn oordeel en advies over het werken met chroom-6 bij het Tilburgse re-integratieproject tROM bekend. Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van die dag verzocht de Tweede Kamer om een brief met een kabinetsappreciatie. Daarbij is tevens gevraagd naar een overzicht van andere bedrijfstakken en voorbeelden waar dit ook speelt. Deze brief is onderdeel van de gecoördineerde aanpak chroom-6 waarover De Kamer door coördinerend minister van Medische Zorg en Sport (MZS) op 19 februari j.l. is geïnformeerd. De staatssecretais van SZW gaat in haar brief van 5 maart 2019 hier nader op in. De volledige tekst van deze brief is ook in te zien of te downloaden via de website van de Tweede Kamer BRON: tweedekamer.nlMeer informatie vanuit de overheid kunt u ook vinden op de website van de Rijksoverheid onder het onderwerp Chroom-6 en CARC. Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws over dit onderwerp vanuit de overheid, dan kunt u zich op die pagina ook aanmelden voor het gratis ontvangen van nieuwsbrieven en e-mailattenderingen!

 

 

Meer mensen krijgen mogelijk chroom-6 geld

02-03-2019

Mogelijk komen meer oud-werknemers van het ministerie van Defensie in aanmerking voor schadevergoeding op basis van de chroom-6 regeling. Dat is het gevolg van een uitspraak door de Centrale Raad voor Beroep. Aldus het dagblad De Telegraaf van 28 februari 2019. Het rechtsorgaan heeft bepaald dat een voormalig militair die ruim een jaar heeft schoongemaakt in loodsen waar was gewerkt met de ziek makende verf en daarna longklachten kreeg ook een schadevergoeding moet krijgen. Het gaat conform de regeling om een bedrag van 7500 euro. Staatssecretaris Visser (Defensie) vond eerder dat de man hier geen recht op heeft. Het criterium voor de compensatie is dat iemand zelf met Chroom-6 moet hebben gewerkt. De raad voor beroep is het hier niet mee eens. Volgens de raad is het voldoende wanneer er schuurresten en stof in een ruimte zijn die iemand kan hebben ingeademd. In de bewuste casus moest de militair loodsen aanvegen waardoor het aannemelijk is dat hij stof heeft ingeademd. Juist in die vorm is Chroom-6 gevaarlijk. De rechtbank handhaafde eerder het oordeel van de staatssecretaris. De militaire vakbond AFMP stapte daarop namens de man, die lid is van de bond, is naar de Centrale Raad voor Beroep. De bond is volgens voorzitter Anne Marie Snels blij met het vonnis en bekijkt voor welke andere betrokkenen het houvast biedt. BRON: Telegraaf.nl

 

 

Oud-militair krijgt alsnog chroom-6-vergoeding

01-03-2019

Alsnog vergoeding militair vanwege blootstelling chroom-6

Een oud-militair met longziekten heeft alsnog recht op een financiële vergoeding van 7.500 euro, omdat hij tijdens zijn werk is blootgesteld aan stoffen met chroom-6. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 28 februari geoordeeld. De oud-militair heeft meer dan een jaar als schoonmaker gewerkt in loodsen waar materialen met chroom-6 houdende stoffen werden geschuurd en geverfd. Na afloop van de schuur- en verfwerkzaamheden moest hij de loodsen uitvegen en allerlei soorten (rest)afval opruimen. Hij lijdt aan longaandoeningen en heeft een financiële vergoeding aangevraagd op grond van de zogenoemde Coulanceregeling defensie. Deze regeling is bestemd voor (oud) medewerkers van defensie met een aandoening, waarvan kan worden aangenomen dat die verband houdt met het werken met stoffen met chroom-6.

Hoger beroep

De Staatssecretaris van Defensie heeft de aanvraag destijds afgewezen omdat hij niet aannemelijk vond dat de man tijdens zijn (schoonmaak)werkzaamheden was blootgesteld aan chroom-6 houdende stoffen. De man was pas enige tijd na de schuur- en verfwerkzaamheden in de loodsen aanwezig om de resten op te ruimen. De rechtbank stelde de Staatssecretaris eerder in het gelijk. Tegen deze beslissing van de rechtbank is de oud-militair in hoger beroep gegaan bij de CRvB. De CRvB oordeelt dat de oud-militair wel degelijk is blootgesteld aan chroom-6 houdende stoffen. Hij heeft immers schoongemaakt in loodsen, waar eerder door anderen met chroom-6 bevattende stoffen was geschuurd en geverfd. Hierdoor waren in die loodsen stofdeeltjes met chroom-6 vrijgekomen. De oud-militair is bij het schoonmaken van die loodsen – in ieder geval tijdens het uitvegen van de loodsen – in aanraking gekomen met die stofdeeltjes. Van belang is daarom de informatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu over chroom-6 en het inademen van stofdeeltjes als deze (weer) vrijkomen in de lucht. Op grond van deze informatie vindt de CRvB het aannemelijk dat de man bij het uitvegen van de loodsen is blootgesteld aan chroom-6 houdende stoffen. Hij ontvangt daarom op grond van de Coulanceregeling in hoger beroep alsnog een vergoeding van 7.500 euro. Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in deze zaak is een eindoordeel. BRON: Rechtspraak.nlKijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina over chroom-6  en ons dossier over chroom-6.

 

 

Geen onderzoek effecten chroom-6

22-02-2019

Geen nader onderzoek schadelijke effecten chroom-6

Het Gerechtshof in Den Bosch verleent voorlopig geen opdracht voor nader onderzoek naar de schadelijke effecten van chroom-6. Letselschadeadvocaat Rob Bedaux had het hof hier om gevraagd. Volgens hem zou het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu onjuiste uitgangspunten hanteren. Het RIVM heeft alleen gekeken naar ziektes die zijn ontstaan door inademing van chroom-6. Volgens Bedaux zijn er ook mensen die de stof via de mond naar binnen hebben gekregen. “Bij zowel de NS als op de POM-locaties werd in de ruimte waar chroom-6 in de lucht zit, ook gegeten”, zegt hij. Maar omdat het RIVM geen verband ziet, hebben mensen met bijvoorbeeld keel- of slokdarmkanker en gebitsproblemen nu geen recht op schadevergoeding. In Amerikaanse onderzoeken wordt dat verband wel gelegd. Volgens het Gerechtshof in Den Bosch komt het verzoek van Bedaux te vroeg, omdat er ook nog een bodemprocedure loopt voor een schadevergoeding aan militairen die met chroom-6 hebben gewerkt. Het hof wil eerst een uitspraak in die zaak afwachten. Die staat gepland voor begin mei.

Blootgesteld

De gemeente Tilburg maakte begin februari bekend dat alle 800 mensen die jarenlang in een NS-werkplaats werkten en daarbij mogelijk zijn blootgesteld aan chroom-6 een schadevergoeding krijgen van 7000 euro. Mensen die ziek zijn geworden krijgen daar nog een bedrag bovenop, dat varieert van 5000 tot 40.000 euro. Die regeling kwam tot stand dankzij een dagvaarding van Bedaux. Via een bodemprocedure eist hij nu een vergoeding van 9000 euro voor alle mensen die tijdens hun werk voor Defensie met de stof in aanraking zijn gekomen. Zie voor een meer uitgebreide reactie op de uitspraak van het Gerechtshof het artikel op de website van Blikopnieuws. BRON:  NOS.nl

 

 

Stil protest chroom-6-slachtoffers Tilburg

18-02-2019

Stil protest slachtoffers chroom-6 Tilburg

De NS zorgde voor twee grote apparaten om koffie te tanken, maar bleef verder afwezig. Het bleef dus bij een stil protest van een dertigtal chroom-6-slachtoffers bij het Tilburgse station, zo meldde het Brabants Dagblad. Die demonstratie was vrijdagavond wel degelijk tegen NS/NedTrain gericht. Ze was bedoeld als drukmiddel voor een hogere vergoeding aan slachtoffers en nabestaanden dan de 7.000 euro die de gemeente Tilburg en de NS samen hebben voorgesteld. Vanavond debatteert de Tilburgse gemeenteraad daar over in een extra raadsvergadering. Het raadsdebat in het Willem II-stadion, is vanaf half acht live te volgen. ‘Wij hebben stress/ door NedTrain & NS/ zij vergiftigen ons met chroom 6‘ luidde de tekst op een bord. ‘Wij willen gerechtigheid’ vermeldde een spandoek. Veel in meest rode hesjes gestoken demonstranten droegen borden met de tekst ‘NS T-trom toxic kills’. Na drie kwartier was het protest ten einde.

Re-integratieproject

In het re-integratieproject tROM op het terrein van NedTrain werden 800 werklozen tussen 2004 en 2012 verplicht onder meer oude treinen van het Spoorwegmuseum te schuren. Bij weigering werd gedreigd met het korten van hun bijstandsuitkering. De verf, en dus het stof dat loskwam, bevatte het giftige chroom-6. Dat is door NS/NedTrain willens en wetens verzwegen, concludeerde een onafhankelijke onderzoekscommissie. Het bedrag van 7000 euro is eerder in samenspraak met alle Tilburgse fractievoorzitters overeengekomen, de verwachting is niet dat partijen daar alsnog vanaf wijken. De regeling werd bovendien toegejuicht door de onafhankelijke commissie die de chroom-6 kwestie onderzocht: ‘snel en ruimhartig’, oordeelde die. De algemene tegemoetkoming benadert het bedrag van 8000 euro dat raadsman Rob Bedaux namens een groep betrokkenen veel eerder al billijk achte op grond van Europese jurisprudentie. De uitkomst van de raadsvergadering wordt niet alleen met spanning afgewacht door de ruim 800 ex-werklozen uit Tilburg, maar evengoed door de vele honderden (ex-)medewerkers van Defensie die ook nog steeds hopen op een ruimhartige schadevergoeding vanwege hun blootstelling aan giftige chroom-6 stofdeeltjes. BRON: BN.nl

 

 

Chroom-6-slachtoffers spreken in gemeenteraad

12-02-2019

Slachtoffers chroom-6 spreken in gemeenteraad Tilburg

Oud-medewerkers die op de NS-werkplaats in Tilburg zijn blootgesteld aan chroom-6, hebben maandagavond de Tilburgse gemeenteraad toegesproken. Ze willen onder meer een hogere schadevergoeding vanwege de blootstelling aan de kankerverwekkende stof. Elf van in totaal achthonderd betrokkenen maakten maandagavond officieel gebruik van hun spreekrecht in de gemeenteraad die voor de gelegenheid vergaderde in het stadion van voetbalclub Willem II. Ze kregen steun van tientallen boze oud-collega’s. ‘Oneerlijk’, een ‘lachertje’, een ‘belediging’, zijn veel gehoorde woorden. Slachtoffer Boutrouff noemt het misdaden van de gemeente en de NS tegenover kwetsbare mensen. Eerder werd de slachtoffers een schadevergoeding van 7.000 euro toegezegd. “Dat is een belachelijk laag bedrag.”

Slachtoffers

Selime Yoruk eist dat de gemeente dezelfde tegemoetkoming regelt als bij asbestslachtoffers. “Daarom moet de uitkering verhoogd worden van 7.000 naar 20.000.” Volgens Yoruk is Chroom 6 dodelijker dan asbest. Natascha van de Put is ervan overtuigd dat de deelnemers aan het project tussen 2004 en 2012 ook zijn bloot gesteld aan zink, lood, asbest en andere stoffen. Daar kunnen mensen ook ziek van zijn geworden, maar die ziektes tellen niet mee in de compensatieregeling. “Mensen die daarvan ziek zijn geworden hebben vette pech.” Patrick Manduakula wil tenminste 40.000 euro van de gemeente. Hij benoemt tijdens zijn toespraak de angst en onzekerheid waarin hij en zijn oud-collega’s leven. “Veel van ons hebben geen hoop meer, kunnen niet meer dromen. Dan is 7.000 euro een lachertje. Het gaat hier om mensen en niet om dieren”, zo stelt Manduakula. “Het is een hondenfooi”, zegt slachtoffer Rick Legrand. Remco op ‘t Hoog beschrijft de autoritaire manier waarop de gemeente met de deelnemers tijdens het project omging. “Het was een strafkamp met onveilige werkplekken.” Ook mevrouw Heijnen spreekt tijdens de bijeenkomst, hoewel ze nooit bij aan het project heeft gewerkt. Haar man wel. In november vorig jaar overleed hij. Ze laat een foto van hem zien, genomen drie dagen voor zijn dood. “Doodgegaan aan Chroom 6.” Ze pleit voor een ruimere compensatieregeling. “Ik doe het voor jou, Danny.”

Schadevergoeding

De gemeenteraadsleden luisterden vooral en stelden af en toe een vraag. Volgende week is er een raadsdebat en neemt de Tilburgse gemeenteraad een besluit over de compensatieregeling voor Chroom 6-slachtoffers. Burgemeester Weterings begrijpt de emoties bij de slachtoffers. Ondanks hun kritiek denkt hij nog steeds dat ze een goede compensatieregeling hebben ontwikkeld. “Maar we gaan na deze avond er in het college nog eens over praten.” Tijdens de bijeenkomst word ook duidelijk dat slachtoffers die in de schuldsanering zitten een schadevergoeding mogelijk meteen moeten gebruiken om de schuld af te lossen. De gemeente wil dat voorkomen, maar heeft dat niet in de hand. “Daarvoor zijn wij afhankelijk van de eventuele schuldeisers”, aldus het college. Eerder werd al bekend dat de gemeente met de belastingdienst in overleg is om te voorkomen dat de slachtoffers belasting moeten betalen over de schadevergoeding of hun zorg- of huurtoeslagen moeten inleveren. Dat overleg is nog niet afgerond. Mocht de overeenstemming er niet komen, dan zal de gemeente Tilburg die toeslagen voor de slachtoffers terugbetalen. BRON: Omroep Brabant. Zie ook meer reacties naar aanleiding van de Tilburgse gemeenteraadsvergadering. .

 

 

Chroom-6-slachtoffers boos over schadevergoeding

07-02-2019

Slachtoffers chroom-6 Tilburg boos over voorstel vergoeding

Ze zijn boos, de mensen die tussen 2004 en 2010 in een NS-werkplaats in Tilburg in contact zijn gekomen met het giftige antiroestmiddel chroom-6. Ze zijn ontevreden over de schadevergoeding die de gemeente Tilburg en NS ze willen geven: 7000 euro per persoon, met daar bovenop maximaal 40.000 euro voor wie er ziek van is geworden. De slachtoffers willen meer. “Ze bekennen wel schuld, maar ze laten het niet merken”, zegt Henriëtte Klomp, één van de slachtoffers. “Ik vind het een fooi.” Een andere gedupeerde noemt het bedrag een lachertje. “De menselijke gezondheid is dus 7000 euro waard. Te belachelijk voor woorden.”

Niet akkoord

Natascha van de Put, die een aantal slachtoffers begeleidt, zegt dat ze niet akkoord gaan met de hoogte van het bedrag. Jean-Louis van Os, die ongeveer 80 gedupeerden als advocaat bijstaat, zegt dat het gezondheidsaspect nu onderbelicht blijft. De slachtoffers willen uitsluitsel en meer zekerheid over hun gezondheid, zegt hij. “De afgelopen jaren is stelselmatig tegen hen gezegd dat hun gezondheidsklachten, zoals bloed overgeven, niet aan chroom-6 gerelateerd zijn”, zegt Van Os. Wat hem tegen de borst stuit, is dat de experts die de diagnose stelden, straks mogelijk ook in het deskundigenpanel zitten dat een oordeel moet vellen over slachtoffers die een hogere schadevergoeding eisen.

‘Verregaande erkenning ontbreekt’

“Het probleem met chroom-6-klachten is dat ze lastig te relateren zijn aan een bepaalde ziekte”, zegt Van Os. “Nu ontbreekt voor de slachtoffers een verregaand onderzoek naar hun gezondheid, een verregaande erkenning van hun klachten.” Daarvoor is meer geld nodig dan de 10 miljoen euro die de gemeente Tilburg en de NS samen voor hen willen uittrekken, zegt hij. “Het stellen van zo’n maximum is raar”, zegt Van Os. “Je weet toch niet wat er gaat gebeuren met iemands gezondheid?”

‘Ruim gebaar’

Letselschadespecialist Yme Drost vindt het positief dat alle 800 betrokkenen, ziek of niet, 7000 euro krijgen. Defensie, dat met eenzelfde kwestie te maken had, ‘zou er een voorbeeld aan kunnen nemen’, zegt hij: daar komt maar een beperkte groep mensen in aanmerking voor compensatie. Drost omschrijft de regeling als een ‘ruim gebaar’ van de gemeente Tilburg en de NS. De gemeenteraad van Tilburg moet de regeling op 18 februari nog goedkeuren. Slachtoffers die vinden dat ze recht hebben op een hogere vergoeding, kunnen ook altijd nog naar de rechter stappen. Maar zo’n procedure is ingewikkeld en kan jaren duren. Probleem is vaak dat het verband tussen een aandoening en het werken met chroom-6 moeilijk is aan te tonen. BRON: RTL Nieuws

 

 

Defensie moet voorbeeld nemen aan Tilburg

31-01-2019

Vandaag presenteerde de Onafhankelijke Commissie Tilburg Chroom-6 haar eindadvies. Deze commissie werd in juli 2016 door het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Tilburg ingesteld. Opdracht aan de Commissie was (o.a.) onderzoek instellen naar de gezondheidsrisico’s van mogelijke blootstelling aan chroom-6 bij werkzaamheden op de werkplaats van tROM op de locatie van NS-Nedtrain, en onderzoek instellen naar arbeidsomstandigheden en genomen beschermingsmaatregelen. Uit hoofde van de Wet Werk en Bijstand werden bijstandsgerechtigden in de gemeente Tilburg vanaf 2004 tot 2012 op de hiervoor genoemde werkplaats te werk gesteld. Dit werd gedaan vanuit een oogpunt van het bevorderen van werkervaring en/of sociale activering van langdurig werklozen. Een baan op termijn lag wellicht in het verschiet. Deelnemers hadden feitelijk geen keus. Wilden zij niet naar de werkplaats, dan volgde in principe korting op de bijstandsuitkering. In 2014 ontstond er ophef over het gebruik van giftige stoffen bij Defensie. (Oud-) medewerkers waren ziek geworden en relateerden hun ziekte aan de blootstelling aan onder meer CARC-verf en chroom-6 tijdens hun dienstverband bij Defensie. Dit resulteerde in een door de Minister van Defensie gelast onderzoek naar de consequenties van het werken met chroom-6 houdende stoffen door het RIVM. Volledige uitkomsten van dat onderzoek zijn er helaas tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Wel kwam het RIVM met een tussentijds onderzoeksresultaat betreffende het gebruik van chroom-6 op zogenaamde POMS-sites. Conclusie was dat blootstelling aan chroom-6 in elk geval bepaalde ziekten kon veroorzaken. Als een (oud-) medewerker van Defensie kan aantonen, dat hij op een POMS-site met chroom-6 houdende stoffen heeft gewerkt en een bepaalde aandoening heeft, kan er aanspraak worden gemaakt op een uitkering. In 2015 blijkt dat er bij het Tilburgse re-integratieproject tROM mogelijk ook sprake is geweest van blootstelling aan chroom-6 stoffen. Op de locatie van NS-NedTrain moesten oude verflagen van treinen van het Spoorwegmuseum worden verwijderd en in die oude verflagen was ook chroom-6 aangetroffen. Een oud-medewerker, inmiddels ziek, stelde vragen, waaronder de vraag of zijn ziek zijn was veroorzaakt door zijn blootstelling aan chroom-6. Daarop heeft het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tilburg in juli 2016 de hiervoor genoemde onafhankelijke onderzoekscommissie ingesteld. Vandaag heeft de onderzoekscommissie de uitkomsten van haar onderzoek gepresenteerd. In haar rapport, “Door het stof” genaamd, doet zij tevens de volgende aanbevelingen:

  1. Erken fouten;
  2. Reik een vergoeding aan die recht doet aan verantwoordelijkheid en leed;
  3. Richt een onafhankelijk steunpunt in voor ondersteuning en hulp;
  4. Zorg voor kennisdeling en professionele begeleiding;
  5. Versterk handhaving en betrouwbaarheid kwaliteit deskundigen;
  6. Vergemakkelijk toekomstige schadeafhandeling.

De wijze waarop de Tilburgse onderzoekscommissie te werk is gegaan zou een voorbeeld moeten zijn voor Defensie. Drost Letselschade staat een grote groep van (nabestaanden van) (oud-) Defensie-medewerkers bij en strijdt voor deze mensen voor een rechtvaardige schadevergoeding na blootstelling aan (onder meer) chroom-6. Daar waar in Tilburg vlot wordt geacteerd en oplossingen worden voorgesteld om alle slachtoffers adequaat te helpen, verloopt het traject bij Defensie helaas stroperig. In veel gevallen moeten de uitkomsten van het RIVM-onderzoek worden afgewacht en moeten ingewikkelde procedures doorlopen worden. Blijkens het Tilburgse onderzoeksrapport kan het anders. En Defensie zou aan de Tilburgse methode een voorbeeld kunnen nemen. Aan het verleden kunnen we helaas niets meer veranderen, maar aan de toekomst wel! Geef de slachtoffers waar ze recht op hebben en zet alles in het werk om op korte termijn tot een rechtvaardige afwikkeling van de schade door blootstelling aan (onder meer) chroom-6 te komen. Zo hoort een overheid met haar burgers om te gaan. Het rapport ‘Door het stof’ kunt u inzien op de website van de Onderzoekscommissie Tilburg Chroom-6. Zie ook de reactie van advocaat Bedaux op het rapport voor Omroep Brabant.Op 31 januari 2019 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar werkzaamheden met chroom-6 bij tROM in Tilburg ook gepubliceerd op de website van het RIVM. Hier vindt u een overzicht van alle producten die zijn gepubliceerd. Samenvattend hoofdrapport van het onderzoek:

Nieuwsbericht:

De resultaten worden ook toegelicht in een video:

Voor de achterliggende wetenschappelijke rapporten verwijzen we graag naar de website van het RIVM.

 

 

RIVM-onderzoek: ex-medewerkers Defensie ontevreden

14-01-2019

Ex-medewerkers Defensie ontevreden over RIVM-onderzoek

Ex-medewerkers van Defensie zijn ontevreden over het RIVM-onderzoek naar chroom-6 en de daaruit voortvloeiende schaderegeling. Ze willen daarover een deskundigenverhoor afdwingen bij het Gerechtshof. Dat meldde de Volkskrant vorige week in een reportage over de chroom-6 affaire. ‘Het ministerie van Defensie moet gewoon de courage in zijn donder hebben om ons fatsoenlijk schadeloos te stellen’, zegt Henk Coort (60) uit het Limburgse dorp Schinveld voor zaal L in het Paleis van Justitie in Den Bosch. ‘Ze hebben ons willens en wetens blootgesteld aan chroom-6 en andere rotzooi. Zoveel mensen zijn ziek geworden of gestorven. Ik heb 31 jaar met liefde gewerkt bij Defensie, maar je krijgt stank voor dank.’ Hub Dormans uit Jabeek (Zuid-Limburg, 60) vindt het ‘schandalig’ hoe de chroom-6-slachtoffers worden afgescheept met een fooi. ‘Als dit bij een gewoon bedrijf was gebeurd, hadden ze de directie vastgezet in een cel’, zegt hij in de gang van het gerechtsgebouw. De oud-werknemers van de zogenoemde POMS-sites in Brunssum en Eygelshoven, waar decennialang NAVO-legermaterieel werd onderhouden, zijn woedend over de collectieve schaderegeling die het ministerie vorig jaar heeft opengesteld. Ze vinden de financiële compensatie (maximaal 40 duizend euro) veel te laag. Bovendien vallen veel ziektes en aandoeningen buiten de boot. Ze noemen ook de rapportage van het RIVM, die de basis vormt voor de schaderegeling, onvolledig en onjuist. Dus stonden ze woensdagmiddag strijdbaar voor het gerechtshof in Den Bosch, waar hun advocaat Rob Bedaux namens de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL POMS een verzoek indient om deskundigen te kunnen horen over het RIVM-onderzoek. Want dat onderzoek – 1.300 pagina’s dik in zeven rapporten – kan ook wat hem betreft direct de prullenbak in.

Leemtes en onjuistheden

Het vertoont leemtes en onjuistheden over de manier van werken in de Navo-werkplaatsen, aldus Bedaux. Volgens hem gaat het RIVM er ten onrechte van uit dat chroom-6 hoofdzakelijk werd ingeademd en het gritstralen (waardoor de kankerverwekkende stof vrij kwam) in afgesloten cabines plaatsvond. ‘Het gritstof dwarrelde door alle ruimtes’, aldus Bedaux. ‘Het werd met speeksel, koffie, thee of lunch ingeslikt. Het gritstof zat ook op de boterham bij de kaas.’ Volgens de advocaat gaat het RIVM uit van verkeerde veronderstellingen. Daardoor is ook de indeling van functies, mate van blootstelling en aandoeningen als gevolg van chroom-6 onjuist. ‘Het RIVM is absoluut niet onafhankelijk en objectief geweest’, zegt hij in reactie op de landsadvocaten, die betogen dat alles is gebaseerd op ‘grootschalig en onafhankelijk onderzoek van het RIVM’. Het ministerie betreurt wat er is gebeurd, staatssecretaris Barbara Visser heeft haar excuses aangeboden en ‘Defensie zal niet weglopen voor zijn verantwoordelijkheden’, aldus één van de advocaten. ‘Maar de realiteit is dat sommige ziekten wetenschappelijk niet zijn te relateren aan chroom-6.’ De landsadvocaten menen dat het verzoek voor het horen van deskundigen, die overigens ook lid waren van de klankbordengroepen van het RIVM-onderzoek, moet worden afgewezen. Ze stellen de gedupeerden voor zich met hun vragen en twijfels direct tot het RIVM te richten. Dat lijkt de rechters van het Hof ook wel een mooie en snelle manier om onduidelijkheden weg te nemen. Maar advocaat Bedaux voelt daar weinig voor: ‘Dan keurt de slager zijn eigen vlees.’

Juridisch achterhoedegevecht

Het lijkt een juridisch achterhoedegevecht dat de slachtoffers voeren. Begin vorig jaar wees de burgerlijke rechter hun eisen al af: omdat het vooral ambtenaren zijn die op de Navo-depots werkten, werden de eisen niet-ontvankelijk verklaard en doorverwezen naar de bestuursrechter. Bedaux ging tegen die afwijzing door de civiele rechter in beroep – hierover doet een andere kamer van het Bossche gerechtshof in mei een uitspraak. Het verzoek voor het horen van deskundigen is weer een ander traject. ‘Spoedeisend, want veel mensen zijn doodziek’, aldus Bedaux. In totaal hebben ruim 2.000 mensen op de vijf POMS-locaties in Zuid- en Oost-Nederland gewerkt. Defensie heeft tot eind oktober 923 duizend euro schadevergoeding uitgekeerd aan 136 slachtoffers – de gemiddelde uitkering per persoon bedraagt 7.960 euro. Enkele jaren geleden werd in het kader van een coulanceregeling al ruim 2,5 miljoen euro betaald aan ruim 350 mensen. De voorzitter van het Hof zal over zes weken beslissen of het verzoek tot het horen van deskundigen wordt toe- of afgewezen. Uit de kritische vragen van de rechters aan advocaat Bedaux lijkt de kans groot dat de slachtoffers opnieuw bot vangen. ‘Ik vond de rechter wel een beetje partijdig voor Defensie’, concludeert gedupeerde Ton Lammers (57) na afloop. BRON: de Volkskrant en Zembla (en ook De Limburger besteedde aandacht aan deze zaak).

 

 

Informatiebijeenkomst chroom-6 begin 2019

17-12-2018

Informatiebijeenkomst van Defensie over chroom-6 vinden begin 2019 plaats

Begin december 2018 ontvingen (ex-)medewerkers, slachtoffers en nabestaanden per brief een uitnodiging van de staatssecretaris van Defensie, mevrouw Barbara Visser, voor een zgn. inloopkantine chroom-6 POMS. Deze mensen hadden ook in juni 2018 een uitnodiging gehad voor de informatiebijeenkomsten die werden gehouden naar aanleiding van de publicatie van de onderzoeksresultaten van het RIVM naar het gebruik van chroom-6 op POMS-locaties van Defensie. Daarnaast was er een onafhankelijk informatiepunt ingericht waar betrokkenen en slachtoffers terecht konden/kunnen met alle vragen over het onderzoek, de regeling en de mogelijkheden voor nazorg, hulp en ondersteuning: het Informatiepunt Chroom-6 & CARC Defensie. De staatssecretaris vindt het belangrijk om, nu er enige tijd verstreken is, deze mensen nogmaals de gelegenheid te bieden om persoonlijk hun vragen te stellen of hun verhaal te delen. Daarom nodigt ze hen uit voor het bijwonen van een van de ‘inloopkantines’, waar zij zelf ook aanwezig zal zijn. Tevens zullen daar vertegenwoordigers zijn van de volgende bij deze zaak betrokken instanties:

  • Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het RIVM;
  • Het Pensioenfonds ABP;
  • Het Informatiepunt Chroom-6 & CARC, het CAOP;
  • Het Bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW) Defensie;
  • De Afdeling juridische dienstverlening Defensie;
  • De Afdeling personeel Defensie.

Anders dan bij de eerder gehouden informatiebijeenkomsten in juni 2018 is er nu geen vast programma, maar is de bijeenkomst vooral bedoeld om de betrokkenen de gelegenheid te geven om de instantie(s) op te zoeken waarvoor ze vragen hebben. Wel is het de bedoeling men zich wel aanmeldt voor deze ‘inloopkantine’, via het Informatiepunt Chroom-6 & CARC, per e-mail (infoc6&[email protected]) of telefonisch (070-376 5476), uiterlijk tot 14 januari 2019. Voor tussentijdse vragen kan men ook altijd terecht bij het CAOP. De twee informatiebijeenkomsten zijn als volgt gepland: Inloopkantine chroom-6 POMS regio Noord – Almelo datum: woensdag 23 januari 2019, van 09:00 tot 12:00 uur nadere gegevens over de locatie volgen nog Inloop kantine chroom-6 POMS regio Zuid – Kerkrade datum: woensdag 6 februari POMS, van 09.00 tot 12:00 uur nadere gegevens over de locatie volgen nog.  Afgelopen week ontving de Tweede Kamer ook een brief van de staatssecretaris van Defensie met betrekking tot het terugdringing van het toepassen van chroom-6 houdende verf op militaire luchtvaartuigen. De inhoud van de brief is te lezen in dit document.

 

 

Gevangenen willen schaderegeling chroom-6

03-12-2018

Gevangenen willen schaderegeling chroom-6

Een groep van bijna honderd gedetineerden en voormalig gedetineerden stelt de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het ministerie van Justitie aansprakelijk voor het jarenlang gedwongen werken met de kankerverwekkende stof chroom-6, zonder beschermingsmaatregelen. Bijna honderd gedetineerden in Ter Apel hebben via hun advocaat in een brief aan de hoofddirecteur van het gevangeniswezen de Dienst Justitiële Inrichtingen, Gerard Bakker, en het ministerie van Justitie aansprakelijk gesteld. Zij willen eenzelfde compensatieregeling als de mensen die bij defensie werkten met chroom-6, aldus advocaat Yehudi Moskowitz naar aanleiding van deze brief.

Chroom-6 in geïmpregneerd hout

In de gevangenis van Ter Apel werden tot voor kort schuttingen van hout gefabriceerd. Dat hout is in Polen geïmpregneerd en werd verder bewerkt door gedetineerden. Uit een rapport dat werd uitgebracht in opdracht van de gevangenis zelf en dat eerder dit jaar door De Telegraaf in de openbaarheid gebracht, blijkt dat er chroom-6 in dat geïmpregneerde hout aanwezig is en dat het soms in gevaarlijke hoeveelheden vrijkomt bij het zagen ervan. Bovendien lijkt men in de gevangenis te weinig te doen om de risico’s daarvan te beheersen. Handschoenen zaten bijvoorbeeld vol met gaten. Extra wrang is dat in deze gevangenis mensen werken en werkten die in een vorig dienstverband bij defensie al met chroom-6 werden geconfronteerd.

Onderzoek naar gebruik chroom-6 in gevangenis

Kort na deze onthullingen in De Telegraaf werd de bewerking van geïmpregneerd hout in meerdere gevangenissen, waaronder Ter Apel, Vught, Leeuwarden en Middelburg stilgelegd. Daarnaast kreeg Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) opdracht om het gebruik van chroom-6 in gevangenissen te onderzoeken. Dat onderzoek wordt komend voorjaar afgerond. De advocaat van de gedetineerden noemt het “uiterst verwijtbaar” dat een instantie die mensen hun vrijheid onthoudt en vanuit die gevangenschap opdraagt om bepaald werk te verrichten, niet de zorgplicht in acht neemt die van hen mag worden verwacht. “Die verwijtbaarheid is zelfs zo groot dat het OM momenteel mensen in het bedrijfsleven voor hetzelfde strafrechtelijk vervolgt. De ironie dat juist een onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid hierin nalatig is geweest”, aldus raadsman Yehudi Moskowicz.

Ernstige aandoeningen

Chroom-6 is een populaire stof in verf omdat het in aanraking met zuurstof een afwerende laag vormt. Zonder de juiste bescherming kan het longkanker, maagkanker en andere ernstige aandoeningen veroorzaken. In 2014 bleek dat defensiepersoneel jarenlang was blootgesteld aan chroom-6 die in grondverf voor militair materieel bleek te zitten. Defensie keerde afgelopen jaren bijna drie miljoen euro uit aan enkele honderden slachtoffers die ziek waren geworden. De groep (ex-)gedetineerden wil eenzelfde schaderegeling als die de (ex-)medewerkers van defensie hebben gekregen. De Dienst Justitiële Inrichtingen wil niet inhoudelijk reageren en verwijst naar het RIVM-onderzoek dat nog loopt. BRON: De Telegraaf

 

 

Strafrechtelijk onderzoek naar chroom-6 in werkplaats NS

21-11-2018

Strafrechtelijk onderzoek naar chroom-6 in werkplaats NS

Politie en justitie beginnen met een strafrechtelijk onderzoek naar de NS-werkplaats in Tilburg waar ruim achthonderd mensen werkten aan met chroom-6-verf beschilderde treinen. Zij zien daarvoor voldoende aanknopingspunten. Het onderzoek richt zich onder meer op schuurwerkzaamheden aan de treinstellen in de periode 2004 tot en met 2011. Het Openbaar Ministerie (OM) bevestigt berichtgeving hierover in het Brabants Dagblad. De mensen werkten in een re-integratieproject voor werklozen. Volgens het OM is tijdens de werkzaamheden vermoedelijk onvoldoende bescherming gebruikt. Nu wordt onderzocht of voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu zijn nageleefd. Ook wordt onderzocht wie hiervoor verantwoordelijk kan worden gehouden.

Gemeente Tilburg doet zelf ook onafhankelijk onderzoek

Vorig jaar november meldde het OM nog bezig te zijn met een oriënterend onderzoek, waarbij wordt gekeken of er aanknopingspunten zijn voor een strafrechtelijk onderzoek. Het strafrechtelijk onderzoek is volgens het OM complex en zal nog enkele maanden duren. Er is om informatie gevraagd en er worden meerdere getuigen gehoord. De gemeente Tilburg laat zelf ook onafhankelijk onderzoek naar de kwestie doen. De gemeente wil onder meer weten wat de gezondheidsrisico’s van chroom-6 zijn, welke bescherming de mensen die ermee werkten kregen en wie verantwoordelijk was. De onderzoekcommissie zal haar bevindingen op 31 januari presenteren. Een groep van ongeveer zeventig ziek geworden mensen heeft de gemeente al aansprakelijk gesteld. BRON: NU.nl en BD.nlVorige week publiceerde het NRC nog een interessant artikel over het gebruik van chroom-6-primer als zijnde nog steeds de beste beschermer tegen roest. Voor wie het lezen wil: zie website NRC.

 

 

Interessant magazine Chroom-6: de feiten op een rij

16-11-2018

Interessant magazine over chroom-6: de feiten op een rij

Het wordt steeds duidelijker dat de kankerverwekkende chroom-6-verf op veel meer plaatsen werd en wordt gebruikt dan alleen bij Defensie. Vanuit haar expertise op het gebied van inspectie, controle en onderzoek heeft het ingenieursbureau SGS Search een interessant magazine uitgegeven getiteld: ‘Chroom-6: de feiten op een rij’. SGS Search heeft naast inspectie, advisering en onderzoek op het gebied van (onder andere) asbest haar werkveld ook uitgebreid naar inspectie, advisering en onderzoek op het gebied van chroom-6. Zo organiseerde het bureau onlangs het allereerste ‘Chroom-6 FeitenCongres 2018’. Van dit congres is het verslag te downloaden via hun website, voor iedereen die geïnteresseerd is in vraagstukken rond het gebruik van chroom-6 op de werkvloer (vroeger en nu). Daarnaast publiceerde SGS Search een magazine ‘Chroom-6: de feiten op een rij’. Er blijkt nog veel onduidelijkheid te heersen over chroom-6. Wat is het precies en wat zijn de gezondheidsrisico’s? En hoe zorgen we voor een veilige werksituatie in organisaties waar chroom-6 gebruikt is? In dit magazine is de meest recente kennis gebundeld, geven experts hun visie op veilig werken met chroom-6 en wordt gekeken naar de ontwikkelingen in binnen- en buitenland.

Drost vertegenwoordigt ruim 350 chroom-6-slachtoffers

In het magazine komt onder andere ook Yme Drost aan het woord. Als letselschade-expert vertegenwoordigt hij ruim 350 chroom-6-slachtoffers, voornamelijk ex-medewerkers van Defensie. Hij pleit voor een betere handhaving van de regelgeving rond het gebruik van chroom-6. Hoe slordig Defensie in het verleden omging met veiligheidsvoorschriften kan ex-medewerker Gerard Leushuis vertellen. Jarenlang is hij zonder bescherming blootgesteld aan chroom-6 op de zgn. POMS-lokatie Vriezenveen. Evenals veel collega’s kreeg Leushuis gezondheidsklachten en uiteindelijk werd er bij hem kanker geconstateerd. Het magazine is voor belangstellenden ook via de website van SGS Search te lezen of te downloaden. Behalve bovengenoemde publicaties beschrijft SGS Search op haar website ook wat zij doet op het gebied van ‘chroom-6 Onderzoek’. Een van de specialisaties van het ingenieursbureau is het doen van onderzoek op locatie naar de aanwezigheid van chroom-6. Aan de hand van een scanmethode worden de aanwezige elementen in de oude verflagen vastgesteld: chroom-verbindingen maar ook andere zware metalen zoals lood of zink. In een rapportage ontvangt de opdrachtgever dan advies over een effectieve aanpak als chroom-6 of andere gevaarlijke stoffen zijn gesignaleerd. Een interessante dienstverlening voor industrieën en bedrijfstakken, die willen controleren of er ook chroom-6 op hun locaties voorkomt! BRON: SGS Search  Afgelopen week ontving de Tweede Kamer nog een brief van de staatssecretaris van Defensie, mevr. Barbara Visser. Daarin beantwoordde zij de vragen van het Kamerlid Popken (PVV) over het bericht dat in nieuwe verf dubbel zo veel chroom-6 zit. De volledige tekst van deze brief kunt u hier als pdf-bestand openen of downloaden. Kort daarna ontving de Tweede Kamer ook een brief van de staatssecretaris, waarin ze antwoord gaf op vragen over het aanhoudend gebruik van chroom-6 bij de Koninklijke Luchtmacht. Ook dit document is te openen of downloaden.

 

 

Onderzoek chroom-6-zaak Tilburg vertraagd

07-11-2018

Onderzoek naar Tilburgse chroom-6 zaak vertraagd

Het onderzoek dat eindelijk uit moet wijzen welke gevaren Tilburgse werklozen liepen toen zij chroomverf van treinen schuurden, is opnieuw vertraagd. Over iets minder dan drie maanden is het klaar. Dat meldde het Brabants Dagblad. De (ex-)werklozen die in Tilburg treinen voor NedTrain moesten opknappen, wachten intussen al twee jaar op duidelijkheid over hun chroom-6-kwestie. Alle toenmalige werklozen kregen gisteren een brief waarin wordt uitgelegd dat het onderzoek nog iets meer tijd vergt. Er gloort nu wel licht aan het eind van de tunnel: op 31 januari worden de onderzoeksresultaten eindelijk gepresenteerd. Het is voor het eerst dat betrokkenen mogen toeleven naar een opleverdatum. De nieuwe vertraging is te wijten aan een alternatieve onderzoeksmethode die onderzoeksinstituut RIVM moest ontwikkelen.

Meer tijd

In Tilburg moesten zo’n 800 werklozen van 2004 tot 2012 treinen opknappen, om hun bijstandsuitkering te behouden. Jaren later kwam aan het licht dat de verf die van de treinen werd afgeschuurd het gevaarlijke chroom-6 kon bevatten. Eind 2016 gaf de gemeente een onafhankelijke commissie opdracht alles tot op de bodem uit te zoeken, maar die commissie moest steeds weer melden dat zij meer tijd nodig had, tot frustratie van de slachtoffers. De commissie heeft een deel van het onderzoek uitbesteed aan het het RIVM. Het laatste wat commissievoorzitter Peter van der Velden (oud-burgemeester van Breda) meldde was dat er ‘na de zomer’ een rapport zou liggen, maar die belofte kan hij opnieuw niet waarmaken. Het RIVM, door Van der Velden eerder aangespoord om tempo te maken, had weer meer tijd nodig.

Alternatieve methode

De commissie meldt nu dat de vertraging te wijten is aan het feit dat de chroomblootstelling van de Tilburgse betrokkenen moeilijk in kaart te brengen was. De werkzaamheden tijdens het werklozenproject konden per dag en per persoon verschillen. Bij Defensie (waar personeel ook aan chroomverf werd blootgesteld) kon een inschatting per functiegroep worden gemaakt, maar dat is in Tilburg dus niet mogelijk. Een woordvoerder van het RIVM voegt toe dat de alternatieve methode die ontwikkeld werd eerst met verschillende experts besproken moest worden. Het onderzoek bij Defensie is overigens al afgerond. Daaruit bleek onder meer dat personeel onvoldoende beschermd werd. Er kwam een schaderegeling voor slachtoffers en nabestaanden. Deze regeling komt onder andere vandaag aan de orde in eeh zitting van de vaste Kamercommissie voor Defensie met de staatssecretaris mevrouw Barbara Visser. Uit onderzoek van het Brabants Dagblad bleek al dat ook de werklozen in Tilburg gewag maken van onvoldoende bescherming. Daarnaast ontdekte de krant dat de NS in de jaren zeventig al op de hoogte was van de gevaren van chroom-6. De Tilburgse werklozen werkten op het terrein van NS-dochter NedTrain. Van 100 oud-deelnemers van het Tilburgse werklozenproject tROM die hun gezondheid hebben laten onderzoeken, hebben er 17 klachten waarvan het ‘heel goed mogelijk is’ dat ze verband houden met blootstelling aan het giftige chroom-6. Het gaat met name om ernstige huid- en longklachten. Aldus een eerder bericht in het BD van 13 juni 2018.

 

 

Het verhaal van chroom-6 voor de Tweede Kamer

07-11-2018

De Tweede Kamer buigt zich deze week over het schandaal rond chroom-6, de verf die werknemers van Defensie ziek maakte. Vorige week was een rondetafelgesprek van Kamerleden met vertegenwoordigers van (ex-)werknemers en experts en vanmiddag staat het onderwerp Chroom-6 bij Defensie op de vergaderagenda van de Tweede Kamercommissie voor Defensie met de staatssecretaris van Defensie, mevrouw Barbara Visser. Het NRC ging gisteren uitgebreid in op deze affaire Hartverscheurend zijn de verhalen die oud-werknemers van Defensie vertellen in het zaaltje in het gebouw van de Tweede Kamer. Over hoe ze jarenlang militair materieel onderhielden zonder te weten dat ze werden vergiftigd door chroom-6 in de verf. En over hoe ziek ze uiteindelijk werden en nu zwaar gehandicapt door het leven gaan. „Ik had zo graag met mijn kleinzoon willen voetballen, maar dat gaat echt niet”, vertelt een van hen. Eén verhaal maakt bijzonder veel indruk, dat van een vrouw die haar man heeft verloren aan kanker – waarschijnlijk veroorzaakt door chroom-6. Bij de aanvraag van een schadevergoeding door Defensie kreeg ze te horen: „De handtekening van uw man ontbreekt.” Kamerleden komen er meermalen „diep geraakt” op terug. André Bosman (VVD) spreekt generaal-majoor Nico van der Zee erop aan: „Dat kan toch niet de bedoeling zijn van de wet?” Van der Zee antwoordt: „Natuurlijk raakt mij dit heel erg. Maar als ambtenaar voer ik de wet uit. Ik maak de wetten niet.” In het chroom-6-schandaal ligt de bal nu inderdaad bij de politiek. Woensdag praat de Kamer met staatssecretaris Barbara Visser (Defensie, VVD) over de manier waarop de kwestie wordt afgehandeld. Daarbij wordt onder meer gesproken over de schaderegeling voor slachtoffers en nabestaanden en over de tien rapporten die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maakte over chroom-6 en de ziekten van (oud-) werknemers van Defensie. Ter voorbereiding hield de Kamer vorige week een hoorzitting met betrokkenen en hoofdrolspelers. Daarbij passeerden tal van kwesties, waarbij de Kamer nadrukkelijk zocht naar manieren om nog wat bouten en moeren aan te draaien. Zo ondervroeg Hanke Bruins Slot (CDA) de militaire leidinggevenden over de manier waarop ze nu wel een veilige werkomgeving voor het personeel denken te garanderen. Het complete artikel van het NRC is zeker de moeite van het lezen waard en u kunt het vinden op de website van het NRC.  (De agenda van onderwerpen voor de Commissievergadering van vanmiddag staat op de website van de Tweede Kamer)

 

 

Onderzoek gezondheidsrisico’s CARC

05-11-2018

Onderzoek gezondheidsrisico’s CARC op POMS

Afgelopen week ontving de Tweede Kamer een brief van staatssecretaris Visser van Defensie over vervolgonderzoek naar de gezondheidsrisico’s van het gebruik van CARC op de POMS-locaties. Ze had eerder al toegezegd dat ze de Kamer nader zou informeren over de voortgang van het aanvullend onderzoek dat zich richt op de gezondheidsrisico’s door het gebruik van CARC-verf op de POMS-locaties. Hierover had voormalig minister Hennis-Plasschaert de Kamer eerder geïnformeerd. In deze brief ging ze in op de opzet en het Plan van Aanpak voor dit onderzoek zoals dat door de paritaire commissie op 11 oktober besloten was op basis van advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Op basis van het rapport “Evaluatie en prioritering schadelijke stoffen in CARC, gebruikt op de Nederlandse POMS-locaties” (RIVM-rapport 2018-0050) heeft de paritaire commissie besloten het vervolgonderzoek in eerste instantie te richten op de component hexamethyleen diisocyanaat (HDI) in CARC. Deze prioritering is gebaseerd op de relatief hoge gehalten van dit bestanddeel in alle typen CARC gedurende de relevante periode van gebruik op de POMS en de toxicologische classificatie sensibiliserend/allergeen waar in principe geen drempelwaarde voor bestaat. De Paritaire Commissie heeft besloten dat op basis van de bevindingen van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van HDI in CARC en op advies van het RIVM prioriteiten van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van CARC zullen worden vastgesteld.

Plan van Aanpak

Het Plan van Aanpak HDI/POMS met daarin opgenomen de specifieke onderzoeksvragen en een uitwerking per werkpakket is door de paritaire commissie vastgesteld. De onderzoeksvragen zijn gebaseerd op de breder geformuleerde onderzoeksvragen voor het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s door het gebruik van chroom-6 en CARC bij Defensie. Deze vragen waren op hun beurt weer gebaseerd op de vragen die verschillende betrokkenen voor aanvang van het onderzoek hebben aangedragen. Het RIVM zal dit onderzoek op vergelijkbare wijze uitvoeren als het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van chroom-6 op de POMS en betrekt onder andere de Universiteit van Utrecht, de Universiteit van Maastricht en TNO bij de uitvoering van het onderzoek. Zoals toegezegd in de beleidsreactie van de staatssecretaris ingaande op de vierde aanbeveling zal de paritaire commissie in de bestaande samenstelling ook bij dit onderzoek verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke aansturing. De staatssecretaris zegde toe, dat ze de Kamer zal informeren over de voortgang van het onderzoek en de conclusies en aanbevelingen van de paritaire commissie. De volledige tekst van deze brief kunt u hieronder als pdf-bestand openen of downloaden. Kamerbrief over onderzoek gezondheidsrisico’s gebruik carc op POMS-locaties

Over chroom-6

Daarnaast ontving de Tweede kamer ook een drietal brieven, waarin de staatssecretaris antwoord gaf op door de Kamer gestelde vragen over de onthulling van Nieuwsuur (in september j.l.) dat de bescherming van defensie-personeel tegen chroom-6 nog steeds onvoldoende zou zijn. Ook deze brieven zijn in te zien via de website van de Rijksoverheid onder Documenten met als trefwoord: chroom-6.

 

 

Verband chroom-6 en auto-immuunziektes

01-11-2018

Bewijs het gevaar van chroom-6 maar eens!

Volgens immunoloog Cohen Tervaert is er wel degelijk een verband tussen chroom-6 en auto-immuunziektes. Dat stelt hij in een artikel dat eergisteren te lezen was in het NRC. Internist-immunoloog Jan Willem Cohen Tervaert zag in Maastricht de afgelopen vijf jaar bijna twintig patiënten met dezelfde soort klachten: „Met ook steeds hetzelfde patroon.” Eerst hadden ze chronische neus- en bijholteonstekingen, allergieën, astma en huidafwijkingen. Later kwamen daar moeheid, spierpijn, koortsigheid en droge ogen bij. En op een gegeven moment ontwikkelden tien van hen (zeldzame) auto-immuunziekten zoals reuma en psoriasis. De patiënten hadden nog iets gemeen: zij hadden gewerkt op een defensielocatie waar ze militaire voertuigen onderhielden. Bij het schuren, schilderen en lassen hadden zij giftige chroom-6-verbindingen uit de roestwerende verf binnengekregen. „Op het moment dat ze ziek werden, waren het gezonde jonge mannen tussen de 17 en 39 jaar. Terwijl auto-immuunziekten normaal gesproken op deze leeftijd vooral bij vrouwen voorkomen”, zegt Cohen Tervaert.

Tweede Kamer

De arts, die nu hoogleraar is aan de universiteit van Alberta in Canada, zal dit ook via een Skype-verbinding vertellen aan de Tweede Kamer. Die houdt deze donderdag een rondetafelgesprek over chroom-6. Daarbij wordt gesproken over de rapporten die het volksgezondheidsinstituut RIVM eerder dit jaar uitbracht over het ziekmakende chroom-6. Daarin concludeert het RIVM dat bijvoorbeeld longkanker bij bepaalde (ex-)werknemers zeer waarschijnlijk is veroorzaakt door chroom-6. Voor andere aandoeningen die werknemers hebben gemeld, zoals het uitvallen van tanden en het ontstaan van auto-immuunziekten, is er volgens het RIVM echter onvoldoende bewijs dat chroom-6 de oorzaak is. Voor hoeveel frustratie dat zorgt bij zieke oud-werknemers, blijkt uit de brieven die zij en hun vertegenwoordigers hebben gestuurd aan de Kamer. Een advocaat pleit er zelfs voor om de RIVM-rapporten „in de prullenbak” te gooien.

Erfelijke aanleg

De wrijving toont de kloof tussen de wetenschappelijke bevindingen van de RIVM-experts en de breed gedeelde ervaringen van patiënten en dokters. De RIVM-experts zochten bewijs in bestaande wetenschappelijke studies, maar voor veel aandoeningen ontbreken goede onderzoeken naar het verband met de blootstelling aan chroom-6. Ook onderzocht het RIVM de mogelijkheid van zogeheten epidemiologische studies, waarbij de (ex-)werknemers zouden worden vergeleken met de rest van de bevolking. Het opzetten van dit soort vergelijkende studies bleek echter onmogelijk, onder meer doordat niet bekend is hoeveel mensen ooit op de defensielocaties werkten. „Het klopt dat epidemiologisch onderzoek ontbreekt, maar voor mij is het zeer waarschijnlijk dat chroom-6 deze mensen ziek heeft gemaakt”, zegt Cohen Tervaert. Chroom-6 is niet de oorzaak van auto-immuunziekten, benadrukt hij, maar heeft die waarschijnlijk wel in gang gezet bij mensen met een erfelijke aanleg daarvoor. Bij auto-immuunziekten zoals reuma en psoriasis, valt het afweersysteem delen van het eigen lichaam aan, waardoor ontstekingen kunnen ontstaan aan bijvoorbeeld de huid (psoriasis) of de gewrichten. „Waarschijnlijk heeft het inademen van chroom-6 bij mensen-met-aanleg het afweersysteem geactiveerd en zo bijgedragen bij het ontwikkelen van de ziekten.”

Gebrek aan bewijs

Aanwijzingen voor zo’n ‘adjuvant effect’ zijn gevonden bij een dierstudie, terwijl bij kleine, experimentele studies bij mensen alleen een verandering van immuuncellen werd gezien. Het RIVM erkent daarom „dat chroom-6 wel effecten kan hebben op het afweersysteem” en bijvoorbeeld allergische astma kan veroorzaken. Maar de experts zien „geen bewijs” dat door chroom-6 „auto-immuunziekten kunnen ontstaan bij mensen.” Cohen Tervaert heeft hierover gediscussieerd met de RIVM-experts in een klankbordgroep, waarin hij zitting had: „Ik heb voorgesteld om in elk geval alle werknemers grondig te onderzoeken, zoals twintig jaar geleden is gedaan na de Bijlmerramp. Dat heeft toen niet veel opgeleverd, maar inmiddels weten we veel meer over auto-immuunziekten.” Dat voorstel nam het RIVM niet over, omdat experts daar alleen genoegen nemen met de hoogste wetenschappelijke standaard, het bevolkingsonderzoek. Hard bewijs komt er dus niet, of pas heel laat. Cohen Tervaert ziet een parallel met borstimplantaten, waarnaar hij jaren onderzoek heeft gedaan. „In de jaren tachtig bleek al dat muizen met siliconenimplantaten vaker auto-immuunziekten zoals reuma ontwikkelden dan muizen zonder. Pas onlangs hebben we met een grote studie kunnen aantonen dat vrouwen met implantaten 45 procent vaker auto-immuunziekten krijgen krijgen dan vrouwen zonder. Zo lang kan het dus duren voor een verband definitief is bewezen.” BRON: NRC.nl

 

 

Alternatieven voor chroom-6-houdende verf

31-10-2018

Zijn er alternatieven voor chroom-6-houdende verf?

Chroom-6-verf zal nog even gebruikt blijven worden. Alternatieven voor een verf met daarin de kankerverwekkende stof chroom-6 zijn niet zomaar toepasbaar, zegt hoogleraar corrosietechnologie Arjan Mol. Volgens hem moet nog veel kennis worden opgedaan. Het dagblad Trouw stelde hem onlangs enkele vragen naar aanleiding van zijn onderzoek naar alternatieven voor chroom-6-houdende verf. De Nederlandse luchtmacht gebruikt bij het onderhoud van sommige vliegtuigen en helikopters nog altijd een verf met daarin de kankerverwekkende stof chroom-6. Een nieuwe grondverf – een zogeheten high solid primer – bevat zelfs twee keer zo veel van de giftige stof als een oude variant van de verf, bleek uit recent onderzoek van het actualiteiten¬programma ‘Nieuwsuur’. Hoewel Defensie volgens het arbobesluit wettelijk verplicht is om chroom-6-houdende verf waar mogelijk te vervangen, slaagt de Nederlandse luchtmacht er niet in de giftige stof helemaal uit de werkplaats te verbannen. Vier vragen hierover aan Arjan Mol:

Waarom zit er soms nog chroom-6 in een verf?

“Een chromaathoudende coating biedt een heel goede bescherming tegen corrosie, voor ijzer en staal ook wel roesten genoemd. De stof heeft een zelfherstellend karakter: bij een beschadiging in de verf lost het chromaat op in water en vormt een laagje in de kras dat ervoor zorgt dat het onderliggende metaal niet gaat corroderen. Chroom-6 heeft zich al tientallen jaren bewezen als een stof die de levensduur van een vliegtuig verlengt. Componenten die lastig te inspecteren zijn, zoals de binnenzijde van vliegtuigonderdelen, krijgen nog altijd een laagje met daarin chromaat. Daarmee heb je vele jaren bescherming.”

Maar chroom-6 is giftig, zijn er alternatieven?

“De buitenzijde van vliegtuigen bedoeld voor de burgerluchtvaart wordt al geschilderd met een chroomaatvrije verf. De bulk van het materiaal is hetzelfde maar het ingrediënt dat de corrosie moet tegengaan is nu gebaseerd op een ander stofje dat niet slecht is voor mens en milieu. Vliegtuigmaatschappijen gebruiken dit alternatief inmiddels jaren en er zijn geen problemen mee.”

Begrijpt u dat de Nederlandse luchtmacht toch verf met chroom-6 gebruikt?

“Hoewel er parallellen zijn te trekken tussen de burgerluchtvaart en Defensie kan ik me voorstellen dat vliegtuigen en helikopters van de luchtmacht aan andere condities worden blootgesteld. Daarom valt er denk ik wel iets te zeggen voor een gefaseerde overstap op chromaatvrije toepassingen. (Bij nieuwe toestellen zoals de JSF en helikopter NH-90 is alle verf al chromaatvrij, red). We moeten er zeker mee aan de slag, maar moeten ook nog veel kennis opdoen van alternatieven voor chroom-6, bijvoorbeeld op het gebied van levensduur. Testen in een lab kunnen wel een indicatie geven, maar uiteindelijk geeft de praktijk uitsluitsel.”

Hoe kan Defensie ervoor zorgen dat ze chroom-6-vrij wordt?

“Het lijkt me goed dat alle partijen de handen ineenslaan om aan een definitieve oplossing voor chromaathoudende coating te werken. Daarvoor heb je niet alleen leveranciers en afnemers nodig, maar ook onafhankelijke kennis. Bij de TU Delft zijn we denk ik wereldwijd gezien een voorloper als het gaat om onderzoek naar alternatieven voor chroom-6. Nee, contacten met Defensie hebben helaas nog niet geleid tot concrete samenwerking op dit gebied. Maar dat kan snel, ik zou daar een voorstander van zijn.” BRON: dagblad Trouw

 

 

Chroom-6-rapport RIVM deugt niet’

27-10-2018

Advocaat stelt dat chroom-6 rapport RIVM niet deugt

Het chroom-6 rapport van het RIVM deugt niet, dat zegt advocaat Bedaux uit Heerlen. Hij vindt dat de chroom-6 deelrapporten zijn geschreven door ondeskundigen. Hij stelt dat de klankbordgroep van het RIVM deze deelrapporten heeft overgenomen en daardoor een onvolledig en onjuist eindrapport heeft geschreven. Dat berichtte RTV-Oost gisteren. Volgens Bedaux was het onderzoek over wat wel en minder bekend is over chroom-6 niet echt nodig. “In het verleden waren er al een zeer groot aantal inventarisaties van de gevolgen van chroom-6 bekend. Ik trof bijvoorbeeld Turkse, Franse Amerikaanse en Braziliaanse onderzoeken aan over samenhangend verkleuren en afbrokkelen van tanden na chroom-6 terwijl het RIVM die samenhang globaal ontkent.” Verder stelt Bedaux dat het RIVM in het onderzoek alleen over chroom-6 schrijft, terwijl er volgens hem op de werkvloer contact is geweest met meerdere andere stoffen, zoals benzeenhoudende smeer- en oplosmiddelen, strontium, PX-10, JP-8, Halon, uranium en asbest zonder beschermende middelen. “De conclusie is dat de combinatie van die stoffen met chroom-6 nog schadelijker is en dus meer beperkingen met zich mee kan brengen dan dat alleen chroom-6 ontbreekt.” Bedaux concludeert dat de totstandkoming van het rapport te lang heeft geduurd, volgens hem helpt het rapport niet de mensen maar juist de overheid. “Vanwege onjuiste uitgangspunten slaat het RIVM ook met de indeling van werkzaamheden en ziekten de plank mis. Dit dure vierjarige onderzoek zou eigenlijk alleen al vanwege onjuiste veronderstellingen de prullenbak in kunnen”, zegt Bedaux. De Heerlense advocaat Rob Bedaux staat al vanaf 2014 veel zieke (ex)medewerkers van Defensie bij in hun roep om een schadevergoeding. De meesten zijn ook in aanraking geweest met chroom-6 bij hun werkzaamheden op POMS-locaties in Brunssum en Eygelshoven. Een Hoger Beroep in mei 2018, waarin Bedaux voor individuele slachtoffers een hogere schadevergoeding eiste, werd echter afgewezen.

 

 

Meer chroom-6 nieuwe verf

22-10-2018

Dubbel zoveel giftig chroom-6 in nieuwe verf Defensie

De Nederlandse luchtmacht maakt ondanks klachten en vragen van het personeel nog steeds gebruik van een nieuwe verf voor vliegtuigen en helikopters – een ‘high solid primer’ – waarin dubbel zoveel van de kankerverwekkende stof chroom-6 zit als in de oude verf. De oude verf mag sinds 2012 niet meer worden gebruikt omdat er te veel oplosmiddelen in zitten. Om te voldoen aan de wetgeving daarover, negeerde Defensie andere wetgeving die bepaalt dat het gebruik van de kankerverwekkende stof chroom-6 moet worden verminderd. Dat blijkt uit interne stukken die Nieuwsuur heeft ingezien.

Luchtveiligheid

In een eerdere uitzending van Nieuwsuur bleek dat personeel van Defensie nog altijd onvoldoende wordt beschermd tegen chroom-6. Generaal Nico van der Zee, directeur Veiligheid bij Defensie, zei in die uitzending dat Defensie vanwege wet- en regelgeving niet anders kan dan chroom-6 gebruiken. “Een vliegtuig mag wettelijk gezien niet eens vliegen als die verf niet is gebruikt”, zei de generaal. Volgens Defensie is er ook “een gebrek aan vertrouwen” in chroomvrije verf. De luchtveiligheid zou in het geding komen. Maar uit onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat er geen enkele wettelijke verplichting is om chroomhoudende verf te gebruiken.

Bescherming tegen chroom-6 onvoldoende

Buurlanden hebben inmiddels radicaal andere beslissingen genomen in dit dossier. België gebruikt sinds 2014 geen verf meer met chroom-6 en het Noorse ministerie van Defensie laat weten dat er al sinds 2012 met chroomvrije verf wordt gewerkt, op een paar specifieke toepassingen na zoals in brandstoftanks. Beide landen hebben dus wel een chroomvrij alternatief kunnen vinden. Uit 151 interne documenten blijkt dat Defensie in Nederland al jaren praat over het vervangen van de verf met de kankerverwekkende stof – de wettelijke vervangingsplicht is zelfs vastgelegd in het Arbobesluit – maar dat er in de praktijk weinig gebeurt. De schilders en spuiters van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) uiten hun zorgen over de nieuwe ‘high solid primer’ met een verhoogd percentage chroom-6 ook al jaren. De interne arbodienst van Defensie deed in 2014 onderzoek en concludeerde in een conceptrapport dat “‘high solid primers’ verhoudingsgewijs meer chroom-6 bevatten, met alle gezondheidsrisico’s van dien”. “Daar deze coating blijkbaar in dezelfde laagdikte wordt aangebracht als de traditionele coatings zal een ‘high solid-coatinglaag’ in absolute zin meer chroom-6 bevatten”, staat in het uiteindelijke rapport van 2015. In mei 2017 staat in een verslag van een Defensie-vergadering: “Ondanks dat dit probleem nog bij sommigen vraagtekens oproept, hebben we besloten het hier bij te laten en verder geen vervolgonderzoek te starten.” In september van dat jaar wordt “verder afgezien van dit agendapunt”, zo blijkt uit een vergaderverslag.

Dunnere verflaag

De fabrikant van de verf zegt dat als de schilders de verf in een dunnere laag aanbrengen de hoeveelheid chroom-6 niet hoger zal zijn dan bij de oude verf. Maar schilders geven aan dat dit niet realistisch is. Defensie zegt in een reactie op de bevindingen van Nieuwsuur dat er geen goed alternatief is voor de verf. Ook zouden de schilders de verf inmiddels wel in een dunnere verflaag aanbrengen, “waardoor de hoeveelheid chroom-6 ongeveer gelijk blijft”. “Op dit moment lopen onze mensen geen enkel gevaar, daar waar we verf met chroom-6 gebruiken. Onze mensen werken nu veilig. Waar dat niet zo was, zijn de werkzaamheden stilgelegd. We hebben alles in place om chroom-6-verf goed te gebruiken en veilig.” Dat zei plaatsvervangend commandant der luchtstrijdkrachten Mario Verbeek in Nieuwsuur. BRON: NOS Nieuwsuur

 

 

Defensie publiceert documenten chroom-6

30-09-2018

Defensie publiceert weer documenten chroom-6

Het Ministerie van Defensie heeft op de website van Rijksoverheid een overzicht gepubliceerd van documenten uit de periode 2016 tot 2018 met betrekking tot chroom-6. Deze documenten zijn daarmee vrijgegeven en ter inzage voor iedereen. Op de website van de Rijksoverheid kan men via het onderdeel Documenten met het trefwoord ‘chroom’ of ‘chroom-6’ alle documenten inzien, die Defensie tot op heden heeft gepubliceerd rond dit onderwerp. Als er weer een nieuwe serie documenten wordt vrijgegeven, geeft de Rijksoverheid dit door middel van een nieuwsbrief door aan degenen die zich daarvoor hebben ingeschreven. Deze inschrijving is gratis voor belangstellenden. De volgende documenten zijn inmiddels gepubliceerd:

Op de website van de Rijksoverheid is onder Onderwerpen veel informatie rond chroom-6 en CARC verzameld, met een link naar alle relevante documenten. Kijk voor een pdf-bestand met een lijst van alle documenten over CARC en chroom-6 in het overzichtsdocument publicaties.

 

 

Defensiepersoneel nog onvoldoende beschermd tegen chroom-6

26-09-2018

De bescherming van defensiemedewerkers die het hoogste risico lopen om in aanraking met chroom-6 te komen, laat te wensen over. Dat blijkt uit interne documenten die in bezit zijn van het actualiteitenprogramma Nieuwsuur. Uit de interne documenten blijkt dat medewerkers die nu het onderhoud van vliegtuigonderdelen uitvoeren – zoals verf spuiten, lassen en schuren – nog steeds in hogere mate blootstaan aan chroom-6 dan wettelijk is toegestaan. Defensie zegt dat er voldoende beschermingsmaatregelen worden genomen, zoals maskers en overalls. Maar uit een rapport van april 2018 blijkt dat deze beschermingsmaatregelen niet altijd goed worden uitgevoerd, waardoor de bescherming tekortschiet. Begin dit jaar stelt Defensie intern ook vast dat de aanpak van het chroom-6-vraagstuk tekortschiet. “Er wordt niet voldaan aan belangrijke bepalingen in wet- en regelgeving ten aanzien van het veilig werken met kankerverwekkende stoffen zoals chroom-6”, schrijft Stafgroep Safety in een intern document. Al in 2015 wordt onderzoek gedaan naar chroom-6 in de spuitcabines van Defensie. In deze cabines worden vliegtuigonderdelen gespoten met chroom-6-houdende verf. Als blijkt dat de maximale waarden van de stof worden overschreden, gaat een aantal cabines op slot. Zolang ze niet vernieuwd worden, waardoor ze veilig zouden zijn voor het personeel, mogen ze niet worden gebruikt.

Te weinig gedaan

Volgens jurist Ferre van de Nadort, die de interne documenten van Defensie in zijn bezit kreeg via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB), is de wijze waarop met het dossier chroom-6 wordt omgegaan typerend voor Defensie. “Er wordt heel erg veel gesproken en vergaderd, maar uiteindelijk wordt er gewoon te weinig gedaan.” Ook Anne-Marie Snels van vakbond AFMP valt dit op. “Het duurt allemaal veel te lang. En dat terwijl er wel vervangende middelen beschikbaar zijn.” Nieuwsuur legde de resultaten van de metingen naar chroom-6 voor aan toxicoloog Martin van den Berg, verbonden aan de Universiteit van Utrecht. “De luchtwaardes liggen boven de norm”, zegt hij. “De maximale waarde is 1, de metingen komen uit op 6 of 7. Dat is een aanzienlijke blootstelling.” Volgens Van den Berg moet blootstelling te allen tijde voorkomen worden. “We weten zeker dat chroom-6 kanker veroorzaakt bij de mens, daarom moeten we er heel voorzichtig mee zijn.”

Ook in gasmaskers

Naast bescherming van het personeel is Defensie verplicht om materieel dat chroom-6 bevat te vervangen door chroomvrij materieel, als dit er is. Uit de stukken blijkt bijvoorbeeld dat er onderdelen van gasmaskers worden gebruikt waar chroom-6 in zit. Deze zogenoemde filterbussen van het type AMF-12 worden gebruikt in oefeningen, maar gaan ook mee op missie. Zo bevestigt een Nederlandse militair die anoniem wil blijven dat hij zo’n gasmasker onlangs mee had naar Mali. Hoewel de blootstelling aan chroom-6 met deze maskers onder de maximale waarde ligt, is Defensie wel verplicht ze te vervangen. Dat concludeert Defensie ook zelf: “Chroom-6-houdende artikelen moeten volgens het Arbobesluit zo spoedig mogelijk vervangen worden.” Dit gebeurt niet, zo blijkt uit een document uit maart 2017. “De voorraad zou vervangen worden in het DIP-project. Dit project is echter om financiële redenen uitgesteld tot 2023.” In een reactie zegt Defensie dat de betreffende gasmaskers nu ‘uitgefaseerd’ worden, waardoor ze op termijn niet meer gebruikt zullen worden. BRON: NOS-Nieuwsuur

 

 

Wachten op schadevergoeding chroom-6

08-08-2018

Vliegbasis wacht op vergoeding chroom-6

Oud-medewerkers van de voormalige Vliegbasis Twenthe moeten volgens letselschadespecialist Yme Drost nog jaren wachten op schadevergoeding voor het werken met chroom-6. “Uitstel van executie voor Defensie.” Dat berichtte het dagblad Tubantia. Oud-medewerkers van de toenmalige militaire Vliegbasis Twenthe kunnen nog lang geen individuele schadevergoedingen tegemoetzien voor het werken met gevaarlijke chroom-6-verf. Dat zegt letselschadespecialist Yme Drost uit Hengelo na een gesprek dat hij gistermiddag had met medewerkers van Defensie. “Dat gaat tot na 2020 duren. En dat is een voorzichtige schatting. Onbegrijpelijk, want er zijn al slachtoffers overleden. En schadevergoeding is in eerste instantie niet voor nabestaanden, maar voor hen die schade hebben geleden.” Begin juni kwam het ministerie van Defensie met excuses en aangekondigde schadevergoedingen voor het personeel van zogenaamde POMS-sites, zoals in Vriezenveen, waar met de kankerverwekkende verf werd gewerkt. “Maar ook op andere plekken binnen de luchtmacht, landmacht en marine kwamen mensen met dat spul in aanraking”, zegt Drost. “Van de 350 mensen die ik bijsta in dit dossier, werkte ongeveer de helft niet op de POMS-sites, maar heeft wel gelijke aandoeningen en klachten.”

Goed werkgeverschap

Volgens Drost wil Defensie dat het RIVM eerst onderzoeken doet naar alle locaties waar met chroom-6-verf is gewerkt, zoals Vliegbasis Twenthe. “Daaruit moet dan blijken wie er mee in aanraking kwam en in welke mate. Maar het staat al vast dat het spul gebruikt is, en er zijn medewerkers met klachten. Dan getuigt het niet van goed werkgeverschap om je opnieuw te verschuilen achter het RIVM en zaken opnieuw jaren te laten duren. Ik begrijp dat Defensie zaken goed wil uitzoeken, hoor, want het is een zwaar dossier. Maar dit is uitstel van executie voor Defensie.” Drost zegt contact te zullen zoeken met Kamerleden om de situatie van de militairen aan te kaarten. BRON: dagblad TubantiaKijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en/of ons dossier Chroom-6.

 

 

Ook chroom-6-verf Vliegbasis Twenthe

30-07-2018

Defensie verzweeg gevaar van giftige chroom-6-verf op Vliegbasis Twenthe

Al in de jaren 80 spraken medewerkers van de Vliegbasis Twenthe keer op keer hun bezorgdheid uit over het gebruik van chroom-6 als onderhoudsverf voor F-16-straaljagers. Het ministerie van Defensie, hun werkgever, deed daar niets mee. „Defensie is zo strafbaar als maar kan,” aldus letselschade-expert Yme Drost vanmorgen in het dagblad Tubantia. Nieuw opgedoken documenten tonen aan dat het ministerie van Defensie willens en wetens signalen van medewerkers van de Vliegbasis Twenthe over chroom-6 heeft genegeerd en gebagatelliseerd. Dat zegt de Hengelose letselschadespecialist Yme Drost, die 350 slachtoffers van het werken met de kankerverwekkende onderhoudsverf bijstaat in hun strijd om adequate schadevergoedingen van het ministerie van Defensie. De defensiemedewerkers klaagden al tussen 1982 en 1986 onder meer over de penetrante geur in de hangars waarin F-16’s van nieuwe verflagen werden voorzien. Ook adviezen van bedrijfsartsen en arbeidsinspectie om de afzuiging en ventilatie in de hangars te verbeteren zijn blijkens de informatie van Drost in de wind te zijn geslagen.

Wroeging

De Hengelose jurist Drost beweert dat hij de betreffende stukken, ook in handen van onderzoeksjournalisten van Follow the Money, zelf een jaar geleden ontving. Ze zaten in een dikke enveloppe die bij hem in de brievenbus viel. De afzender was volgens hem anoniem, maar de inhoud wat hem betreft ‘explosief’. Op verschillende documenten, met handgeschreven aantekeningen, trof hij naar eigen zeggen het stempel ‘dienstgeheim’ aan. Drost denkt dat het materiaal afkomstig is van iemand uit de top van Defensie. „Vermoedelijk iemand die wroeging kreeg”. Uit de documenten leidt Drost af dat ‘Defensie in die jaren al waarschuwing op waarschuwing kreeg’. „Ik heb een stuk waarin een arts wordt aangehaald die zegt dat hij chroom-6 bij iemand in de urine heeft aangetroffen. Maar men stond erbij en keek ernaar. Er zijn mensen dood aan gegaan. Bij bosjes! En Defensie liet het allemaal gebeuren. Er zijn mensen in dit land voor minder gevangen gezet.”

Verjaard

Volgens Drost is de hele werkwijze van Defensie op de Vliegbasis Twenthe ‘hoogst kwalijk’ en ‘zo strafbaar als maar kan’. Maar strafrechtelijk is de zaak verjaard. „Ze hebben het deksel op de pot gehouden.” Hij vergelijkt het met de zaak rond de neuroloog Jansen Steur. „Gewoon lang genoeg wachten tot het is verjaard en je alleen de schade hoeft te betalen.” Die schade schat de letselschade-expert op tientallen miljoenen, ‘maar die zie ik niet terug in de Defensiebegroting’. „Dat wordt ook nog een heel probleem.” Drost vindt dat het ministerie hard moet optreden tegen de leidinggevenden die destijds aan de knoppen zaten. Al zullen de meesten, verwacht Drost, inmiddels met pensioen zijn. Hoeveel mensen van de gevaren van chroom-6 afwisten, blijkt volgens Drost niet exact uit de documenten, maar hij geeft aan notulen van vergaderingen te hebben waar sowieso twaalf mensen bij aanwezig waren.

Amerikanen wezen op gevaren

Werkgelegenheid, de Amerikanen van dienst zijn. Dat soort zaken was voor het ministerie van Defensie belangrijker dan de gezondheid van de eigen medewerkers, die met de kankerverwekkende verf moesten werken, is de overtuiging van Drost. „Maar de Amerikanen wezen ons wel op de gevaren. Leverden beschermende pakken, gelaatsmaskers. Ik heb er de gebruiksaanwijzing van. Maar het werd niet gebruikt! Er zal een stoere jongens-mentaliteit bij hebben gehoord, zo van ‘wat moeten wij met gelaatsmaskers’, maar de leidinggevenden moeten toezicht houden en hadden ervoor moeten zorgen dat hun mensen die spullen gebruikten. De Amerikanen deden dat ook.”

Brief

Drost heeft de stukken inmiddels een jaar. Hij heeft ze nooit aan Defensie gegeven, omdat Defensie aangaf alles openbaar te maken. „Dat wilde ik eerst zien. Maar ik blijk over stukken te beschikken die Defensie nooit openbaar heeft gemaakt.” Het ministerie heeft inmiddels een brief van hem en zijn cliënten. Daarin stelt hij het ministerie aansprakelijk namens al zijn cliënten, ongeacht welke aandoening. Drost wil dat hun schade wordt betaald. Volgende week komen er twee mensen van Defensie bij hem op kantoor om de brief te bespreken. Bron: dagblad Tubantia (zie ook een artikel in het AD van 28 juli 2018 met vergelijkbare inhoud).Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en/of ons dossier Chroom-6.

 

 

Informatiebijeenkomsten slachtoffers chroom-6

13-06-2018

Informatiebijeenkomsten slachtoffers chroom-6

In juni 2018 werden er twee informatiebijeenkomsten gehouden over het gebruik van kankerverwekkende verf bij Defensie. Deze bijeenkomsten waren bedoeld om betrokkenen en slachtoffers een toelichting te geven op het rapport van het RIVM dat op 4 juni verscheen. Ze werden bijgepraat over de compensatieregeling die Defensie treft met mensen die ziek werden door het werken met de zeer giftige stof chroom-6 in de onderhoudswerkplaatsen van het leger, de zogenoemde POMS-sites.

Roermond

Op de bijeenkomst in Roermond van 6 juni 2018 kwamen ongeveer honderd (oud-)medewerkers en nabestaanden af. De aanwezigen waren totaal niet tevreden met de regeling van Defensie. Vooral omdat slechts een beperkt aantal ziekten wordt erkend als gevolg van werken met chroom-6. Velen klaagden over andere aandoeningen, die niet op de lijst van erkende ziekten van Defensie staan. Naar een samenhang van deze aandoeningen met het werken in de POMS-sites moet nog nader onderzoek worden gedaan. Volgens sommigen duurt dat veel te lang. Voor veel aanwezigen was het werken in een POMS-site ‘een grote zwijnerij’. Volgens hen heeft Defensie sinds 1973 willens en wetens mensen blootgesteld aan kanker en andere dodelijke ziekten. Uit de verhalen van ex-werknemers blijkt dat ze zonder mondkapjes of andere bescherming met de gevaarlijke stof moesten werken in nauwelijks geventileerde ruimtes. ‘Een misdrijf’, noemden enkele aanwezigen het, die vinden dat Defensie voor de rechter moet komen te staan. Ook zouden zorgverzekeraars ziektekosten van werknemers moeten verhalen op Defensie, werd er geopperd. In de regeling van Defensie is alleen sprake van chroom-6. Niet over de gevolgen van werken met radio-actief uranium, benzeen en schoonmaakmiddelen op de POMS-sites. Bovendien moeten mensen zelf bewijzen dat ze ziek werden door chroom-6. Bij erkenning daarvan kunnen slachtoffers een compensatie krijgen die kan variëren van 5.000 tot 40.000 euro smartengeld en een schadevergoeding van 3.850 euro. Een schijntje, zo vond de zaal. Of zoals iemand de woede in de zaal verwoordde: “Het moet zo goedkoop mogelijk en voor zo weinig mogelijk mensen!”.

Almelo

Op de bijeenkomst in Almelo van 8 juni 2018 waren zo’n 150 (oud-)defensiemedewerkers en andere betrokkenen aanwezig. Ook nu waren de mensen in de zaal vooral kritisch en wantrouwend richting Defensie en het RIVM. Ook hier was er kritiek op Defensie die wist dat het werken met chroom-6 gevaarlijk was, maar niemand bracht het personeel of de bedrijfsartsen op de hoogte. Veel slachtoffers waren ontevreden over de regeling die Defensie heeft gepresenteerd. Ook hier kwam de reactie uit de zaal: “Wat ze nu doen is het heel klein maken, voor een beperkt aantal mensen!”. Veel mensen vroegen zich af waarom zoveel collega’s ziek zijn geworden en waarom van een aantal ziektes zoals blaaskanker niet chroom-6 als veroorzaker wordt aangewezen. Het RIVM wijst op meerdere buitenlandse studies, die zijn gebruikt bij het samenstellen van de lijst van ziekten en aandoeningen die door het werken met de chroomhoudende verf zijn veroorzaakt. Momenteel doet het RIVM ook nog onderzoek naar een andere soort verf, de zogeheten CARC, dat ook door Defensie werd gebruikt. Ook nu in de zaal veel boosheid over de regeling. Ook omdat de ex-medewerkers, die (nog) niet ziek zijn, geen geld krijgen (om zich te laten onderzoeken, of als smartengeld). En waarom moeten zij aantonen dat ze met chroom-6 hebben gewerkt? Defensie is immers nalatig geweest. Voor velen heeft dit tot op de dag vandaag nog een grote emotionele impact. Het is wel duidelijk dat ook op deze tweede bijeenkomst Defensie er niet in is geslaagd om het vertrouwen van de slachtoffers weer te winnen! BRON: rtvdrenthe.nl

Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en ons dossier Chroom-6.

 

 

Chroom-6-slachtoffers sturen boze brief

07-06-2018

Chroom-6-slachtoffers sturen boze brief aan Defensie

Een stichting die de belangen van chroom-6-slachtoffers behartigt heeft een boze brief geschreven aan Defensie. Deze mensen, die ooit werkten in onderhoudswerkplekken van het leger en daar ziek werden, vinden de deze week bekendgemaakte compensatieregeling van Defensie veel te mager. Dat melden  diverse media, waaronder dagblad Tubantia. De Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL-POMS uit in een open brief aan Defensie en de vakbonden haar ongenoegen. Volgens de stichting worden de zieke oud-werknemers opnieuw geschoffeerd en met een fooi weggestuurd. ,,De regeling zoals hij er nu ligt is herkenbaar gebaseerd als een inkooptraject met als doel maximaal resultaat tegen minimale kosten. Zo ga je met goederen en diensten om en niet met de door toedoen van Defensie gedupeerde oud-medewerkers”, valt er te lezen in de brief. ,,Dit kan zo niet langer en om die reden starten wij een offensief tegen de handelwijze van Defensie”, laat voorzitter Henk Coort van de stichting donderdagavond weten.

Wantrouwen

Gisteren bleek tijdens een bijeenkomst in Roermond over de compensatieregeling al dat het vertrouwen van de oud-werknemers in Defensie niet groot is. In de brief eisen ze nu een betere regeling die recht doet aan het leed dat hun is aangedaan. Het gaat om vele honderden oud-werknemers van zogenoemde POMS-sites, waar NAVO-legermaterieel decennialang werd onderhouden met de giftige stof chroom-6 zonder dat de werknemers voldoende bescherming kregen. Velen werden daarvan ziek of stierven eraan. Defensie presenteerde deze week een compensatieregeling die echter veel ziekten uitsluit en volgens de slachtoffers een schijntje is.

Excuses

Afgelopen maandag erkende Staatssecretaris Barbara Visser van Defensie dat het ministerie is tekortgeschoten door medewerkers decennia lang bloot te stellen aan de giftige chroom-6-verf. ,,We hebben fouten gemaakt, dat betreur ik en daarvoor bied ik alle medewerkers mijn excuses aan.” Bij de krijgsmacht was al sinds 1973 bekend dat de verf gevaarlijk kon zijn. Toch werd er tussen 1984 en 2006 met het antiroestmiddel gewerkt op Navo-werkplaatsen langs de grens waar Nederlands defensiepersoneel het onderhoud van Amerikaans materieel verzorgde. In die periode werkten daar tussen de twee- tot drieduizend mensen. Daarvan werd een opvallend groot deel ziek, waarna oud-medewerkers de noodklok luidden. Ook op vrijdag wordt een soortgelijke bijeenkomst over de compensatieregeling gehouden in Almelo.  Naar verwachting zal de sfeer van wantrouwen ook daar duidelijk worden verwoord. BRON: Tubantia.nlKijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina over chroom-6 en ons dossier Chroom-6.

 

 

De overheid heeft een grondrecht geschonden’

06-06-2018

In het dagblad Trouw vandaag een interview met letselschade-expert Yme Drost in de ‘nasleep van chroom-6’. Letselschade-expert Yme Drost vertegenwoordigt meer dan 300 (oud-)werknemers van Defensie met klachten door chroom-6. Velen van hen zullen naar de rechter stappen, verwacht hij, omdat ze niet geholpen zijn met de schadevergoeding van Defensie. Defensie heeft bij monde van staatssecretaris Barbara Visser fouten erkend en excuses aangeboden. Wat vond u van haar optreden? “In één woord: uitstekend! Ze draaide er niet omheen, erkende ruiterlijk dat Defensie fouten heeft gemaakt, en bood haar excuses aan. Dat maak ik in mijn vak zelden mee.” Er klinkt een ‘maar’. “Maar, inderdaad, Defensie was in de jaren zeventig al op de hoogte van de risico’s van chroom-6 en heeft om financiële redenen de situatie laten voortbestaan. Dat wordt nu erkend. Maar wees dan groot en geef daarbij een passende schadevergoeding en een behoorlijk voorschot. De 3850 euro die nabestaanden van dodelijke slachtoffers wordt geboden, dekt hun kosten bij lange na niet. En mensen met gezondheidsklachten hebben artsen geraadpleegd en kosten gemaakt. Daar had je oog voor moeten hebben.” Maar er komt nu een regeling voor het vergoeden van die schade. “Ja, Defensie komt met een regeling. Maar ik schat dat hooguit 10 procent van de mensen ervoor in aanmerking komt. Negentig procent valt buiten de boot.” Omdat hun aandoening niet door chroom-6 kan zijn veroorzaakt, zegt Defensie op basis van het rapport van het RIVM. Betwist u die wetenschappelijke onderbouwing? “Nee. Ik ga ervan uit dat het RIVM zijn werk goed heeft gedaan. Ik heb daar geen twijfel over. Maar je moet je niet achter die wetenschap verschuilen. Defensie heeft zijn personeel willens en wetens aan risico’s blootgesteld. Het departement erkent dat, maar aanvaardt niet de consequenties.” Dat is eerder een moreel argument dan een juridisch. “Nee, het is moreel én juridisch. Defensie heeft zijn zorgplicht verzaakt. De overheid heeft de plicht haar burgers te beschermen. Die bescherming is een grondrecht, en dat grondrecht is geschonden.” Denkt u dat het mogelijk is voor alle gedupeerden, ziek of niet ziek, een schadevergoeding te krijgen? “Een vergoeding voor de schending van dat grondrecht is juridisch zeker haalbaar. Maar om een vergoeding te krijgen voor een aandoening die op de lijst van Defensie niet voorkomt, dat wordt lastig. Daar zie ik wat juridische beren op weg.” BRON: trouw.nl

 

 

RIVM-rapport chroom-6

04-06-2018

RIVM- en wetenschappelijke rapporten chroom-6

RIVM-rapport chroom-6 juni 2018: Onderzoek naar chroom-6 op de POMS-locaties In de periode 1984-2006 zijn medewerkers van Defensie tijdens onderhoudswerkzaamheden blootgesteld aan chroom-6. Dit gebeurde op vijf POMS-locaties van Defensie, waar Amerikaans materieel stond opgeslagen dat door Defensie-personeel werd onderhouden. Het chroom-6 bevond zich vooral in de grondverf van het materieel. De schadelijke stof kon vrij komen tijdens onderhoudswerkzaamheden. Uit het onderzoek is naar voren gekomen, dat het arbobeleid van Defensie op de POMS-locaties onvoldoende was. Bij (oud-)medewerkers van Defensie kan de blootstelling aan chroom-6 ziekten hebben veroorzaakt of in de toekomst nog veroorzaken.   Resultaten De resultaten van dit deel van het onderzoek kunt u terugzien in verschillende rapporten.   Samenvattend hoofdrapport van het onderzoek

De resultaten worden ook uitgelegd in een brochure, animatievideo en informatieve illustratie:

Wetenschappelijke rapporten Het onderzoek is uitgevoerd in verschillende deelonderzoeken. Hier vindt u de rapporten van de deelonderzoeken:

  1. RIVM-rapport: Achtergrondinformatie over chroom-6: gebruik, voorkomen in het leefmilieu en gedrag in het lichaam.
  2. Rapport IRAS (Universiteit Utrecht): Blootstelling aan chroom-6 op de NL-POMS-sites 1984-2006.
  3. RIVM-rapport: Gezondheidseffecten en risicobeoordeling van blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties van Defensie.
  4. RIVM-rapport: Het vóórkomen van sterfte, ziekten, aandoeningen en gezondheidsklachten onder ex-POMS-medewerkers.
  5. TNO-rapport: Aantonen van blootstelling aan chroom-6 verbindingen middels analytisch laboratoriumonderzoek.
  6. TNO-rapport: Kan (lichamelijk) medisch onderzoek uitwijzen of een bepaald effect op de gezondheid gerelateerd is aan de blootstelling aan chroom-6.
  7. RIVM-rapport: Bedrijfsgeneeskundige zorg door Defensie geboden aan (ex-)POMS-medewerkers.
  8. TNO-rapport: Normen en recht op bescherming algemeen.
  9. RIVM-rapport: Een onderzoek naar arbeidsbescherming en veiligheid bij de POMS-sites. Normen en Recht op Bescherming: Defensie-specifiek.
  10. Rapport Maastricht University: Aansprakelijkheid voor het laten werken met chroom-6.
  11. Rapport Universitei Utrecht: Eindrapport WP4 Blootstelling aan chroom-6 op de NL-POMS-sites 1984 – 2006.

Zie ook de publicaties die Defensie zelf op haar website ter inzage heeft gesteld Bron: RIVM

 

 

Schadevergoeding chroom-6 onvoldoende

04-06-2018

Schadevergoeding chroom-6 ‘klap in gezicht’

De materiële schadevergoeding, die het ministerie van Defensie aanbiedt aan slachtoffers nabestaanden die hebben gewerkt met chroom-6, is volstrekt onvoldoende. “Het is een klap in hun gezicht”, zegt letselschade-expert Yme Drost.

Excuses aangeboden

Staatssecretaris Visser van Defensie bood vandaag haar excuses aan voor de ernstige fouten die Defensie maakte bij het werken met chroomhoudende verf. Drost complimenteert de staatssecretaris voor het feit dat ze zo uitgebreid namens Defensie excuses maakte. “Ik maak het zelden mee dat iemand zo uitbreid en duidelijk excuses maakt. Uitstekend gedaan.”

Alleen voor slachtoffers POMS

Maar volgens Drost is daarmee de kous niet af. Alhoewel een collectieve regeling wordt aangeboden, is er relatief maar een zeer kleine groep mensen die voor de schadevergoedingsregeling in aanmerking komt. Drost: “De groep is voorlopig beperkt tot de slachtoffers van de POMS en geldt nadrukkelijk nog niet voor ander Defensie personeel dat bloot is gesteld aan Chroom-6. Defensie rept met geen woord over het feit dat men aansprakelijk is voor het feit dat men überhaupt mensen opzettelijk aan een gevaarzettende situatie heeft blootgesteld. De overheid moet nota bene instaan voor de veiligheid van haar burgers. Tot slot wordt maar een beperkt aantal aandoeningen en ziektes erkend als mogelijk komend door Chroom-6. Omdat de ene ziekte wel, en de andere ziekte niet wordt erkend, vallen veel slachtoffers buiten de boot. Maagkanker wordt bijvoorbeeld wel erkend, maar slokdarm- en darmkanker niet. En dat is opmerkelijk. Want de stofdeeltjes gaan toch via je slokdarm naar je maag, en komen daarna in je darmen terecht. Als gevolg van deze indeling, kan bijna negentig procent van mijn cliënten nu geen aanspraak maken op een vergoeding.”

Materiële schadevergoeding in overleg met vakbonden

Defensie heeft de financiële regeling voor slachtoffers en nabestaanden in overleg met de militaire vakbonden opgesteld. Maar veel mensen voelen zich door de vakbond niet gehoord en/of vertegenwoordigd. Volgens Drost zijn veel slachtoffers niet eens lid van een militaire vakbond en was het beter geweest als letselschade-experts, die slachtoffers vertegenwoordigen, actief bij het opstellen van de regeling waren betrokken. “Op z’n minst had Defensie op dat punt vooraf hun mening kunnen vragen”, aldus Drost. Kritiek heeft Drost ook op de materiële schadevergoeding van 3.850 euro. “Dat bedrag is veel te laag, met name voor nabestaanden die geen aanspraak kunnen maken op smartengeld. Defensie heeft blijkbaar geen enkel idee welke schade nabestaanden kunnen lijden als de kostwinner wegvalt. Je moet de begrafenis betalen, het inkomen valt weg. Dat je als Defensie dan met zo’n bedrag komt, daar heb ik geen goed woord voor over. Dat had minstens 10.000 euro moeten zijn.”

Te wetenschappelijk benaderd

Al met al vindt Drost dat Defensie de hele zaak te wetenschappelijk heeft benaderd. “Dat het RIVM dat zo doet, begrijp ik. Maar bij het omzetten van die benadering naar een financiële regeling, had Defensie met een ruimere blik moeten kijken. Wat betekent dit maatschappelijk en juridisch? Burgers hebben bijvoorbeeld het recht op een veilige werkplek. Defensie heeft verzaakt die bescherming te bieden.”

De oorlog verklaren

En omdat de regeling alleen geldt voor een beperkt aantal ziekten, verwacht Drost dat met name de slachtoffers die buiten de boot vallen, nu juridische procedures zullen starten. Drost: “Die gaan, zo verwacht ik, wat schade betreft Defensie nu de oorlog verklaren.”   Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en/of ons dossier Chroom-6.

 

 

Chroom-6: excuses van Defensie

04-06-2018

Defensie biedt excuses aan in zaak chroom-6

Staatssecretaris Barbara Visser bood vandaag namens Defensie excuses aan voor het feit dat medewerkers in de periode 1984 tot 2006 onvoldoende zijn beschermd tegen de gezondheidsgevolgen van het werken met chroom-6-verf. “Defensie is tekortgeschoten”, zei ze bij de presentatie van het onderzoek van het RIVM. “Dat spijt mij”. Vrijdag onthulde de NOS al dat Defensie volgens het RIVM-rapport aansprakelijk is voor de ernstige gezondheidsklachten die medewerkers van de vijf NAVO-depots (de zogenaamde POMS-locaties) opliepen door het werken met chroom-6. Het ministerie wist van de schadelijke effecten, maar deelde dat niet met de werknemers en de bedrijfsartsen. Evenmin regelde Defensie een veilige werkplek of afdoende beschermingsmiddelen. Na afloop van de persconferentie werd het RIVM-rapport vrijgegeven voor publicatie en zijn de onderzoeksresultaten in te zien of te downloaden via de website van het RIVM, waaronder de Bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen.

Schaderegeling

Defensie biedt de slachtoffers en hun nabestaanden smartengeld aan. Afhankelijk van de ernst van de aandoening gaat het om een bedrag van tussen de 5000 en 40.000 euro. “Ik besef wel dat geen bedrag het leed goed kan maken”, zei Visser. “Dit is om te laten zien dat we onze fouten erkennen”. Deze schaderegeling geldt uitsluitend voor medewerkers of ex-medewerkers die een ziekte hebben die volgens het RIVM-onderzoek mogelijk te wijten is aan het werken met chroom-6. Dat geldt bijvoorbeeld voor longkanker en verschillende andere longaandoeningen. Zij moeten bepaalde functies waarin zij met de verf werkten ten minste een jaar hebben uitgeoefend. Visser erkende ook dat het smartengeld het mensen niet onmogelijk maakt ook nog aparte letselschadeclaims bij Defensie in te dienen. Zij erkende dat het te vaak gebeurt dat Defensie de veiligheid van zijn medewerkers onvoldoende beschermt. “Die ‘can-do-mentaliteit’ is mooi, maar dit moet anders. Het moet echt beter”. BRON: NOS.nlKijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en/of ons dossier Chroom-6.

 

 

Defensie: schaderegeling voor chroom-6

04-06-2018

Defensie komt met schaderegeling voor chroom-6

Defensie maakt vandaag bekend welke compensatieregeling er komt voor personeel dat ziek is geworden door werkzaamheden met verf dat het kankerverwekkende chroom-6 bevat. Het ministerie heeft hierover een akkoord bereikt met de militaire vakbonden. Afgelopen vrijdag lekte al uit dat het ministerie aansprakelijk is voor de ziekteklachten van (ex-)medewerkers, die met chroomverf hebben gewerkt. Die conclusie werd getrokken op basis van een onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat gelekte onderzoek en de aanbevelingen van de begeleidende paritaire commissie onder leiding van Ruud Vreeman wordt vandaag gepresenteerd. De staatssecretaris van Defensie, mevrouw Barbara Visser, zal daarop haar reactie geven.

Schadelijke effecten

Uit het onderzoek van het RIVM blijkt dat Defensie al decennia wist van de schadelijke effecten van blootstelling aan chroom-6, maar kregen werknemers en bedrijfsartsen dit niet te horen. Ook voldeden werkplekken niet aan de regels. Het RIVM onderzocht het gebruik van chroom-6 in vijf inmiddels gesloten NAVO-werkplaatsen (POMS-locaties) waar Amerikaans materieel werd onderhouden. Later komt het RIVM ook nog met rapportages over blootstelling aan coatings (CARC) en chroomverf op andere locaties van Defensie. Letselschade-expert Yme Drost, die ruim 300 mensen bijstaat die in het verleden met de kankerverwekkende chroom-6-verf hebben gewerkt, heeft een samenvatting van het rapport ingezien. “Het is schokkend”, is zijn reactie. “Je leest dat Defensie al sinds de jaren zeventig weet van de gevaren van chroom-6. Ze hebben geen maatregelen getroffen en de mensen die er mee werkten willens en wetens blootgesteld aan gezondheidsrisico’s”

Bewust blootgesteld

Dat het ministerie van Defensie aansprakelijk is, is een steun voor de slachtoffers. Drost betwijfelt of deze constatering hen helpt bij het krijgen van een schadevergoeding. “Strafrechtelijk gaat dit niks worden, de zaak is gewoon verjaard. Maar de rollen worden nu wel omgedraaid. Defensie moet nu bewijzen dat gezondheidsklachten niet veroorzaakt zijn door chroom-6, in plaats van dat het slachtoffer moet bewijzen dat het wel zo is.” Drost vreest dat 85 procent van de mensen die hij vertegenwoordigt alsnog buiten de boot valt. “Hun klachten zitten in een categorie waarvan niet wetenschappelijk is bewezen dat die veroorzaakt zijn door chroom-6.” Dat betekent niet dat hij het er bij laat zitten. “Ik richt mij nu op het feit dat de overheid mensen willens en wetens heeft blootgesteld aan gevaar.” Zo’n veertig van zijn cliënten hebben of hadden klachten waarvan bewezen is dat ze veroorzaakt zijn door chroom-6. Ongeveer dertig van hen zijn inmiddels overleden aan de gevolgen van die klachten. Drost heeft signalen dat het rapport al langere tijd klaar was, maar onder de pet is gehouden. “Dat is vreselijk, want dan hadden veel mensen de presentatie wellicht nog mee kunnen maken.”

Informatiebijeenkomsten

Vandaag wordt het rapport officieel gepresenteerd door het ministerie van Defensie. Naar verwachting komen ministerie en vakbonden dan ook met een schadevergoedingsregeling. Deze week zijn er twee informatiebijeenkomsten voor betrokkenen over de inhoud en gevolgen van dit rapport: de ene is op woensdag 6 juni 2018 in het Congrescentrum Het Forum te Roermond, de andere is op vrijdag 8 juni 2018 in het Theaterhotel Almelo te Almelo. BRON: Telegraaf.nl en Tubantia.nl  Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en ons dossier Chroom-6.

 

 

Schade chroom-6: Defensie aansprakelijk

01-06-2018

Defensie aansprakelijk voor schade door kankerverwekkend chroom-6

Defensie is aansprakelijk voor de gezondheidsklachten die medewerkers hebben opgelopen door het werken met kankerverwekkende chroom-6-verf. Dat is de conclusie van een groot onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van het ministerie zelf, dat de NOS in handen heeft. Nu de aansprakelijkheid van Defensie is vastgesteld, ligt de weg open voor een definitieve schaderegeling voor zieke werknemers. De afgelopen weken hebben militaire vakbonden daar met het ministerie over gesproken. Meer over de inhoud daarvan moet maandag duidelijk worden, als het RIVM-onderzoek officieel wordt gepresenteerd. Volgens het onderzoek kan blootstelling aan het giftige chroom-6 onder meer longkanker, neus- en neusbijholtekanker, astma, maagkanker en chronische longaandoeningen veroorzaken Het onderzoek spitst zich toe op de vijf NAVO-depots voor opslag en onderhoud van Amerikaans materieel. Tussen 1984 en 2006 werkten 2000 tot 3000 mensen op die zogenoemde POMS-locaties in Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen, Coevorden en Ter Apel. Ook op tal van andere plaatsen binnen de defensieorganisatie werd met de chroomhoudende verf gewerkt, maar het onderzoek naar de blootstelling op die locaties komt pas later. In de NAVO-depots werden vooral medewerkers in technische onderhoudsfuncties blootgesteld aan chroom-6. Dit gebeurde bij het stralen, schuren, slijpen en lassen van voertuigen die met chroomhoudende verf waren behandeld om roestvorming tegen te gaan. Bij het spuiten was er minder blootstelling, omdat de bescherming bij dat werk over het algemeen beter was geregeld. De NOS heeft het onderzoek voorgelegd aan letselschadespecialist Yme Drost, die 350 slachtoffers vertegenwoordigt. Hij schrok van wat hij las: “Mensen zijn willens en wetens blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Dit kan niet.”

Al bekend in 1973

Het onderzoek begon in 2014 en werd begeleid door een commissie onder leiding van oud-burgemeester Ruud Vreeman. Het moest antwoord geven op de vraag wanneer Defensie te weten kwam dat chroom-6 schadelijk is voor de gezondheid, en in hoeverre die informatie binnen de organisatie werd gedeeld. Duidelijk wordt dat in elk geval sinds 1973 bij de luchtmacht bekend was dat in nieuwe verfmaterialen stoffen zaten die gezondheidsrisico’s met zich meebrachten. Toen in 1984 de eerste POMS-locatie in Brunssum werd geopend, was de schadelijkheid van chroom-6 dus bekend. In de jaren die volgden werden zeker nog vijf interne documenten opgesteld waarin wordt gesproken over de schadelijke effecten van chroom-6. Maar dat werd niet meegedeeld aan de werknemers. Ook de meeste bedrijfsartsen werden niet op de hoogte gesteld.

Geen veilige werkplek

De onderzoekers schrijven: “Defensie had in zijn rol van werkgever de verantwoordelijkheid om de werknemers op de hoogte te brengen van de risico’s. Uit het onderzoek is niet gebleken dat dit is gebeurd.”  Ook op het preventie- en zorgbeleid van Defensie hebben de onderzoekers van alles aan te merken. “De zorg voor een veilige werkplek voldeed niet aan de daarvoor geldende regels”, stellen ze vast. Het arbobeleid noemen ze “ontoereikend”. Zo was de ventilatie en afscherming van werkruimtes niet voldoende. Er waren vooral in het begin niet genoeg goede mondkapjes en gelaatsmaskers. En er was geen effectief toezicht op de naleving van de gebruiksvoorschriften daarvan. Volgens het onderzoek was de leiding van de POMS-locaties bang dat de Amerikanen de locaties versneld zouden sluiten, als ze zou vragen om kostbare verbeteringen van de arbeidsomstandigheden. “Verschillende documenten bevestigen dat het management uit kostenoverwe¬gingen de grenzen opzocht van de arbo-regelgeving. Er werd bijvoorbeeld gemarchandeerd met de aanwijzingen van de Inspectie SZW over arbeidsomstandigheden.” In 2014 ontstond commotie onder oud-personeelsleden van defensie over de gezondheidsgevaren van onder meer chroom-6. Een jaar later kwam er een ‘coulanceregeling’ voor medewerkers van maximaal 15.000 euro. Tot afgelopen november hadden ruim 300 oud-POMS-medewerkers een beroep gedaan op deze voorlopige financiële tegemoetkoming, in afwachting van de uitkomsten van het definitieve RIVM-onderzoek.

Eczeem

Veel melders gaven aan dat een arts bij hen een chronische longaandoening, allergisch contacteczeem en/of een immunologische aandoening had vastgesteld. Maar doordat de meeste van deze ziekten ook andere oorzaken kunnen hebben, kan volgens het onderzoek in veel gevallen niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze ziekten bij oud-werknemers het gevolg zijn van blootstelling aan chroom-6. Voor de aansprakelijkheid van Defensie maakt dat volgens de onderzoekers echter niet uit. Als een (oud-)werknemer gezondheidsproblemen heeft die door een arts met een zekere mate van waarschijnlijkheid kunnen worden toegeschreven aan chroom-6, is Defensie daarvoor aansprakelijk. Wel moet worden aangetoond dat de werknemer aan chroom-6 is blootgesteld tijdens zijn werk, en dat de beschermende maatregelen onvoldoende waren. Kamerleden reageren geschokt op de uitkomsten van het RIVM-onderzoek. “Als dit de strekking van het rapport is, dan is het zeer kwalijk dat de gezondheid van defensiepersoneel zolang in gevaar was door gebruik van giftig chroom-6”, zegt Salima Belhaj van D66. “Iedereen heeft recht op een veilige en gezonde werkomgeving. Voor de nabestaanden en slachtoffers werd het tijd dat er duidelijkheid kwam. We moeten het onderzoek afwachten, maar het is overduidelijk dat de staatssecretaris actie moet ondernemen. Dit kan en mag niet meer gebeuren.” SP-Kamerlid Sadet Karabulut reageert: “Jarenlang waarschuwde de SP voor het gebruik van giftige stoffen bij defensie. Nu wordt bevestigd dat Defensie het eigen personeel jarenlang heeft blootgesteld aan levensgevaarlijke stoffen. Erkennen en een redelijke vergoeding is het minste wat moet gebeuren.” “Op basis van de informatie van de NOS blijkt dat het rapport heldere en harde conclusies oplevert”, zegt CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot. “Wij willen snel van de staatssecretaris weten wat zij gaat doen richting de slachtoffers.” De VVD wil niet reageren in afwachting van de presentatie van het RIVM-rapport komende maandag. BRON: NOS  Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina over chroom-6 en ons dossier Chroom-6.

 

 

Nieuw rapport chroom-6 teleurstellend

01-06-2018

Nieuw rapport chroom-6 verf waarschijnlijk voor velen teleurstellend

Letselschade-expert Yme Drost verwacht dat veel mensen teleurgesteld zijn in de uitkomsten van een lang verwacht RIVM-onderzoek naar het gebruik van chroom-6 verf bij Defensie. Het rapport wordt komende maandag gepresenteerd in Den Haag., aldus een bericht van RTV Drenthe van gisteren. Verf met daarin de kankerverwekkende stof chroom-6 werd tussen 1984 en 2006 gebruikt bij zogenaamde POMS-sites. Dat zijn opslag- en onderhoudsplaatsen van de NAVO waar onder andere Amerikaanse legervoertuigen werden onderhouden. POMS-sites waren onder andere te vinden in Coevorden en Ter Apel. Chroom-6 voorkomt dat metaal gaat roesten, maar bij inademing en contact met de huid kan de stof tot allerlei ziektes leiden. Chroom-6 komt vrij bij het gebruik van de verf, maar ook bij het verwijderen van oude verflagen.

Slecht nieuws

“Eind vorig jaar heeft het RIVM al duidelijk gemaakt welke ziektes kunnen worden verwekt door chroomhoudende verf”, zegt letselschade-expert Yme Drost. Zijn kantoor behartigt de belangen van ruim 300 mensen die zeggen dat ze ziek zijn geworden door contact met chroom-6 op de POMS-sites. Drost denkt dat het nieuwe rapport voor maar heel weinig mensen goed uitpakt: “Ik schat dat in ongeveer 10 procent van de gevallen gezegd wordt, uw ziekte kan veroorzaakt zijn door het werk met chroom-6.” Honderden mensen die met chroom-6-verf werken of hebben gewerkt, meldden zich bij Defensie. Onder een coulanceregeling hebben ongeveer 300 mensen een vergoeding gekregen. Na politieke druk werd uiteindelijk een onafhankelijke commissie in het leven geroepen, die het RIVM-onderzoek naar het gebruik van chroom-6 aanstuurt en begeleid. Naast het rapport van het RIVM komt de commissie maandag met aanbevelingen over de kwestie.

Einde nog lang niet in zicht

“Ik verwacht dat het einde van het dossier chroom-6 nog lang niet in zicht is”, zegt Drost. “Als 90 procent van de mensen te horen krijgt dat het niet waarschijnlijk is dat ze ziek zijn geworden door chroom-6, dan zal dat leiden tot nieuwe procedures.” Als het aan de letselschade-expert ligt, wordt de bewijslast omgedraaid. “Wij zijn van mening dat Defensie de zorgplicht zodanig heeft geschonden, dat zij moeten bewijzen dat chroom-6 niet de oorzaak is.” Advocaat Rob Bedaux uit Heerlen begon vorig jaar een civiele procedure tegen de Nederlandse overheid, omdat hij vindt dat oud-Defensiemedewerkers die bloot zijn gesteld aan chroom-6 recht hebben op minimaal 9.000 euro smartengeld. De rechtbank in Maastricht verklaarde de zaak niet ontvankelijk en verwees Bedaux door naar de bestuursrechter. Ook in deze zaak is het einde dus nog niet in zicht. BRON: RTV Drenthe

 

 

Verschil chroom-6 en CARC

31-05-2018

Wat is het verschil tussen chroom-6 en CARC?

In de media worden rond de nieuwsberichten over het gebruik van schadelijke stoffen bij Defensie de termen chroom-6 en CARC vaak in één adem genoemd. Daardoor wordt -ten onrechte- de indruk gewekt dat het gelijksoortige verfstoffen zijn die beide zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Ook bij de voormalige POMS-sites (waar militair materieel werd opgeslagen en onderhouden) werd gewerkt met zowel chroomhoudende verf als met CARC (afkorting van Chemical Agent Resistant Coating). Het RIVM heeft van beide soorten ‘verf’ de samenstelling onderzocht en wat het gebruik daarvan betekent voor de gezondheid van (ex-)medewekers van Defensie. Tot eind jaren ‘90 is voor diverse soorten Defensie-materieel een grondverf met chroom-6 gebruikt. De metaalverbinding chroom-6 werd toegevoegd aan de (grond)verf waardoor het een roestwerende primerlaag werd die het materiaal ook onder zware weersomstandigheden beter tegen roest moest beschermen. In de tachtiger jaren was al bekend dat chroom-6 schadelijk kan zijn voor de gezondheid.

Wanneer is chroom-6 gevaarlijk?

Het risico zat vooral in het spuiten van de chroom-6-houdende grondverf op het materiaal, omdat daarbij verfdeeltjes in de lucht kwamen. Zonder adequate afzuiging en zonder onvoldoende beschermende kleding kan de chroom-6 dan via inademing of via de huid het lichaam binnenkomen. Ook tijdens het schuren, slijpen, zagen of verhitten van het geverfde materiaal kan stof in de lucht komen waar chroom-6 in zit. Wanneer er sprake is van slechte hygiëne (via handen en voedsel) of door het inslikken van ingeademde deeltjes kan chroom-6 in het lichaam terechtkomen.

Combinatie chroom-6 en CARC

Een ander verfsysteem dat voor Defensie-materieel werd/wordt gebruikt is CARC. Deze chemical agent resistant coating is vooral bekend als de camouflageverf. Het is geen chroom-6-houdende verf, maar een coating over de grondverf. CARC maakt het mogelijk om militair materieel na een chemische besmetting te reinigen zonder dat de verf wordt aangetast. Wanneer CARC op een chroomhoudende grondlaag is aangebracht, kan bij het verwijderen van de coating – bij schuren, slijpen, etc. – de chroomhoudende verflaag vrijkomen met bovengenoemde risico’s. Dus juist de combinatie van verf en coating, daarin zat het risico voor gezondheidsschade.

Onderzoek naar chroom-6 en CARC

Het RIVM heeft zowel voor chroomhoudende verf als voor CARC onderzoek gedaan naar welke stoffen daarin aanwezig zijn. Ook onderzocht het welke van deze stoffen het grootste risico voor de gezondheid kunnen vormen en daarom verder onderzocht moesten worden. Van de verschillende merken en kleuren CARC zijn de samenstellingen onderzocht. Daaruit kwam naar voren dat in CARC de stoffen HDI en het polymeer van HDI de hoogste prioriteit moeten krijgen. Van deze stoffen is bekend dat ze al bij lage concentraties allergieën kunnen veroorzaken. Het RIVM-rapport en meer informatie over CARC is te vinden op de website van het RIVM. Wat de chroomhoudende verf betreft is het RIVM met haar onderzoeken bijna klaar. Volgende week, op 4 juni 2018, worden de uitkomsten daarvan gepubliceerd. Via de website van de Rijksoverheid is ook diverse informatie over de onderzoeken te vinden.  Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze Informatiepagina Chroom-6 en/of ons Dossier Chroom-6.

 

 

Publicatie van RIVM over onderzoek CARC

24-04-2018

Onlangs publiceerde het RIVM haar rapport “Evaluatie en prioritering schadelijke stoffen in Chemical Agent Resistant Coating (CARC), gebruikt op de Nederlandse POMS locaties”. Het RIVM onderzocht op verzoek van het ministerie van Defensie wat de mogelijke effecten op de gezondheid kunnen zijn voor (ex) medewerkers van Defensie na het gebruik van het verfproduct CARC (Chemical Agent Resistant Coating). Dit gebeurde in het verlengde van een onderzoek naar blootstelling aan chroomhoudende verven.

Gevaarlijke stoffen

Voor dit onderzoek is in kaart gebracht welke stoffen in CARC aanwezig zijn en welke van deze stoffen het grootste gezondheidsrisico kunnen hebben gevormd bij blootstelling aan CARC. Hiervoor zijn de ingrediënten achterhaald en is op basis van de schadelijkheidsklasse en het gehalte van de stoffen in de verf aangegeven welke als eerste moeten worden onderzocht. De hoogste prioriteit heeft het polymeer van hexamethyleen diiscocyanaat (HDI), samen met HDI zelf. Van deze stoffen is bekend dat ze al bij lage concentraties allergieën kunnen veroorzaken. Op de tweede plaats komen de oplosmiddelen van aromatische koolwaterstoffen (nafta, VM&P Nafta en Aromatic 100). Deze stoffen veroorzaken onder andere schade aan het dna en staan op de tweede plaats omdat ze in een lager gehalte in CARC zitten. Als derde zijn er de kobaltverbindingen, die onder andere allergieën veroorzaken en in een nog lager gehalte aanwezig zijn in CARC.

Wat is CARC

CARC is een topcoating die bestand is tegen strijdgassen, zodat soldaten na een eventuele aanval niet in contact komen met het strijdgas door aanraken van het voertuig. Ook maakt CARC de oppervlakken van de voertuigen bestand tegen ontsmettingsmiddelen die gebruikt worden om restanten van strijdgassen te verwijderen. Door de jaren heen zijn verschillende merken en kleuren CARC gebruikt. Voor dit onderzoek zijn acht CARC-producten achterhaald, die representatief worden geacht voor de middelen die tussen 1990 en 2002 zijn gebruikt. Mogelijk is er tussen 1987 en 1990 ook CARC gebruikt dat dan een ander type is geweest. Als er tussen 1984 en 1987 CARC is gebruikt (waar geen aanwijzingen voor zijn) is niet uit te sluiten dat het de kankerverwekkende stof chroom-6 bevatte. Na 1987 bevatten CARC-verven in ieder geval geen chroom-6 meer. Na 2002 is overgeschakeld op ‘watergedragen’ CARC, dat minder oplosmiddel en meer water bevat, maar ook nog steeds HDI. CARC werd gebruikt op zogeheten POMS-locaties (Prepositioned Organizational Material Storage). De vijf POMS-locaties waren locaties van de Nederlandse Defensie waar tussen 1984 en 2006 door medewerkers van de Nederlandse Defensie Amerikaans materieel is onderhouden in opdracht van de Amerikaanse Defensie (VS Defensie).

Resultaten onderzoek

De resultaten van dit deel van het onderzoek staan in een rapport, brochure en video. Deze zijn via onderstaande links in te zien:

Hiermee wordt antwoord gegeven op enkele van de onderzoeksvragen die zijn gesteld binnen het deelonderzoek: Algemene vragen chroom-6 en CARC en samenstelling gebruikte producten Defensie. BRON: RIVM

 

 

Defensie wint, slachtoffers Chroom-6 niet-ontvankelijk

14-02-2018

De rechtbank Limburg heeft vandaag vier (voormalige) medewerkers van Defensie en de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen, niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering. De sector civiel van de rechtbank is van oordeel dat, nu een met voldoende waarborgen omgeven bestuursrechtelijke rechtsgang open staat, de civiele rechter niet bevoegd is. De vier (voormalige) medewerkers van Defensie werkten op zogenaamde POMS-sites (opslag en onderhoud van het militair materieel) in het zuiden van het land. De aard van de werkzaamheden op de POMS-sites bracht het werken met gevaarlijke stoffen, waaronder stoffen die Chroom-6 bevatten, met zich. Op de POMS-sites is onder meer met chroomhoudende verf en met Chemical Agent Resistant Coating (verder: CARC) gewerkt. Inmiddels is bekend dat onbeschermde blootstelling aan chroomhoudende verf en CARC met chroomhoudende grondlaag, ernstige gezondheidsrisico’s kan opleveren.

Uitbreiding coulanceregeling geëist

De vermeende slachtoffers eisten onder meer een uitbreiding van de coulanceregeling met 9.000 euro per persoon. Hun advocaat Rob Bedaux vorderde via de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen een bijdrage in de advocaatkosten van 60.000 euro.

Verschil tussen beroepsziekte en arbeidsongeval

Letselschade-expert Yme Drost, die ruim 300 slachtoffers vertegenwoordigt, koos er eerder voor voorlopig nog niet te procederen. Volgens Yme Drost heeft de Hoge Raad bepaald, dat wanneer slachtoffers van een beroepsziekte niet kunnen aantonen dat zij ziek zijn geworden doordat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden, aansprakelijkheid voor de verschillende ziektes niet kan worden aangenomen. Dit in tegenstelling tot de causale gevolgen bij een arbeidsongeval, aldus Drost. “Het financiële belang van slachtoffers, mede gelet op de hoge kosten die aan een gerechtelijke procedure zijn verbonden is er mee gediend om eerst de uitkomsten van het onderzoek van het RIVM af te wachten”, zo zegt Drost. De definitieve resultaten van het RIVM-onderzoek worden verwacht in de loop van april.

Grondrechten geschonden

Naast de aansprakelijkheid voor de door medewerkers van Defensie opgelopen ziektes is Drost van oordeel dat Defensie ook aansprakelijk is voor het grovelijk schenden van grondrechten van voormalig Defensiepersoneel. “Defensie had, zeker als overheidsorgaan, werknemers direct moeten waarschuwen voor de gevaarlijke stoffen waarmee gewerkt werd en de ernstige gezondheidsrisico’s die het personeel daardoor liep. De Amerikanen hadden Defensie daar al in een vroegtijdig stadium op gewezen”, zo stelt Drost. Door de niet-ontvankelijkheid kwam de rechtbank Limburg evenwel aan een inhoudelijke beoordeling niet toe. De volledige uitspraak is te vinden op: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2018:1464

 

 

Kamerbrief over ontdekking Zembla

25-01-2018

Op 21 december vorig jaar meldde Zembla dat Defensie uit personeelsdossiers informatie heeft verwijderd. In deze informatie zou onder andere staan dat mensen gewerkt hebben met gevaarlijke stoffen, zoals het kankerverwekkende chroom-6. Het gaat om informatie van (ex-) medewerkers van vliegbasis Twente, Soesterberg en Gilze-Rijen. Afgelopen week heeft staatssecretaris van Defensie in een Kamerbrief hierop gereageerd. In de brief wordt vermeld dat op 12 maart 2015 door één van de betrokkenen melding over de vermissing van registratieformulieren is gedaan, waarbij deze ook melding deed van acht andere medewerkers die hetzelfde zou zijn overkomen. Naar aanleiding hiervan heeft Defensie een onderzoek gedaan, waarbij is vastgesteld dat er in één van de negen gevallen, geen blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen is aangetroffen. De melder is hiervan op de hoogte gebracht op 16 maart 2015. Ook is de medewerker in kwestie geïnformeerd door het CLSK (Commando Luchtstrijdkrachten). Bij de melder is dus wel een blootstellingsregistratie aangetroffen, maar niet het formulier waarom hij gevraagd had. Daarvoor zegt staatssecretaris Visser dat de verwijdering van het formulier onbedoeld heeft plaatsgevonden tijdens opschoning van de personeelsdossiers, voorafgaand aan het scannen van de documenten ten behoeve van de digitalisering van de personeelsdossiers. Op 16 november 2015 is de melder hierover geïnformeerd. Om herhaling te voorkomen zijn er sinds 2016 twee vaste formulieren in het dossier van elk personeelslid opgenomen ten behoeve van de blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen. Aan het eind van de brief vermeldt de staatssecretaris dat het ontbreken van een blootstellingsformulier geen beletsel is om een beroep te doen op de coulanceregeling. De brief is in zijn geheel hier terug te lezen.

 

 

Defensie verwijderde informatie chroom-6 uit personeelsdossiers’

21-12-2017

Het programma Zembla meldt zojuist dat Defensie uit personeelsdossiers informatie heeft verwijderd. In deze informatie staat onder andere dat mensen gewerkt hebben met gevaarlijke stoffen, zoals het kankerverwekkende chroom-6. Het gaat om informatie van (ex-) medewerkers van vliegbasis Twente, Soesterberg en Gilze-Rijen. Volgens het onderzoek van Zembla zijn de ‘persoonsregistratie-formulieren gevaarlijke stoffen’ uit personeelsdossiers van (oud)-medewerkers verdwenen of verwijderd. Begin 2013 ontdekte André Vinke, die werkzaam was geweest op diverse schilderswerkplaatsen van defensie, dat in zijn personeelsdossiers bovengenoemde formulieren ontbraken. Bij navraag hierover bij zijn meerderen ontving hij pas twee jaar later een reactie. Intussen heeft Vinke met diverse anderen contact gehad, die hetzelfde hebben geconstateerd.

Reactie Ministerie van Defensie

Het Ministerie van Defensie ontkent dat er sprake is van opzet. In een reactie aan het programma zei men het volgende: “Een aantal jaar geleden zijn personeelsdossiers gedigitaliseerd. Het is niet uitgesloten dat daarbij formulieren zijn verwijderd omdat deze bijvoorbeeld dubbel of niet leesbaar waren, of niet thuishoorden in het dossier. De reden van verwijdering, door wie en wanneer, moeten zijn bijgehouden. Defensie zal in geval van benadeelden die zich hebben gemeld, nader onderzoek doen.”

Onderzoek Chroom-6

Het RIVM is nog steeds bezig met het onderzoek naar het verband tussen de gezondheidsklachten en de blootstelling aan de gevaarlijke stoffen. Het onderzoek zal naar verluid in het voorjaar van 2018 worden afgerond. De verloren informatie is van belang als ex-medewerkers het ministerie aansprakelijk willen stellen voor de geleden schade door het werken met chroom-6. Er staat precies op wanneer, hoe lang en met welke stoffer er is gewerkt. Deze persoonsregistratie gevaarlijke stoffen is op 1 januari 1994 al als verplichting in de Arbowet opgenomen. BRON: de Telegraaf

 

 

Vertraging in onderzoek chroom-6 bij Defensie

22-06-2017

Het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar het gebruik van kankerverwekkende chroom-6-verf bij Defensie loopt een half jaar vertraging op. Onder meer op het NAVO-depot in Vriezenveen hebben medewerkers van Defensie in het verleden met de giftige verf gewerkt. Het aantal documenten dat het RIVM moet onderzoeken is groter dan verwacht. Ook heeft het instituut besloten meer mensen te interviewen, wat meer tijd kost. Dat heeft minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie gisteren de Tweede Kamer laten weten. Ze had de Kamer beloofd om voor de zomer te komen met een update van de stand van zaken van het dossier chroomhoudende verf bij Defensie. Voor het eind van dit jaar moet het RIVM-onderzoek klaar zijn. In de Kamer was eerder kritiek op de duur van het onderzoek. Versnelling was volgens de minister niet mogelijk, omdat de kwaliteit van het onderzoek daaronder zou lijden. Ruim 2500 mensen die met chroom-6-verf werken of hebben gewerkt, hebben zich gemeld bij Defensie. Onder een coulanceregeling hebben 279 mensen een vergoeding gekregen. Voor honderden andere (ex-)medewerkers van Defensie betekent deze vertraging een nog langer wachten op eventuele schadevergoeding. Bron: RTV Oost

Drost Letselschade en chroom-6

Drost Letselschade staat enkele honderden (ex-)medewerkers van Defensie bij in hun strijd om een vergoeding voor hun gezondheidsschade ten gevolge van het werken met chroom-6. Helaas is er voor hen weinig positief nieuws te melden, omdat het wachten is op de uitslagen van de RIVM-onderzoeken. Wel volgt Drost de ontwikkelingen in deze zaak op de voet, zie ook ons dossier: Chroom-6. Wilt u meer weten over onze diensten en deskundigheid in letselschadeclaims bij Defensie? Neem dan contact op via ons gratis telefoonnummer: 0800 – 2490300, stuur een e-mail naar: [email protected] of stel uw vraag direct via ons contactformulier: Stel uw vraag

 

 

Coulanceregeling Chroom-6 wordt aangepast

27-03-2017

Het ministerie van Defensie meldt vandaag dat de coulanceregeling voor slachtoffers van de kankerverwekkende stof chroom-6 aangepast wordt. De aanpassing is het gevolg van het nog lopende onderzoek van de RIVM. Een aantal aandoeningen zal van de lijst worden gehaald, omdat het niet waarschijnlijk is dat deze worden veroorzaakt door het werken met chroom-6. De resultaten van het wetenschappelijk literatuuronderzoek van het RIVM hebben aanleiding gegeven om de lijst met aandoeningen te actualiseren. Eventuele nieuwe claims zullen aan de nieuwe lijst worden getoetst. De aanbiedingsbrief die de minister hierover aan de Tweede Kamer stuurde vindt u hier. Nadat de coulanceregeling in maart 2015 werd ingesteld hebben meer dan 2500 (ex-)medewerkers zich bij Defensie gemeld. Op basis van de regeling hebben bijna 250 mensen een uitkering ontvangen. Van de (oud-)medewerkers die vergoeding hebben ontvangen voor een aandoening die nu niet meer op de lijst staat, wordt niet verwacht dat zij het ontvangen bedrag terug betalen.

Afronden onderzoeken

Het RIVM verwacht dat het gehele onderzoek naar werken met chroom-6 na de zomer kan worden afgerond. Vanuit de Tweede Kamer kwam er veel kritiek op de duur van het onderzoek. Defensie gaf echter aan dat het niet sneller kon, dat zou de kwaliteit van het onderzoek aantasten. De aanvullende onderzoeken naar het gebruik van CARC op andere defensielocaties lopen door tot in 2018.

Langer wachten

Letselschade-expert Yme Drost, die enkele honderden slachtoffers en nabestaanden bijstaat, betreurt het dat hij en zijn cliënten dit nieuws via de media moeten vernemen. Drost vindt het ook merkwaardig, dat de regeling wordt ingeperkt met aandoeningen waarvan volgens Defensie niet waarschijnlijk is dat ze door chroom-6 zijn veroorzaakt. Maar dat slachtoffers tot ná de zomer moeten wachten op informatie over welke aandoeningen wèl in verband met chroom-6 kunnen worden gebracht. Bron: Nu.nl Volg onze nieuwsitems over chroom-6 via ons Dossier Chroom-6

 

 

Defensie informeert over onderzoek chroom-6 en CARC

06-03-2017

Afgelopen week publiceerde Defensie op haar website een overzicht van het onderzoek naar het gebruik van chroomverf binnen Defensie en de meest gestelde vragen daarover. Veel van deze vragen zijn ook te vinden op de daarvoor ingestelde website www.informatiepuntchroom6.nl. In opdracht van Defensie zijn er onderzoeken gedaan door  het RIVM, enkele regionale GGD’s en het CEAG, de Arbodienst van Defensie. De informatie die nu is gepubliceerd, is met name bestemd voor huidige en ex-medewerkers van Defensie, van slachtoffers, nabestaanden en andere belanghebbenden. Zij kunnen ook nog steeds nieuwe informatie en vragen voor het onderzoek doorgeven via het Informatiepunt van het CAOP.

Hoe wordt er onderzoek gedaan naar wat er in het verleden is gebeurd

Defensie heeft het RIVM gevraagd om een historisch onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van het werken met chroom-6 en CARC op alle Defensielocaties. Inclusief de POMS-sites, waar met deze stoffen is gewerkt. Voor dit historische onderzoek heeft Defensie in de archieven gezocht naar documenten over chroom-6 en CARC uit de periode van ongeveer 1984 tot heden. Het onderzoek wordt onder andere gebaseerd op informatie uit archieven en uit gesprekken met (oud-) medewerkers (focusgroepen). Van voor 1990 zijn weinig documenten bewaard gebleven. Dit komt door de wettelijke bewaartermijn van archieven. Daarom roept Defensie(oud-)medewerkers op om eventuele informatie in hun bezit, beschikbaar te stellen voor het onderzoek. Alle informatie wordt gepubliceerd op internet, zodat alle betrokkenen inzage hebben en mogelijk ontbrekende informatie kunnen aanleveren. Defensie zorgt er voor dat persoonlijke informatie, zoals namen, niet meer leesbaar is. Het RIVM gebruikt deze documenten in het onderzoek.

Hoe wordt er onderzoek gedaan naar de huidige situatie

De GGD Zuid Limburg, GGD Drenthe, GGD Twente en GGD Groningen hebben voor het ministerie van Defensie onderzoek gedaan naar de actuele situatie op de voormalige POMS-sites. Het gaat om de POMS-sites Eygelshoven, Brunssum, Coevorden, Vriezenveen en Ter Apel. De GGD’s beoordelen of er gezondheidsrisico’s zijn voor de huidige en toekomstige werknemers. Voor het gehele terrein en alle gebouwen in relatie tot de aanwezige milieuaspecten. In 2015 onderzochten de regionale GGD’s de gezondheidsrisico’s voor de huidige werknemers op de voormalige POMS-locaties. Op de locaties Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen en Coevorden zijn geen gezondheidsrisico’s voor het personeel onderkend. In aansluiting op dit onderzoek zijn begin januari 2016 luchtmonsters genomen op de POMS-locatie Ter Apel. Dat op advies van de GGD Groningen. Voor het personeel op de POMS-locatie Ter Apel is geen sprake van gezondheidsrisico’s. Verder heeft de Arbodienst van Defensie (het CEAG) een quick scan gehouden op 10 locaties waar nog actief met chroomhoudende verf wordt gewerkt. Het doel van de quick scan was om te onderzoeken of er veilig wordt gewerkt met chroomhoudende verf. En of er aanvullende maatregelen nodig zijn om dit in de toekomst te kunnen waarborgen.

Waar doet het RIVM onderzoek naar

In het voorjaar van 2014 kreeg Defensie signalen binnen van medewerkers. Zij hadden het vermoeden ziek te zijn geworden door het werken met chroomverf en CARC. Dit waren eerst medewerkers van vroegere POMS-sites waar Amerikaans materiaal en voertuigen waren opgeslagen. Daarna ook van andere Defensieonderdelen. Defensie neemt de meldingen serieus en heeft het onafhankelijke onderzoeksinstituut RIVM gevraagd dit te onderzoeken. Het RIVM doet onderzoek naar:

  • de blootstelling aan chroom-6 en CARC;
  • of er voldoende beschermingsmaatregelen zijn genomen;
  • of er een causaal verband bestaat tussen het gebruik van chroom-6 en CARC en de ziektebeelden die de (oud-)medewerkers hebben gemeld.

Onderzoeksvragen

Het RIVM heeft tot nu toe meer dan 1700 vragen verzameld. Deze vragen komen uit de voorlichtingsbijeenkomsten, online vragenlijsten, focusgroepen en documenten over chroom-6 en CARC. Daarnaast zijn er ook vragen verzameld van deskundigen, vakbonden en letstelschade-advocaten en register-experts. De gehele onderzoeksopzet vindt u op de website van het RIVM. et RIVM verzamelt, sorteert en bundelt de vragen van belanghebbenden. Daarna legt het RIVM de vragen voor aan de paritaire commissie. De commissie besluit welke vragen het RIVM gaat onderzoeken en wanneer welke vraag wordt onderzocht. Zodra de commissie vragen heeft vastgesteld, kan het RIVM hier mee aan de slag. Al deze vragen zijn vertaald in onderzoeksvragen, die zijn verdeeld in een tiental categorieën. De gehele onderzoeksopzet, en de onderzoeksresultaten tot nu toe, vindt u ook op de website van het RIVM. Het RIVM onderzoekt alle vragen. Dat doen ze niet alleen. Ook andere deskundigen en partijen worden actief betrokken. De paritaire commissie bepaalt wat er als eerste wordt onderzocht. Sommige vragen zijn namelijk urgenter dan andere. Ondertussen gaat het RIVM door met het verzamelen van eventuele vragen en mogelijke ‘oude’ informatie van belanghebbenden. Meer informatie daarover staat ook in bovengenoemde publicatie van De Rijksoverheid.

 

 

Uitkering Defensie voor zieke medewerkers inzake chroom-6

27-02-2017

Het ministerie van Defensie heeft tot nu toe ruim 2,1 miljoen euro uitgekeerd aan 309 (oud-)medewerkers die ziek zijn geworden van het werken met de zeer giftige en kankerverwekkende stof Chroom-6. Dat bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Defensie tegen NU.nl na berichtgeving van De Limburger vanmorgen. Defensiemedewerkers maakten gebruik van de Coulanceregeling die het ministerie twee jaar geleden instelde voor de slachtoffers van Chroom-6, zonder dat het daarbij schuld erkent. Oud-medewerkers die ziek zijn, kunnen een bedrag tussen de 3.000 en 15.000 euro ontvangen. Medewerkers, verspreid over meerdere locaties in Nederland, maakten gebruik van de regeling. Defensie ontving in totaal 719 aanvragen, daarvan werden er 255 meteen goedgekeurd en nog eens 54 aanvragen werden (gedeeltelijk) gehonoreerd nadat medewerkers bezwaar hadden aangetekend. Hun aanvragen zijn alsnog (gedeeltelijk) goedgekeurd en uitgekeerd. De tegemoetkoming was gemiddeld 6796 euro. Volgens de woordvoerder representeren de cijfers een tussenstand die het ministerie op 2 januari naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De coulanceregeling zou aanvankelijk volgende week sluiten, maar is verlengd totdat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) het onderzoek heeft afgerond en de resultaten van zijn onderzoek heeft gepubliceerd naar onder meer de arbeidsomstandigheden op de voormalige POMS-depots. Bron: NU.nl

 

 

Vergoeding slachtoffers chroom-6 Tilburg

18-02-2017

Het aantal mensen dat als ‘slachtoffer’ van de Tilburgse chroom-6 aanspraak kan maken op een gemeentelijke vergoeding, is opgelopen tot 508. Van de eerste 492 mensen heeft de gemeente woensdag de eerste uitbetaling gedaan. Van de overige 16 mensen beschikt ze nog niet over de (bank)gegevens. Over twee jaar gemeten hebben alle betrokkenen recht op een bedrag van 770 euro. Dat meldde het Brabants Dagblad enkele dagen geleden. Vorig jaar weren zowel de gemeente Tilburg als NedTrain Tilburg officieel aansprakelijk gesteld voor mogelijke gezondheidsschade van mensen die museumtreinen hebben opgeknapt. De gemeente schreef in december in totaal 589 betrokkenen aan. B en W besloten tot de geste om de voormalige medewerkers van het eigen re-integratiebedrijf tRom te laten merken dat ze met hen meeleeft. Het is nadrukkelijk geen erkenning van eventuele aansprakelijkheid, zei wethouder Erik de Ridder (CDA, Arbeidsmarkt) eerder. Vorige maand werd bekendgemaakt dat de GGD Hart voor Brabant bereid is Tilburgers te onderzoeken die aan chroom-6 zijn blootgesteld. Geen enkele huisartsenpraktijk in de stad bleek hiertoe bereid. Dit naar aanleiding van de onvrede die er onder de betrokkenen heerst. Zij willen zich graag met spoed kunnen laten onderzoeken door het gespecialiseerde instituut IKA Ned.  De IKA (of Instituut voor Klinische Arbeidsgeneeskunde ) zelf gaf er echter de voorkeur aan zelf mensen en hun dossier pas in later stadium te onderzoeken. Het instituut is erin gespecialiseerd om het causale verband aan te tonen tussen gezondheidsklachten en blootstelling aan gevaarlijke stoffen als chroom-6. Ze wil de GGD eventueel wel voorzien van deskundig advies. Bron: Brabants Dagblad

 

 

Update defensie over chroomhoudende verf

30-01-2017

In november 2016 beloofde minister Hennis-Plasschaert van Defensie de Tweede Kamer, dat zij in januari 2017 de Kamer opnieuw zou informeren over de stand van zaken betreffende het dossier chroomhoudende verf bij Defensie. Dit weekend stuurde zij de Kamer een brief, waarin ze ingaat op de ontwikkelingen sinds de vorige rapportage van oktober 2016. Aan de orde komt de voortgang en uitbreiding van het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de verlaging van de grenswaarde voor chroom-6. Ook de uitkomsten van de gezondheidskundige onderzoeken en de stand van zaken van de meldingen en de coulanceregeling komen in de brief aan de orde.

Voortgang RIVM-onderzoek

In de rapportage van oktober 2016 meldde de minister dat de algemene vragen over chroom-6 (werkpakket 3) waren beantwoord. Verder liet zij weten dat het literatuuronderzoek naar de effecten van chroom-6 op de gezondheid (werkpakket 5.1) voor een belangrijk deel gereed was. Inmiddels heeft het RIVM laten weten dat het verzamelen van de wetenschappelijke literatuur in het najaar van 2016 is voltooid. De resultaten zijn vervolgens voor een inhoudelijke toetsing aan een groep deskundigen (expertgroep) voorgelegd. Aanvankelijk was het voornemen van het RIVM om de vragen van (oud-)medewerkers in fases te beantwoorden. Dat had de minister in de brief van 21 oktober 2016 ook gemeld. Naar aanleiding van gesprekken met deskundigen, en na behandeling in de paritaire commissie, heeft het RIVM er echter voor gekozen de communicatie niet eerder te starten dan na afronding van het onderzoek en de inhoudelijke toetsing door de expertgroep. Dit om zo volledig mogelijk te kunnen zijn. Het RIVM zal de resultaten van werkpakket 5.1 in februari 2017 bekendmaken in een e-mailbericht aan de (oud-)medewerkers, een brochure, een publicatie op de website en een interne nieuwsbrief.

Uitbreiding RIVM-onderzoek

In de brief van 15 november jl. is de Kamer gemeld dat het huidige onderzoek naar het gebruik van chroomhoudende verf op de POMS-locaties zal worden uitgebreid. De uitbreiding behelst een onderzoek naar het gebruik van CARC op de POMS-locaties en van chroomhoudende verf op andere defensielocaties. Deze uitbreidingen waren reeds voorzien. De voorbereidingen voor de twee onderzoeken zijn inmiddels in volle gang. Beide onderzoeken zullen binnen het huidige onderzoekskader worden uitgevoerd.

Verlaging grenswaarden chroom-6

Op 18 oktober 2016 is er een lagere wettelijke grenswaarde voor chroom-6 vastgesteld, die per 1 maart a.s. in werking treedt. Deze verlaging heeft tot gevolg dat Defensie de werksituaties, waarbij blootstelling aan chroom-6 kan voorkomen, opnieuw gaat beoordelen. Dit gebeurt ten behoeve van eventuele aanvullende maatregelen ten opzichte van de maatregelen naar aanleiding van de Quick Scan Chroom VI. De minister zal de Kamer hierover in de volgende rapportage nader informeren.

Detectie-pen

Om direct te kunnen bepalen of chroom-6 aanwezig is in oude verflagen op materieel, gebruikt het personeel sinds eind november 2016 een detectiepen. Deze ‘chromate checker’ detecteert chroom-6 in de primer of coating. Zo kan personeel snel bepalen of chroom-6 op de werkplek aanwezig is en kunnen, zo nodig, snel beschermende maatregelen worden genomen.

Gezondheidskundig onderzoek

Alle medewerkers die nu nog aan chroom-6-verbindingen kunnen worden blootgesteld, wordt een preventief medisch onderzoek (PMO) aangeboden. Zij kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan een urineonderzoek. Inmiddels hebben 283 medewerkers het PMO ondergaan en is bij 56 werknemers een urineonderzoek uitgevoerd. In geen van de urinemonsters werd een concentratie chroom-6 boven de screeningwaarde gevonden.

Meldingen, coulanceregeling en bezwaarschriften

Het aantal registraties bij het meldpunt van het Centrum Arbeidsverhoudingen voor Overheidspersoneel (CAOP) is sinds oktober 2016 nauwelijks gestegen, van 2556 naar 2561. Tot 2 januari hebben 719 (oud-)medewerkers een beroep gedaan op de coulanceregeling die in maart 2015 is ingegaan. Daarvan zijn 255 aanvragen toegekend en uitgekeerd. Er zijn nog zes aanvragen in behandeling. Er zijn 456 aanvragen afgewezen omdat deze niet voldeden aan de voorwaarden op het gebied van de aandoening, de functie of de duur van de blootstelling. Bij bezwaren die zich richten op de functie destijds of de duur van de blootstelling, wordt na een onafhankelijk advies zo nodig opnieuw naar de individuele situatie gekeken. In de coulanceregeling staat vermeld dat een aanvraag kan worden ingediend binnen twee jaar na inwerkingtreding van de regeling (1 maart 2015). In de coulanceregeling staat ook dat deze termijn zal worden verlengd als het RIVM-onderzoek niet binnen deze termijn is voltooid. Aangezien het RIVM-onderzoek niet voor 1 maart 2017 zal zijn voltooid, is de termijn voor het indienen van aanvragen inmiddels verlengd, in ieder geval totdat het RIVM-onderzoek klaar is. De minister zal de Tweede Kamer blijven informeren over de uitkomsten van de onderzoeken en hoopt voor de zomer een volgende brief met de stand van zaken te sturen. Bron: Rijksoverheid.nl

 

 

Tilburg geeft chroom-6 slachtoffers een tegemoetkoming

15-12-2016

De gemeente Tilburg compenseert ruim zevenhonderd mensen die tussen 2004 en 2011 via een re-integratietraject op een NedTrain-werkplaats in contact zijn geweest met het gevaarlijke middel chroom-6. De tegemoetkoming is twee keer het minimale eigen risico. Het bedrag is gebaseerd op het eigen risico in de jaren 2016 en 2017 en komt voor de gedupeerden op een totaal bedrag van 770 euro.De zevenhonderd personen die de vergoeding ontvangen werden door de gemeente aan de slag gezet op de voormalige werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Tilburg, in een periode waarin zij werkloos waren. In de werkplaats werden oude treinstellen geschuurd. In de oude verflagen zat zeer waarschijnlijk chroom-6 dat is vrijgekomen tijdens de werkzaamheden. Veel betrokkenen kampen sindsdien met gezondheidsklachten. “De gemeente begrijpt dat mensen zich zorgen maken over hun gezondheid en wil ze steunen in deze onzekere periode. De gemeente vindt het belangrijk dat alle betrokkenen de zorg kunnen krijgen die zij nu nodig hebben”, zo stelt de gemeente in een verklaring. De gemeente benadrukte dat de tegemoetkoming geen erkenning is van schuld. Ze wordt verstrekt uit morele overwegingen. ,,Een teken van medeleven voor de zorgen en betrokkenheid bij de zaak,” aldus de B en W van Tilburg.

Onafhankelijk onderzoek

Een groep van ongeveer zeventig zieke personen heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor hun schade. Tilburg liet een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar de gezondheidsrisico’s en de werkomstandigheden op de werkplaats voor een definitief oordeel. De resultaten hiervan worden in september 2017 verwacht.Bron: NU.nl

 

 

Toch chroom-6 bij Almelo

01-12-2016

Toch chroom-6 voormalige NAVO-opslag bij Almelo

Er blijkt toch chroom-6 te zijn aangetroffen in de werkplaats op het terrein van de voormalige NAVO-opslag bij Almelo. De werkplaats is gesloten en het gespecialiseerde bedrijf Dolmans Calamiteiten Diensten is bezig met het opruimen en schoonmaken van de werkplaats. Vorig jaar heeft de GGD onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van chroom-6, uranium en asbest in de werkplaats bij Almelo. Toentertijd werd er geen chroom-6 aangetroffen en slechts een lage hoeveelheid uranium. Het advies van de GGD was om geen nader onderzoek te doen, wel moesten de hoger gelegen delen schoongemaakt worden, aangezien daar asbest was aangetroffen. Een woordvoerder van Defensie verklaart nu dat vorig jaar is besloten om een ‘dieptereiniging’ uit te voeren, welke deze maand zou worden uitgevoerd. Voor deze reiniging werd er weer onderzoek gedaan en nu bleken er wél sporen van chroom-6 in de werkplaats aanwezig te zijn. Volgens Defensie zijn de waarden onder de wettelijke grenswaarden, die overigens wel worden aangescherpt. De aangetroffen hoeveelheid chroom-6 is zo gering dat dit geen risico’s heeft opgeleverd voor werknemers die er de afgelopen tijd werkten.  Bron: Tubantia

 

 

Uitbreiding onderzoek RIVM chroom-6 en CARC

18-11-2016

De Paritaire Commissie heeft eind oktober minister Hennis-Plasschaert geadviseerd om het RIVM-onderzoek ‘Gezondheidsonderzoek gebruik gevaarlijke stoffen bij Defensie; POMS, Chroom-6 en CARC’ uit te breiden. Door deze uitbreiding van het onderzoek, zullen de uitkomsten van het onderzoek wel worden vertraagd en in de zomer van 2017 nog niet klaar zijn. De minister heeft de Paritaire Commissie (PC) in het leven geroepen om het proces van het RIVM-onderzoek te bewaken en de voortgang te bevorderen. Ze heeft de taak om de minister te adviseren ten aanzien van het bepalen van omvang van de opdracht van het RIVM. Maar ook het vaststellen van de onderzoeksopdrachten en het prioriteren van de deelonderzoeken. De PC heeft in 2014 de prioriteit gelegd bij het onderzoeken van de gezondheidsrisico’s op de voormalige POMS-locaties door de werkzaamheden met chroomhoudende verf.

Uitbreiding onderzoek

De commissie heeft ook toezeggingen gedaan om het onderzoek uit te breiden naar de mogelijke gevolgen van het werken met chroom-6 op andere locaties van Defensie en dat vraagt ze nu aan bij de minister. Daarnaast wil de commissie graag nog een extra onderzoek doen naar CARC op de POMS-locaties. De opzet van deze beide nieuwe onderzoeken ontving de minister samen met de aanvraag. De PC vroeg daarin de minister om deze uitbreiding van het onderzoek van het RIVM goed te keuren. De commissie hoopt dat met de opgedane ervaring bij het lopende onderzoek, deze extra onderzoeken efficiënter en sneller zullen verlopen en kunnen worden afgerond. Op 15 november 2016 heeft minister Hennis-Plasschaert de Tweede Kamer geïnformeerd over het advies van de Paritaire Commissie. Ze deelt de Kamer mee, dat zij de adviezen van de PC overneemt en daarmee dus haar goedkeuring geeft aan de uitbreiding van het RIVM-onderzoek. Op het feit dat pas eind 2016 een begin zal worden gemaakt met het bespreken van de opzetten van de nieuwe onderzoeken met de betrokken commissies en dat dan nog ongeveer een jaar zal duren, is de minister helaas niet ingegaan.

 

 

Oud-werknemers Defensie klagen Staat aan wegens chroom-6

17-11-2016

De Heerlense advocaat Rob Bedaux gaat de Nederlandse Staat aanklagen namens 3000 oud-werknemers van de Defensieterreinen in Eygelshoven en Brunssum. Dat zei hij gisteren tegen de Limburgse regionale omroep L1. Volgens de raadsman heeft de Staat onrechtmatig gehandeld jegens iedereen die daar op de POMS-sites heeft gewerkt. Destijds werden medewerkers bij verfwerkzaamheden aan defensiematerieel blootgesteld aan de kankerverwekkende stof chroom-6.

WOB-verzoek

Een half jaar geleden heeft Bedaux via een WOB-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) opgevraagd hoeveel Defensie-medewerkers ziek zijn geworden. Er kwam uit naar voren dat zo’n 1200 oud-werknemers klachten hebben. Die variëren van huiduitslag tot verschillende vormen van kanker. Bedaux zegt dat hij met een dossier van zo’n 30 bladzijden kan aantonen dat Defensie destijds op de hoogte was van het gevaar van chroom-6.

Regeling

Begin 2015 kondigde Defensie een coulance-regeling aan, zonder daarmee schuld te erkennen. Oud-medewerkers die ziek zijn, kunnen een bedrag tussen de 3000 en 15.000 euro krijgen. De vergoeding geldt alleen voor mensen die meer dan twaalf maanden met chroom-6 hebben gewerkt. Ruim 200 mensen hebben tot nu toe zo’n uitkering ontvangen. Bron: 1Limburg

 

 

Informatieavond over chroom-6 in Tilburg

05-11-2016

De commissie Tilburg Chroom-6 organiseert een informatieavond voor alle 700 mensen die tussen 2004 en 2011 werkten bij tROM op het terrein van NedTrain in Tilburg. Deze commissie is een speciale, onafhankelijke groep mensen die op verzoek van de gemeente Tilburg wetenschappelijk onderzoek doet naar de gevaren van Chroom-6 (Chromium-6) voor de gezondheid. De informatieavond is gepland voor 9 november aanstaande en vindt plaats in het Willem II stadion in Tilburg. Alle betrokkenen en hun familie kunnen gewoon komen, aanmelden hoeft niet. De onderzoekers willen vertellen wat ze al weten en wat er nog meer wordt onderzocht. Maar ook willen zij graag van de betrokkenen weten welke gezondheidsklachten zij hebben. In de uitnodiging in de media wordt geprobeerd zoveel mogelijk mensen te benaderen. De commissie wil graag precies weten wat chroom-6 doet. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen die tussen 2004 en 2011 bij tROM werkten, meedoen aan het onderzoek. Mensen kunnen zich op 9 november aanmelden voor dat onderzoek. Er zijn dan mensen die kunnen helpen bij deze aanmelding. Ook kan men de commissie en de gemeente vragen stellen. De commissie Tilburg Chroom-6 vindt het belangrijk dat alle betrokkenen er op woensdag 9 november bij zijn. De gemeente Tilburg heeft ook een speciaal informatiepunt ingesteld, waar men terecht voor vragen over het onderzoek en over chroom-6. Ook op de website van de gemeente staat extra informatie hierover. Het Brabants Dagblad berichtte vorige week nog, dat de gemeente Tilburg nog niet wil praten over een mogelijk schadevoorschot voor slachtoffers.  Ondanks een oproep aan de gemeente om voor de oud-medewerkers de coulance-regeling open te stellen die al geldt voor Defensie-personeel. De gemeente wil echter de uitslag van onafhankelijk onderzoek afwachten en de gemeenteraad houdt zich vooralsnog afzijdig in deze kwestie.

 

 

Stand van zaken defensie-dossier chroom 6

26-10-2016

Afgelopen week ontving de Tweede Kamer van minister Hennis-Plasschaert (Defensie) een brief over de stand van zaken met betrekking tot het dossier chroom-6. Dat was conform de toezegging die ze in mei 2016 had gedaan om in oktober de Kamer opnieuw te informeren over de voortgang de activiteiten rond het onderzoek naar de chroomhoudende verf die bij Defensie werd gebruikt.

Onderzoek

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) coördineert het historisch onderzoek naar de blootstelling van (oud-)medewerkers aan chroomhoudende verf en wat dit kan betekenen voor hun gezondheid. Het onderzoek naar chroom 6 op de POMS-locaties vormt het onderzoekskader van het RIVM. Dat onderzoek is weer onderverdeeld in negen deelonderzoeken, die nu nog in volle gang zijn en waarvan de eerste resultaten momenteel beschikbaar komen. De beantwoording van vragen over gezondheidsklachten, en of deze wetenschappelijk met de stof chroom-6 in verband kunnen worden gebracht vindt nu plaats. Het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden en blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties loopt nog, evenals het onderzoek naar risico’s van de daadwerkelijke blootstelling aan chroom-6 en de gevolgen daarvan voor de (oud-)POMS-werknemers. De minister verwacht dat in de loop van 2017 de overige onderzoeksresultaten beschikbaar zullen zijn, schrijft ze in de brief aan de Kamer.

Gegevens

Het aantal registraties bij het meldpunt van het CAOP is opgelopen van 2531 in april 2016 naar 2556 (peildatum: 04-10-2016). Tot nu toe (peildatum: 03-10-2016), hebben 694 (oud-)medewerkers een beroep gedaan op de coulanceregeling die in maart 2015 is ingegaan. Daarvan zijn 244 aanvragen toegekend en uitgekeerd. Er zijn nog 8 aanvragen in behandeling. Er zijn 442 aanvragen afgewezen omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden op het gebied van de aandoening, de functie of de duur van de blootstelling. Bij bezwaren die zich richten op de functie destijds of de duur van de blootstelling, wordt zo nodig na een onafhankelijk advies opnieuw naar de individuele situatie gekeken. Aan alle medewerkers die nu nog met chroomhoudende verf werken, wordt een preventief medisch onderzoek aangeboden. Deelname is vrijwillig en inmiddels hebben 170 medewerkers daarvan gebruik gemaakt. Bij 56 werknemers is een urineonderzoek uitgevoerd direct voor en na werkzaamheden met chroomhoudende verf. De minister is voornemens om de Kamer in maart 2017 opnieuw per brief te informeren over de stand van zaken in dit dossier.

 

 

Advies over grenswaarden chroom 6

13-10-2016

Alle verbindingen met de chemische stof chroom 6 moeten worden beschouwd als kankerverwekkend. Wie ermee werkt loopt een risico op longkanker. De Gezondheidsraad heeft nu berekend hoe groot dat risico is en heeft het afgelopen vrijdag als advies gestuurd aan minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Uit de berekeningen van de raad blijkt dat als mensen veertig jaar lang dagelijks worden blootgesteld aan 1 microgram chroom 6, dat tot vier extra gevallen van longkanker per duizend personen leidt. Worden ze blootgesteld aan 0,01 microgram over een periode van veertig jaar, dan leidt dat tot vier extra longkankergevallen per 100.000 mensen. De minister kan met dit advies in de hand een nieuw maximum bepalen waaraan werknemers mogen worden blootgesteld.

Gezondheidsrisico

Op 30 september publiceerde de Gezondheidsraad haar uitkomsten van een onderzoek naar de risico’s van langdurige beroepsmatige blootstelling aan chroom 6. In haar persbericht zegt ze: “Beroepsmatige blootstelling aan chroom VI-verbindingen kan leiden tot longkanker. Dit is een risico voor werknemers in onder meer de metaalindustrie die met deze verbindingen in aanraking komen. Chroom VI-verbindingen worden gebruikt bij het afwerken en verchromen van metalen delen, bij de productie en het lassen van roestvrij staal, maar ook bij de fabricage van kleurpigmenten. Werknemers die betrokken zijn bij deze processen lopen hierdoor een verhoogd gezondheidsrisico. De Gezondheidsraad is van mening dat alle chroom VI-verbindingen als kankerverwekkend of carcinogeen beschouwd moeten worden. Het advies biedt de minister van SZW een uitgangspunt voor het nader vaststellen van een wettelijke grenswaarde voor de blootstelling aan chroom VI-verbindingen op de werkplek.” Over chroom 6 is veel te doen geweest. Zo meldden honderden werknemers van Defensie zich met gezondheidsklachten na het werken met verf waar de stof chroom 6 in zat. Ook werknemers van het voormalige NedTrain zouden aan chroom 6 zijn blootgesteld bij het opknappen van oude treinen. Naar aanleiding daarvan is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  bezig met een groot onderzoek naar de blootstelling aan chroom 6 bij Defensie en NedTrain. De volledige tekst van de publicatie  ‘Chroom VI-verbindingen’ is te vinden op de website van de gezondheidsraad.

 

 

Binnenkort schadevergoeding chroom-6?’

01-10-2016

Sommige oud-werknemers van de vliegbasis Twenthe en het NAVO-depot in Vriezenveen die met chroom 6 werkten, kunnen schadevergoeding krijgen. Die conclusie trekt Yme Drost van Drost Letselschade in Hengelo na het gisteren bekend geworden advies van de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad concludeert dat beroepsmatige blootstelling aan chroom-6 kan leiden tot longkanker. Het advies is opgesteld voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er komt ook nog een advies van het RIVM. Op voorhand gaat Drost nu een claim richting Defensie voorbereiden.

Goed nieuws

Eerder stelde Drost Defensie al aansprakelijk. “Met het advies van de Gezondheidsraad kunnen we enig causaal verband aantonen. Dat is voor het eerst. Het is goed nieuws voor de honderden cliënten van marine, diverse vliegbases en NAVO-depots uit het hele land die wij vertegenwoordigen,” aldus Drost vandaag in de Tubantia.

Kankerverwekkend

Met de giftige verfstof chroom 6 wordt gewerkt in onder meer de metaalindustrie. Voor het afwerken en verchromen van metalen delen, bij de productie en het lassen van roestvrij staal en bij de fabricage van kleurpigmenten. Defensie gebruikte de chroomhoudende verf, die onder meer straaljagers beschermt tegen roest, op diverse werkplaatsen. De Gezondheidsraad stelt dat alle verbindingen kankerverwekkend zijn. Het advies geeft minister Lodewijk Asscher richtlijnen voor het bepalen van een wettelijke grenswaarde voor blootstelling aan chroom 6 op de werkplek.

Longkanker

Enkele tientallen werknemers hebben longkanker. Er zijn ook patiënten bij uit Twente. Alleen oud-werknemers met longkanker krijgen geld, stelt Drost.

Afwijzingen

Er wordt nog steeds met het goedje gewerkt, bij gebrek aan alternatieven. Dat het ongezond is, stond al vast. 31 mensen kregen een uitkering van gemiddeld 7.000 euro per persoon. Bijna 200 andere aanvragen voor een uitkering werden afgewezen, omdat het verband tussen de klachten en chroom 6 niet kon worden aangetoond. Bron: Dagblad Tubantia

 

 

Gezondheidsonderzoek gevaarlijke stoffen Defensie

15-09-2016

Het ‘Gezondheidsonderzoek gebruik gevaarlijke stoffen bij Defensie: POMS, chroom-6 en CARC’ is in volle gang. Dit onderzoek wordt gecoördineerd door het RIVM. Het RIVM onderzoekt of er een verband is tussen de gezondheidsklachten die (ex-)medewerkers melden en hun blootstelling aan chroom-6 en CARC tijdens werkzaamheden voor Defensie. Deskundigen van andere organisaties worden actief betrokken bij het onderzoek.

Opzet onderzoek

De eerste stap was het helder krijgen van alle vragen die leven en onderzocht moeten worden. Hiervoor zijn vragen verzameld bij alle belanghebbenden via groepsgesprekken en een online vragenlijst. Ook zijn vragen meegenomen die zijn gesteld tijdens voortgangsbijeenkomsten van Defensie en via de e-mail. Dit resulteerde in meer dan 1.400 vragen. Het RIVM heeft deze 1.400 vragen gebundeld in enkele tientallen onderzoeksvragen. Dat was de tweede stap. Bij dat proces is geen vraag verloren gegaan. De Paritaire Commissie heeft een besluit genomen over welke vragen onderzocht moeten worden en in welke volgorde. De door de Commissie vastgestelde onderzoeksvragen zijn door de onderzoekers uitgewerkt in een onderzoeksplan. Inmiddels zijn tien onderzoeksplannen vastgesteld door de Paritaire Commissie. Hiermee is stap drie afgerond, tenzij er nieuwe deelonderzoeken en daarmee onderzoeksplannen bijkomen. Momenteel zijn ze bij stap vier in het onderzoek: het onderzoeken en beantwoorden van de onderzoeksvragen. Tenslotte zal stap vijf gaan over het informeren over de resultaten vanuit de deelonderzoeken.

Onderzoeksvragen

De vastgestelde onderzoeksvragen zijn ingedeeld in 11 deelonderzoeken. Het onderzoek is heel omvangrijk en is daarom onderverdeeld in deelonderzoeken. Het RIVM heeft voor de indeling in deelonderzoeken gekozen, zodat er zo gauw mogelijk antwoord op vragen komt en men niet hoeft te wachten tot het volledige onderzoek is afgerond. Daarbij zijn zorgvuldigheid en kwaliteit wel heel belangrijk. Het RIVM heeft dit hoog in het vaandel staan, maar ook de Inhoudelijke Klankbordgroep en Paritaire Commissie spelen daar een rol in. Voor het beantwoorden van de vragen is informatie van (ex-) medewerkers van Defensie nodig. Het RIVM heeft namelijk een goed beeld van de praktijk nodig. Hiervoor wordt met zoveel als nodig (ex-)medewerkers van verschillende locaties gesproken. En ook met (ex- )medewerkers die in verschillende periodes werkzaam waren in diverse functies. Daarnaast wordt met nabestaanden contact gezocht.

Informatie vergaren

Na de zomer worden gesprekken gevoerd met (ex-) medewerkers van POMS-locaties voor het onderzoek. Op deze manier wil het RIVM werksituaties en blootstelling verder in kaart brengen. Alle informatie van (ex-)medewerkers zal vertrouwelijk worden behandeld en niet worden doorgegeven aan derden of aan Defensie. Ook zal de informatie niet te herleiden zijn tot een persoon. Het CAOP zal mensen uitnodigen om hieraan deel te nemen. Niet iedereen zal worden uitgenodigd om deel te nemen, want dat is niet nodig voor het onderzoek. Daarnaast zou het onderzoek dan onnodig lang duren. Ondanks dat niet iedereen uitgenodigd zal worden om deel te nemen aan het onderzoek, is het wel belangrijk dat zoveel mogelijk (ex-) medewerkers en nabestaanden zich registreren bij het CAOP. Zo krijgen ze een volledig beeld van medewerkers en kan het CAOP zoveel mogelijk mensen van alle locaties betrekken. Bron. RIVM

 

 

Schadefonds voor slachtoffers Chroom-6 en PX-10′

30-08-2016

SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt dat er een schadefonds moet worden opgericht voor slachtoffers van gevaarlijke stoffen bij defensie, dit verklaarde hij bij de presentatie van zijn publicatie ‘Slachtoffers van gevaarlijke stoffen bij Defensie’. Honderden (oud-)werknemers van Defensie hebben gewerkt met kankerverwekkende stoffen, zoals chroom-6 en PX-10. Defensie wist van de risico’s van het onbeschermd werken met deze stoffen, maar toch hebben veel van de ex-werknemers (ernstige) klachten. Van Dijk vindt dat de slachtoffers een eerlijke en rechtvaardige behandeling verdienen, het oprichten van een schadefonds is, in zijn ogen, een eerste stap. Het RIVM is bezig met een groot onderzoek naar het werken met beide stoffen, minister Hennis-Plasschaert heeft in juni jl. opgemerkt dat het merendeel van de deelonderzoeken dit jaar nog zal worden voltooid. Ze kon echter nog niet toezeggen hoe en wanneer deze zullen worden gepubliceerd. In de publicatie van Jasper van Dijk komen onder andere vijf ex-werknemers van Defensie aan het woord: Martin van Minnen, Theo Even, Henk Coort, Gerard Leushuis en Rob Eickholt. Tevens bevat de publicatie een enquête onder oud-werknemers, waaruit blijkt dat meer dan 90% van de respondenten last heeft van gezondheidsklachten. Bron: SP.nl 

 

 

FNV zoekt gedupeerden Chroom-06 Tilburg

05-07-2016

Dinsdag 5 juli organiseerde de FNV een besloten informatiebijeenkomst voor iedereen die bij NedTrain in Tilburg heeft gewerkt en denkt ziek te zijn geworden door verf met daarin het kankerverwekkende Chroom-6. De FNV is op zoek naar gedupeerden. Ook als mensen zich al gemeld hebben bij het CAOP, verzoekt de bond zich ook te melden bij de FNV. Dat kan via Bureau Beroepsziekten van de FNV. Aldus het nieuwsbericht met oproep van de FNV onlangs op haar website.

Informatie uitwisselen

Tijdens de informatieavond op 5 juli in Tilburg konden gedupeerden hun verhaal kwijt. Ook wil de FNV kijken of er dusdanige bewijzen verzameld kunnen dat er aangetoond kan worden dat het werk bij NedTrain gelinkt kan worden aan gezondheidsklachten. Voor mensen die vanuit hun  gemeente in het kader van een re-integratietraject bij NedTrain werkten, heeft de FNV ook vragen hoe de mensen te werk zijn gesteld. Gedupeerden waren welkom op 5 juli, van 19.15 tot 21.30 bij Boerke Mutsaerts, Vijverlaan 2 in Tilburg. Aanmelding voor de avond was niet nodig. De avond had een besloten karakter. De pers was dan ook pas welkom na 21:30 uur. Door deze oproep probeert de FNV zoveel mogelijk mensen uit Tilburg en omgeving te vinden die mogelijk in aanraking zijn gekomen tijdens hun werk bij NedTrain met het kankerverwekkende Chroom-6.  De gemeente Tilburg organiseerde al eerder een inloopavond over de stof Chroom-6. Daar kwamen toen ongeveer 80 mensen op af, al had de gemeente volgens eigen zeggen rond de 580 mensen uitgenodigd. Op de informatiebijeenkomst afgelopen dinsdag waren ongeveer 40 aanwezigen. Het waren allemaal werknemers die op een of andere manier hebben gewerkt met de kankerverwekkende stof. Naast oud-medewerkers waren er ook mensen aanwezig die via een re-integratieproject bij NedTrain met de verf hadden gewerkt.

Meer onderzoek

FNV pleit voor meer onderzoek naar Chroom-6. “Bij Defensie speelt het al lang”, zei bestuurder Remko Mast van FNV Spoor voor dagblad De Limburger, “sinds vorig jaar weten we dat het ook op treinen zit. Het zou mij niet verbazen dat het ook op andere vervoermiddelen zit. Denk aan metrotoestellen, vrachtwagens en bussen.” Daarom vindt de FNV dat er ook veel actiever moet worden gezocht naar andere plekken waar werknemers blootgesteld zijn geweest aan de gifverf met het kankerverwekkende chroom 6. „Wij zijn erg geschrokken van de verhalen. Een dertigtal dossiers wordt nader onderzocht door ons bureau Beroepsziekten. Daar zijn ze gespecialiseerd in het naar boven halen van beroepsziekten”, zei een woordvoerster van de FNV na afloop . De FNV hoopt dat werkgevers bewuster omgaan met schadelijke stoffen. „Veiligheid is zichtbaar, maar gezondheidsschade niet.” Bron: website FNV

 

 

Kamerbrief over slachtoffers chroomverf

13-06-2016

Op 3 juni 2016 stuurde minister Hennis-Plasschaert een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze antwoord geeft op de vragen van SP-kamerlid Jasper van Dijk over slachtoffers van de giftige chroomverf. Aanleiding tot de vraagstelling was de TV-uitzending van Een Vandaag van 17 mei j.l. over zieke slachtoffers van de gifverf, die Defensie gaan aanklagen. Op de vraag van het kamerlid van Dijk of de minister de mening van de slachtoffers ook deelt, dat ze zo snel mogelijk gerechtigheid krijgen, antwoordde de bewindsvrouw dat het onderzoek naar chroom-6 en de POMS-sites als onderdeel van het RIVM-onderzoek natuurlijk zo snel mogelijk moeten worden voltooid. Maar gedegen onderzoek kost nu eenmaal tijd. Naar aanleiding van de oprichting van de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL-POMS schrijft de minister, dat deze stichting zich, net als andere belanghebbenden, voor alle informatie over chroom-6 en de voortgang van het RIVM-onderzoek kan wenden tot de RIVM-website en het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). Daarnaast is er altijd een (persoonlijk) gesprek met de juridische (claim)afhandeling van Defensie mogelijk.

RIVM-onderzoek

Naar aanleiding van de enquete van ex-POMS-medewerkers waaruit blijkt dat 68 procent van de oud-medewerkers kampt met gezondheidsklachten, kan de minister nog geen oordeel vellen over dat percentage. Ze wil eerst de uitslag van het RIVM-onderzoek naar de blootstelling van (oud-)medewerkers aan chroomhoudende verf afwachten. Ook kan ze geen overzicht geven van de medische aandoeningen van de bij het CAOP geregistreerde (oud-)medewerkers. Dit in het kader van de privacywetgeving. Ook vroeg de heer van Dijk of binnen het RIVM-onderzoek ook rekening wordt gehouden met individuele werkervaringen. Minister Hennis-Plasschaert bevestigt dit. In de deelonderzoeken over de werksituatie en de blootstelling aan de chroomhoudende verf in het verleden, wordt gebruik gemaakt van de informatie uit documenten en gesprekken met (oud-)medewerkers en van de antwoorden op vragenlijsten. Op de vraag wanneer de uitslagen van het RIVM-onderzoek naar buiten komen, antwoordde de minister dat het merendeel van de deelonderzoeken dit jaar nog zal worden voltooid. Maar ze kon nog niet toezeggen hoe en wanneer deze zullen worden gepubliceerd. De beantwoording van de hoofdvraag naar de kans dat het werken met chroom-6 houdende verf leidt tot gezondheidseffecten kan pas worden beantwoord nadat alle onderzoeken zijn voltooid. Aldus de minister in de brief aan de Tweede Kamer. In de TV-uitzending van 17 mei stelden (oud)medewerkers, dat zij niet nog twee jaar willen wachten op de uitslagen van de RIVM-onderzoeken en zij stappen daarom nu naar de rechter. De volledige tekst van het antwoord van de minister kunt u hier lezen.

 

 

Asscher wil voorlichting over chroom 6

08-06-2016

De Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) benadert nog dit jaar alle branches waarin wordt gewerkt met chroom 6 en waarin mogelijk gevaarlijke situaties bestaan. Aldus het Brabants Dagblad van 7 juni 2016. De Inspectie zal voorlichting geven en bovendien ‘waar nodig gericht optreden’. Dat meldt minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) op Kamervragen naar aanleiding van de chroom 6-zaak in Tilburg. Kamerleden van de SP en de PvdA hadden vragen aan Asscher gesteld rond het nieuws dat honderden werknemers van het Tilburgse re-integratiebedrijf tROm in de periode 2004-2011 zijn blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom 6 bij werk aan oude treinstellen. Inmiddels hebben zich meer dan 120 mensen bij de gemeente Tilburg gemeld in verband met dit dossier. Onbekend is hoeveel van hen gezondheidsklachten hebben. De NS heeft tot op heden één schadeclaim ontvangen, aldus Asscher. De minister houdt zich in de beantwoording van de Kamervragen op de vlakte over de aansprakelijkheid in deze kwestie. Die ligt volgens de bewindsman ‘primair bij de werkgever’.

Onderzoek

Het Brabant Dagblad besteedde al eerder aandacht aan chroom 6. Begin mei werd nog bericht dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de werkomstandigheden in de werkplaats van NS-NedTrain. Daarnaast gaat de gemeente Tilburg een onafhankelijke vertrouwenscommissie instellen. Dat zei wethouder Erik de Ridder naar aanleiding van een reeks meldingen die bij onder meer het Brabants Dagblad zijn binnengekomen. Veel oud-deelnemers maken gewag van het ontbreken van beschermingsmiddelen en een uiterst dwingende werksfeer. “Bij allerlei kleinigheden werd meteen gedreigd met korten op je uitkering”, zei Hakim van Lee die een aantal maanden treinen schuurde en lakte. Mensen kunnen zich telefonisch melden bij het CAOP. “Maar dat zit in Den Haag. Bij de vertrouwenscommissie kunnen ze ook persoonlijk hun verhaal kwijt,” aldus De Ridder. Het onderzoek wordt ook ingesteld, omdat de gemeente voorziet dat er ook juridische procedures komen. In september worden de eerste resultaten verwacht van het landelijke onderzoek naar het effect van chroom 6. De uitslagen van het Tilburgse onderzoek naar chroom 6 komen over uiterlijk 1,5 jaar vrij. Bron: Brabants Dagblad

 

 

Kamerbrief stand van zaken chroom-VI

23-05-2016

Op 17 mei stuurde de minister van defensie, mevrouw J. Hennis-Plasschaert, een brief aan de Tweede Kamer om haar nader te informeren over het dossier chroomhoudende verf en de stand van zaken daarvan.  Begin van dit jaar had ze reeds toegezegd om vóór de zomer de Kamer op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen rond Chroom-VI. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid (RIVM) coördineert het historisch onderzoek naar blootstelling van (oud-)medewerkers aan chroomhoudende verf en wat voor effect dat kan hebben op hun gezondheid. Het onderzoek hiernaar is momenteel in volle gang en men streeft ernaar om dit zo snel en zorgvuldig mogelijk te voltooien. Ook wordt alle relevante wetenschappelijke kennis die kan bijdragen aan de beantwoording van de onderzoeksvragen gebundeld en beschikbaar gesteld via een tweetal informatiebladen. Deze worden gepubliceerd op de website van het RIVM. Een exacte eindtijd van alle deelonderzoeken kan nog niet worden gegeven. Het staat nu nog niet vast hoeveel gesprekken met (oud-)medewerkers nodig zijn. De onderzoeksvragen inzake extra gezondheidsrisico’s en de verantwoordelijkheid van Defensie kunnen pas worden beantwoord nadat alle deelonderzoeken voltooid zijn. Het aantal registraties bij het meldpunt van het Centrum Arbeidsverhoudingen voor Overheidspersoneel (CAOP) is opgelopen tot ruim 2500. Ongeveer 670 (oud-)medewerkers hebben een beroep gedaan op de Coulanceregeling. Daarvan zijn 223 aanvragen toegekend en betaald, terwijl nog 23 vragen in behandeling zijn. Daarnaast zijn er 422 aanvragen afgewezen, omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden op het gebied van de aandoening, de functie of de duur van de blootstelling. Tegen deze afwijzing zijn 124 (oud-)medewerkers in bezwaar gegaan, waarvan de meeste momenteel nog in behandeling zijn bij het ABP. Ook hebben 133 medewerkers die nu nog met chroomhoudende verf werken, gebruik gemaakt van het preventief medisch onderzoek. Dat onderzoek wordt alle medewerkers aangeboden die nu bij hun werkzaamheden in contact komen met chroomhoudende verf. In de uitgevoerde onderzoeken naar gezondheidsrisico’s voor de huidige werknemers op de voormalige POMS-locaties zijn vanaf 2015 geen risico’s meer onderkend. De minister had de Tweede Kamer ook toegezegd om haar te informeren over het communicatieplan van de paritaire commissie. Deze commissie heeft gekozen voor een coördinerende rol die moet garanderen dat er sprake is van een goed onderling overleg met alle organisaties die betrokken zijn bij het chroom-6 dossier. Deze coördinatie verloopt naar tevredenheid van alle betrokkenen. De paritaire commissie heeft een website gemaakt met verwijzingen naar de betrokken organisaties.  Ook worden er nieuwsbrieven verzonden met actuele informatie aan degenen die bij het CAOP staan geregistreerd. En in het najaar hoopt de minister de Tweede Kamer middels een brief te informeren over de verdere voortgang van het chroom-6 dossier.

 

 

Inloopavond over chroom-6 in Tilburg

19-05-2016

Bij een inloopavond van de gemeente Tilburg over de stof chroom-6 zijn de emoties hoog opgelopen. Volgens Omroep Brabant kwamen er gisteren zo’n tachtig mensen op de bijeenkomst af. Onlangs werd bekend dat bijna 600 mensen met de kankerverwekkende stof hebben gewerkt bij het schuren van treinen. Een gedeelte van de bijeenkomst was achter gesloten deuren. Verslaggevers van Omroep Brabant hoorden dat er werd geschreeuwd en een schadevergoeding werd geëist. De Tilburgse wethouder Erik de Ridder begrijpt die frustraties. “Het was een pittige avond vol met vragen en grote bezorgdheid”, zei hij. “We hebben alle begrip voor die emoties.” Later op de avond spraken de verslaggevers met de aanwezigen. “Ik heb drie kleinkinderen en die wil ik wel groot zien worden”, zei een van hen. “Ik heb maagzweren en ontstekingen in mijn armen. Of dat komt door die chroom-6 weet ik niet.” Een ander zei: “Ik schrok enorm toen ik de brief kreeg. Nu heb ik niks, maar het kan zomaar zijn dat ik over twintig jaar toch problemen krijg met mijn gezondheid.” De gemeente Tilburg had volgens de NOS 580 mensen uitgenodigd voor de avond, om mensen zo goed mogelijk bij te praten. Ook de GGD en het RIVM waren aanwezig om vragen te beantwoorden. Het RIVM doet uitgebreid onderzoek naar de relatie tussen chroom-6 en een aantal kankersoorten en longproblemen.

Nieuwe aanmeldingen

Volgens het Brabants Dagblad hebben zich tijdens de inloopavond woensdagavond 60 nieuwe betrokkenen aangemeld. Zij kunnen zich desgewenst medisch laten onderzoeken.  Daarmee is het aantal geregistreerde personen opgelopen tot 82. Het RIVM laat waarschijnlijk onafhankelijk onderzoek doen naar het werken aan museumtreinen met chroom-6 bij het gemeentelijke reïntegratiebedrijf tROM. In totaal werkten tussen 2004 en 2011 wel 589 mensen aan deze treinen. “Hoe meer mensen zich laten registreren hoe completer ons beeld wordt”, aldus Ronald van der Graaf van onderzoeksinstituut RIVM.

Veel emoties

Op deze avond kwamen veel emoties naar boven. Mensen klaagden erover dat ze onder dwang met (naar nu blijkt) met een giftige stof hebben gewerkt. Er is ook veel frustratie over het feit dat de relatie tussen aandoeningen en chroom-6 moeilijk is aan te tonen. “Ik ben hier vanavond niks opgeschoten”, aldus een van de aanwezigen. Pas recentelijk kwam naar buiten dat werklozen die in Tilburg onderhoud aan treinen hebben verricht, mogelijk ziek zijn geworden door chroom-6.  De onrust onder de oud-medewerkers is groot als je hun verhalen hoort. Veel mensen die werkten aan de treinen waren werkloos en moesten daar aan het werk om hun uitkering te behouden. Ze spraken van slechte arbeidsomstandigheden in de hal van NedTrain.

 

 

Zieke slachtoffers chroom-6 klagen Defensie aan

18-05-2016

Slachtoffers van de giftige chroom-6-verf zijn het wachten beu en slepen Defensie voor de rechter. Het gaat om doodzieke oud-medewerkers van Defensie die gewerkt hebben op de POMS-sites aan de grens met Duitsland. Op deze voormalige NAVO-sites moesten zij Amerikaans legermaterieel zoals tanks en andere voertuigen schoonmaken en voorzien van een nieuwe laag kankerverwekkende chroomhoudende verf. In de TV-uitzending van EenVandaag Binnenland van 17 mei werd aandacht aan deze zaak besteed. De oud-Defensiemedewerkers kunnen niet nog twee jaar wachten op de uitslag van het RIVM-onderzoek naar het gifverfschandaal. Sommigen zijn zo ziek dat ze de uitslag van het onderzoek niet halen. Zij bundelen nu hun krachten en hebben een stichting gevormd om te procederen tegen Defensie. Zo denken ze eventuele schadeclaims veel sneller te kunnen indienen en toegewezen te krijgen. Het TV-programma EenVandaag bracht het gifverfschandaal in juli 2014 als eerste op tv. Toen bleek dat de oud-Defensiemedewerkers jarenlang onbeschermd met de kankerverwekkende CARC-verf hadden gewerkt. Onderzoeken van stofmonsters uit de jaren ’90 wezen uit dat de chroom-6-waarden van die verf veel te hoog waren op de werkplek. Het personeel werkte onbeschermd met de giftige verf.

Gecompliceerd onderzoek

Het ministerie van Defensie heeft RIVM de opdracht gegeven tot het doen van een onderzoek naar het gifverfschandaal maar het onderzoek is gecompliceerd en veelomvattend. Inmiddels overlijden er oud-medewerkers en worden er steeds meer ziek. Zij kunnen en willen niet nog twee jaar wachten op het RIVM-onderzoek en stappen naar de rechter zonder te wachten op de uitslag van het RIVM-onderzoek. In EenVandaag kwamen ex-Defensiemedewerkers aan het woord. Op alle afdelingen werd gewerkt met CARC verf en andere giftige stoffen. Wiel Hager werkte op de preservationafdeling van de NAVO-site in Brunssum. Hij moest de tanks van nieuwe verflagen voorzien en werd sinds jarenlang blootgesteld aan de chroomhoudende verf. Hij is ernstig ziek, heeft drie soorten kanker maar is strijdbaar. Met zijn oud-collega’s Giel Blom en Henk Coort en hun advocaat nemen zij het voortouw en geven de noodzaak aan van een snelle afhandeling van de zaak voordat het te laat is. Hun stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL-POMS  is bedoeld om geld in te zamelen om de rechtszaak te kunnen voeren. SP-Kamerlid Jasper van Dijk zal opnieuw vragen stellen aan Minister Hennis Plasschaert met de vraag de afwikkeling van de chroom-6-zaak te bespoedigen. Het ministerie van Defensie zegt dat het RIVM-onderzoek tijd kost en dat er tot die tijd gebruik gemaakt kan worden van een coulanceregeling voor (oud-)medewerkers die mogelijk ernstig ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 houdende stoffen. De zieke (oud-)medewerkers van de POMS-sites in Eygelshoven en Brunssum krijgen op z’n vroegst in de loop van 2017 te horen of hun klachten direct verband houden met de giftige stoffen waarmee ze werkten. Ook wordt dan pas bekend in hoeverre Defensie heeft gefaald bij de bescherming van deze medewerkers.

Openbaarheid

Op de website van 1Limburg van 17 mei stelt  advocaat Rob Bedaux uit Heerlen dat er al voldoende is aangetoond dat de chroom-6-waarden in de werkplaatsen de norm ver overschreden. Het rapport dat Defensie laat opstellen door het RIVM wordt pas volgend jaar verwacht. Zo lang kunnen veel ex-werknemers niet wachten omdat ze ernstig ziek zijn. Met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur wil de advocaat nu van het ministerie precies weten hoeveel Defensie-medewerkers ziek zijn geworden. Als die medische gegevens bekend zijn kan hij namens de stichting een rechtszaak beginnen.

Registratie

In maart 2015 werd bekend dat het oud-Defensiepersoneel dat ernstig ziek werd van werken met de giftige chroomhoudende verf een tegemoetkoming tot 15.000 euro krijgt. Mensen kunnen zich nog steeds hiervoor melden bij het Informatiepunt chroom-6. Dit informatiepunt Chroom-6 & CARC registreert meldingen over het werken met chroom-6 bij Defensie. De meldingen werden eerst vooral gedaan door oud-defensiepersoneel. Mensen meldden zich met klachten over hun gezondheid. Ze vermoedden dat die klachten waren ontstaan doordat ze met chroom-6 hadden gewerkt bij Defensie. De registratie is niet beperkt tot voormalig defensiepersoneel met gezondheidsklachten. Ook nabestaanden hebben zich gemeld. Later kwamen er meldingen bij van personeel dat nog steeds in dienst is van Defensie. Ook meldden zich mensen die niet ziek waren, maar bezorgd. Zij hadden bij Defensie met chroom-6 gewerkt en vreesden alsnog ziek te worden. Personen, die voor Defensie hebben gewerkt als uitzendkracht, zzp-er of werknemer van een bedrijf, kunnen zich ook melden en registreren. Hun vragen worden meegenomen in het onderzoek en zij worden dan op de hoogte gehouden over het onderzoek.

 

 

Drost over chroom-6 zaak in Tilburg

13-05-2016

In dit Drost Journaal wordt met letselschade-expert Yme Drost gepraat over de zaken rondom chroom-6. Naar aanleiding van de recente berichtgeving in het Brabants Dagblad over chroom-6 in Tilburg hebben zich bij Drost Letselschade al een aantal mensen gemeld. In de zaak met chroom-6 en Defensie staat Drost meer dan 200 (oud-)medewerkers bij. 

 

 

 

Honderden Tilburgers blootgesteld aan chroom-6?

10-05-2016

Door oude treinstellen te schuren, zijn meer dan 580 mensen in de regio Tilburg mogelijk blootgesteld aan de giftige stof chroom 6. Deze personen hebben in de periode 2004-2011 voor korte of langere tijd gewerkt bij tROM, een gemeentelijke reïntegratiebedrijf voor mensen die langere tijd in de bijstand zaten. In die periode knapten ze samen voor NedTrain vijftien oudere treinstellen op, waarop naar alle waarschijnlijkheid verf zat die het betreffende chroom-6 bevatte. Ook acht begeleiders hebben mogelijk risico gelopen. De gemeente Tilburg informeert betrokkenen in een persoonlijke brief, meldt het Brabants Dagblad. De zaak kwam aan het rollen toen zich vorig najaar een bezorgde oud-medewerker van de gemeente meldde met een complex aan gezondheidsklachten. Met collega’s begeleidde hij jarenlang werkloze deelnemers bij hun werkzaamheden in de toenmalige NS-hoofdwerkplaats in de Spoorzone.

Onderzoek

Chroom 6 moest zorgen voor goede hechting en het tegengaan van roest. Tijdens schuren, slijpen en verwarmen van oude verflagen kon de giftige stof vrijkomen. Het RIVM doet momenteel onderzoek naar het verband tussen chroom 6 en een aantal vormen van kanker en longaandoeningen. De gemeente Tilburg adviseert mensen naar een arts te gaan als ze zich zorgen maken. “Maar een specifieke test is er niet. Het lastige van dit spul is dat het na 120 dagen in het lichaam niet meer is te traceren”, zegt wethouder Erik de Ridder (CDA, Arbeidsmarkt). Op 18 mei houdt de gemeente een informatieavond met deskundigen van de GGD en het RIVM.

Risico’s beperkt

Volgens een website van de gemeente is het risico beperkt: “Als de duur van het werk beperkt is en er goede beschermmiddelen zijn gebruikt, is de blootstelling aan chroom-6 beperkt. Daarmee zijn de risico’s beperkt.” “Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat mensen zich zorgen hoeven te maken”, zegt de gemeente. De deelnemers aan het project kregen volgens de gemeente mondkappen, handschoenen, oorpluggen en veiligheidsbrillen. Ook zouden ze duidelijke instructies hebben gehad over het gebruik van deze middelen. Aldus de gemeente Tilburg. Diverse oud-deelnemers van tROM spreken dat echter tegen. Zij stellen dat bij het schuren van de treinstellen adequate veiligheidsmaatregelen ontbraken. Het gebruik van chroom-6 houdende verf heeft in het verleden vooral bij Defensie voor ophef gezorgd. Pas in juni 2015 werd bekend dat het ook bij treinen is toegepast. Vakbond FNV Spoor en letselschade-expert Yme Drost reageren geschokt. “Dit zijn wel heel veel mensen. Onbegrijpelijk dat NS al die tijd niet heeft geweten welk gevaarlijk spul er op treinen zat”, zegt Drost. De NS heeft ook meer informatie over het gebruik van chroom 6 bij de spoorwegen op haar website gepubliceerd. Bron: Brabants Dagblad

 

 

Tweede Kamer geïnformeerd over chroom-VI

08-02-2016

Op 29 januari jl. informeerde Minister J.A. Hennis-Plasschaert per brief de Tweede Kamer over de stand van zaken betreffende chroomhoudende verf. Zoals toegezegd zal zij met kwartaalrapportages de Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen van onderzoeken en informatieverschaffing. In deze kamerbrief gaat de minister in op de opzet en voortgang van het RIVM-onderzoek, de stand van zaken van de meldingen en de coulanceregeling, de voorlichtingsbijeenkomsten, de stand van zaken van de GGD-onderzoeken en het gezondheidskundig onderzoek.

RIVM-onderzoek

Het onderzoek naar de blootstelling van (oud-)medewerkers van defensie aan chroomhoudende verf in het verleden en wat dit kan betekenen voor hun gezondheid wordt gecoördineerd door het RIVM. De meer dan 1400 binnengekomen vragen zijn vertaald in onderzoeksvragen. Deze zijn door de zgn. paritaire commissie vastgesteld om uit te werken in twee richtingen. Allereerst in het informeren van hulpverleners en (oud-)medewerkers. Er is daartoe een informatieblad over chroom-VI opgesteld, allereerst voor (huis)artsen, maar ook ter beschikking gesteld aan (oud-)medewerkers. Ook heeft het RIVM een contactpunt ingericht voor vragen van medische professionals. Daarnaast organiseert het RIVM een historisch onderzoek naar de blootstelling aan chroom-VI, de mogelijke gevolgen en verantwoordelijkheden. Dat onderzoek is in volle gang.

Meldingen

Bij het meldpunt van het CAOP hebben zo’n 2500 mensen, die bij defensie met chroomhoudende verf hebben gewerkt, en nabestaanden zich geregistreerd. Ze kunnen mogelijk een beroep doen op de coulanceregeling die in maart 2015 is ingegaan. Wanneer er verband bestaat tussen blootstelling aan chroom-VI en ziektebeeld is een financiële tegemoetkoming mogelijk. De minister laat weten dat tot nu toe 630 (oud-)medewerkers een beroep op deze regeling hebben gedaan. Daarvan zijn 212 aanvragen toegekend en zijn er nog 39 in behandeling. Er zijn 379 aanvragen afgewezen en tegen hun afwijzing hebben 108 mensen bezwaar gemaakt. De bezwaarprocedures zijn nog niet afgerond.

Onderzoeken

In 2015 hebben de regionale GGD’en onderzoek gedaan naar de gezondheidsrisico’s van de huidige werknemers op de voormalige POMS-locaties. Op de locaties Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen en Coevorden zijn geen gezondheidsrisico’s onderkend voor het personeel dat daar nu werkt. De uitslagen van Ter Apel worden nog geanalyseerd. Defensie heeft ook een preventief medisch onderzoek chroom-VI ingericht voor medewerkers die nu nog met chroomhoudende stoffen werken. Deelneming aan dit onderzoek is vrijwillig. Ook is een gezondheidskundig onderzoek aangeboden aan (oud-)medewerkers die wel met chroomhoudende verf hebben gewerkt maar nog geen gerelateerde klachten hebben. Dit onderzoek heeft vooral een informerend en voorlichtend karakter.

 

 

Alarm om chroom-VI op marinewerf

05-02-2016

Op een deel van de marinewerf in Den Helder is een besmetting met chroom-VI geconstateerd. Afgelopen donderdag is een werkhal gesloten verklaard. En personeel is gevraagd om urine af te staan. Aldus het Noord Hollands Dagblad. De gang van zaken is door Defensie bevestigd. Overste Karen Loos heeft namens het commando zeestrijdkrachten hierop gereageerd. Ze meldde dat in Den Helder kort geleden een nieuwe schuurcabine in gebruik was genomen, met een separate stopafzuiging. Door het plaatsen van de nieuwe cabine kon het oude systeem in de polyesterwerkplaats worden ontmanteld. In die werkplaats zijn in het verleden, voordat de regelgeving omtrent werken met het giftige chroom-VI werd ingevoerd, werkzaamheden met die stof uitgevoerd. Volgens Loos is er vanaf de invoering van die regelgeving alleen nog gewerkt onder ‘geconditioneerde’ omstandigheden.

Toch chroom-VI

De overste legde uit, dat er metingen zijn uitgevoerd om zeker te stellen dat bij de demontage van het oude systeem geen gevaarlijke stoffen zouden kunnen vrijkomen. Maar dezen toonden toch aanwezigheid van chroom-VI aan in het stofafzuigsysteem. Uit voorzorg is daarom de betreffende werkhal gesloten.  Het wachten is nu eerst op het resultaat van verdere metingen, dat begin volgende week wordt verwacht. Het personeel is intussen voorgelicht en gecontroleerd op besmetting. Chroom-VI is een kankerverwekkende stof in verf en lak, die in het verleden veel werd gebruikt om militair materieel te beschermen tegen metaalcorrosie. Het is bijzonder gevaarlijk voor de mens als het als stof vrijkomt, bij voorbeeld door boren of schuren bij onderhoudswerkzaamheden.

Onderzoek

Het dagblad wijdde in september 2014 al een artikel aan het werken met chroom-VI bij de Marine. Volgens de NOS waren medewerkers van de marinebasis in Den Helder mogelijk blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom-VI. En verschillende medewerkers zeiden gezondheidsproblemen te hebben. Het Ministerie van Defensie is intussen een grootschalig onderzoek begonnen naar de gezondheidsschade van (ex-)militairen die gewerkt hebben met schadelijke stoffen als chroom-VI. Het RIVM zal de bevindingen van haar onderzoek in de loop van dit jaar naar buiten brengen. Een aantal (ex-)medewerkers die ziek zijn geworden door de kankerverwekkende verf heeft van Defensie in het kader van de ‘Coulanceregeling’ intussen een uitkering ontvangen. bron:  Noord Hollands Dagblad

 

 

RIVM-onderzoek: stand van zaken

21-12-2015

Begin december informeerde Minister van Defensie, mevrouw J.A. Hennis-Plasschaert, de Tweede Kamer over de uitkomst van gesprekken met de paritaire commissie en het RIVM inzake de mogelijkheden tot versnelling van het onderzoek naar werken met chroom-VI. Deze twee instellingen zijn evenals het ministerie van Defensie van mening dat het onderzoek naar chroomhoudende verf zo snel mogelijk moet worden voltooid. Op verzoek van de Tweede Kamer is nogmaals onderzocht of een verdere versnelling nog mogelijk is.

Kwaliteit voorop

Uit gesprekken hierover is gebleken, dat een verdere versnelling tot een onaanvaardbare aantasting van de kwaliteit van het onderzoek zal leiden. Omdat de zorgvuldigheid en objectiviteit van primair belang zijn, zal het onderzoekstraject op de eerder afgesproken wijze worden doorlopen. De minister verwacht eind januari 2016 meer inhoudelijke informatie over het onderzoek te kunnen bieden.

Bijeenkomsten

Op 14 december beantwoordde de minister enkele vragen, die in de Tweede Kamer aan haar waren gesteld over de informatieve bijeenkomsten in het kader van het RIVM-onderzoek naar werken met chroom-VI. Zij toont begrip voor de teleurstelling van oud-medewerkers over de toepassing en de criteria van de coulanceregeling. Ook de kritische vragen over de duur van het historisch onderzoek begrijpt ze. Toch signaleert zij een brede wens en bereidheid van oud-medewerkers om mee te werken aan het onderzoek.

Wantrouwen onterecht

De minister betreurt het wantrouwen jegens het RIVM, dat toch een onafhankelijk en deskundig instituut is. De resultaten en conclusies van de (deel-)onderzoeken zullen ook nog worden getoetst door externe deskundigen. Een goede, transparante informatievoorziening van alle bij het onderzoek betrokken partijen staat voorop. De uitingen van frustratie en de kritische vragen maken wel duidelijk op welke punten verder moet worden gesproken. Minister Hennis hoopt nog meer (oud-)medewerkers bij de uitvoering van het onderzoek te kunnen betrekken. Voor de beide informatie-bijeenkomsten waren 900 oud-medewerkers uitgenodigd, waarvan er ongeveer 150 aan de bijeenkomsten hebben deelgenomen.

 

 

Defensie praat oud-medewerkers bij over chroom-6

27-11-2015

Afgelopen week heeft Defensie oud-medewerkers, die in het verleden met chroom-6 of CARC hebben gewerkt, bijgepraat over de stand van zaken van onder andere het RIVM-onderzoek. Er waren twee bijeenkomsten georganiseerd, in Assen en in Kerkrade. De bezoekers kregen een presentatie van generaal Jost van Duurling, voorzitter van de Taskforce chroom-6, over het onderzoek naar chroom-6 en CARC. Daarna vertelde RIVM-onderzoeksleider Rob Beelen over de voortgang van dat onderzoek. Het onderzoek beperkt zich tot chroom-6 en CARC, omdat het onderzoek veel langer zou duren als er ook andere gevaarlijke stoffen zouden worden meegenomen.

Onderzoeksvragen

Het RIVM heeft alle verzamelde vragen uit voorlichtingsbijeenkomsten, van focusgroepen en van deskundigen, vakbonden en letselschade-experts in 10 categorieën verdeeld. Een onafhankelijke paritaire commissie, geleid door Ruud Vreeman en bestaand uit vertegenwoordigers van Defensie en de vakbonden, bepaalt de volgorde van de onderzoeksvragen. Het RIVM werkt momenteel aan 10 onderzoeksplannen, voor elke categorie één. In die plannen staat hoe de onderzoeksresultaten zullen worden opgepakt en wanneer er deel- en eindresultaten beschikbaar komen. De eerste worden waarschijnlijk in de zomer van 2016 openbaar gemaakt.

Informatie

Het RIVM gaat door met het verzamelen van vragen van belanghebbenden en analyseert alle informatie en documenten, die Defensie en anderen hebben aangeleverd. Ruim 2300 documenten uit de Defensie-archieven zijn al openbaar gemaakt. Er zijn in totaal nu 11 informatie-bijeenkomsten gehouden met zowel oud-medewerkers als met actief dienend personeel. Defensie geeft op haar eigen website ook actuele informatie rond chroom-6 en andere onderzoeken. bron: defensie.nl

 

 

Informatiebijeenkomsten Chroom-6

20-10-2015

Binnenkort worden (oud-)medewerkers van Defensie, die ziek zijn geworden door de giftige Chroom-6 verf, bijgepraat in twee bijeenkomsten in Kerkrade en Assen. Middels een brief van het Ministerie van Defensie zijn ze uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst om het laatste nieuws te horen over het gezondheids- onderzoek, het archiefonderzoek van het ministerie en de GGD-onderzoeken naar de actuele situaties op de zogeheten POMS-sites. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert heeft begin oktober de Tweede Kamer ook al ingelicht over de voortgang van de chroom-6-zaak. Ze ging daarin onder meer in op de diverse lopende en afgeronde onderzoeken.

Aanleiding onderzoek

In opdracht van Defensie doet het RIVM al enige tijd onderzoek naar de risico’s van het werken met Chroom-6 en Carc. Tot op heden zijn ruim 1300 vragen van (ex-)medewerkers en andere belanghebbenden verzameld. De eerste meldingen kwamen eind april 2014 binnen bij Defensie, nadat een oud-medewerker van het NAVO-depot in Vriezenveen aan de bel had getrokken via RTV Oost. Ook in het dagblad Tubantia verschenen in de loop van dat jaar enkele artikelen rond gezondheidsklachten van oud-defensiepersoneel, dat gewerkt had op POMS-sites. Of op andere locaties, waar ook gewerkt werd met de giftige Chroom-6 verf. Later meldden zich ook zieke (ex-)werknemers van de vliegbasis Twenthe. Registratie van (ex-)medewerkers van Defensie met vragen of zorgen over chroom-6 en gezondheidsproblemen gebeurt via het CAOP, het onafhankelijke Centrum Arbeidsverhoudingen en Overheidspersoneel. Daar hebben zich intussen al meer dan 2300 mensen aangemeld.

Voorgaande bijeenkomsten

In Almelo is eind oktober 2014 een eerste informatiebijeenkomst gehouden voor (oud-)medewerkers van de drie vroegere, noordelijke NAVO-depots in het land. Zij kregen daar de mogelijkheid om onderzoekswensen en -vragen aan te geven. Ook werd hen groepsgewijs gevraagd hun werkervaringen te beschrijven. In Kerkrade werd ook zo’n bijeenkomst belegd voor oud-medewerkers van de voormalige NAVO-depots (ook wel POMS-sites genoemd) in Brussum en Eygelshoven. Het ministerie van Defensie heeft toen een taskforce aangesteld om de onderzoeken te begeleiden onder leiding van oud-politicus Ruud Vreeman. In januari en februari van dit jaar heeft Defensie ook een aantal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor zowel huidige medewerkers als oud-medewerkers, familie en nabestaanden. De verslagen daarvan zijn in te zien op de website van de Rijksoverheid.

Data nieuwe bijeenkomsten

Veel oud-medewerkers zijn de afgelopen maanden via het ABP medisch gekeurd. Op de website van de Rijksoverheid worden de ontwikkelingen rond de Chroom-6 en Carc-zaak bij Defensie zo veel mogelijk openbaar gemaakt. De bijeenkomsten van Defensie zijn op 24 november in Assen voor de (oud-)medewerkers uit Noord-Nederland en op 26 november in Kerkrade voor (oud-)medewerkers uit Zuid-Nederland. Zie ook onze andere nieuwsberichten in ons dossier: Chroom-6/Defensie.

 

 

Update chroom-6 bij NS

12-09-2015

Vorige week is bekend geworden dat de giftige Chroom-6 verf in verflagen van oude NS-treinen zit en dat ongeveer duizend medewerkers van NedTrain jarenlang zijn blootgesteld aan de verf met de kankerverwekkende stof. Hierop heeft NS laten weten dat een commissie van onafhankelijke deskundigen gaat toetsen of de maatregelen die worden genomen afdoende zijn.

Onderzoek

Vakbond FNV stelde vorige week dat er tot kort geleden nog door medewerkers met de giftige verf is gewerkt. Bij NedTrain werden namelijk de oude treinstellen, waarop de verf nog aanwezig is, onderhouden. Onder andere werd hierbij de oude verflaag van de onderdelen van de trein geschuurd. Daarbij komt Chroom-6 vrij. De NS zelf zegt dat de verf tegenwoordig niet meer wordt gebruikt. Ook lijken de huidige veiligheidsvoorschriften te voldoen. Toch wil het bedrijf laten toetsen of dat ook daadwerkelijk zo is. De onderzoekscommissie zal bestaan uit het RIVM, het Bureau Beroepsziekten en ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu zal er bij betrokken worden. De uiteindelijke onderzoeksopzet, de bevindingen en adviezen van de commissie zullen openbaar worden gemaakt.

Bijeenkomst 8 september

Op 8 september hield FNV Spoor een bijeenkomst in Haarlem voor medewerkers, die bezorgd zijn over hun gezondheid. Er kwamen zo’n 130 ongeruste medewerkers naar de avond. Dat was meer dan de FNV had verwacht. Tijdens de avond is gesproken over de voorzorgsmaatregelen van NedTrain, zoals beschermingspakken en isolatie van ruimtes waar de stofdeeltjes vrijkomen. Toch blijkt uit een aantal verhalen van medewerkers, dat NedTrain het niet zo nauw neemt met de voorzorgsmaatregelen. Ook gaf een aantal mensen aan klachten te hebben. Nog niet duidelijk is, of deze klachten komen door blootstelling aan Chroom-6. De vakbond eist nu van NedTrain, dat werknemers, als zij dat willen, zich door een onafhankelijke specialist kunnen laten onderzoeken.

Ook zorgen in Tilburg

Medewerkers van de voormalige NS-hoofdwerkplaats in Tilburg maken zich zorgen over hun gezondheid. In die werkplaats werden locomotieven en treinstellen afgeschuurd en gestraald waarop de kankerverwekkende chroom-6-verf zat. Dat zeggen bestuurder Remco Mast van vakbond FNV Spoor en Peter Bekkers, OR-lid van Nedtrain die ook in de NS-vestiging in Tilburg heeft gewerkt. Aldus Omroep Brabant in haar nieuwsbericht op 2 september jl.  De NS stelde, dat de chroom-6 alleen vrijkwam bij het schuren van het reizigersmateriaal in de werkplaatsen. En dat werd nu juist gedaan in de NS-hoofdwerkplaats in Tilburg. Locomotieven en reizigersmaterieel werden daar gestript, geschuurd en gestraald. Peter Bekkers:”Ook vanuit Tilburg hebben we onze zorgen geuit aan de NS die onderzoek doet.” Niet bekend is of er MS-medewerkers zijn die last hebben van gezondheidsklachten die mogelijk gerelateerd kunnen worden aan de chroom-6-verf. Meer informatie over chroom-6 en NedTrain vindt u hier

 

 

NS gebruikte ook Chroom-6 verf

02-09-2015

De NS gebruikt al zo’n twintig jaar verf voor treinen die de kankerverwekkende stof chroom-6 bevat. Dat meldt de vakbond FNV Spoor. Zeker duizend medewerkers van Nedtrain zijn in de loop der jaren aan de verf blootgesteld. Nedtrain, de onderhoudsafdeling van de NS, heeft intussen al wel maatregelen genomen om het risico op gezondheidsschade te beperken.

Verf niet meer gebruikt, nog wel aanwezig

De NS ontkent dat de verf nu nog gebruikt wordt, maar geeft wel toe dat ze aanwezig is op treinstellen uit de jaren negentig. Deze treinstellen worden door medewerkers van Nedtrain nog wel onderhouden. Bij het schuren van de oude verflaag kan dan chroom-6 vrijkomen. De giftige stof kan dan via de longen of door de huidporiën in het lichaam terechtkomen.

Maatregelen

Zodra bekend werd dat de kankerverwekkende verf nog op oude treinstellen aanwezig was, heeft de NS maatregelen genomen. Sommige werkzaamheden werden tijdelijk opgeschort en de NS doet inmiddels een onderzoek naar het gebruik van de verf. Een ingeschakeld extern bureau heeft vastgesteld dat de voorgeschreven werkwijze thans aan de gestelde veiligheidseisen voldoet. Nedtrain heeft handschoenen en mondkapjes vervangen door beschermende kleding en de werkruimtes worden stofvrij en schoon gehouden. De NS meldt dat de kankerverwekkende chroom-6 verf momenteel niet meer actief gebruikt worden.

Bijeenkomst

Er zijn nog geen ziektegevallen bekend, maar veel medewerkers maken zich wel zorgen over hun gezondheid. FNV Spoor houdt op 8 september een bijeenkomst in Haarlem voor bezorgde werknemers. Dan zal de problematiek rond chroom-6 verf worden besproken. Bij de bijeenkomst zal ook een deskundige aanwezig zijn, die de chroom-6-affaire bij Defensie behandelt.

Openheid

De Kamer wil opheldering van staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur. Stientje van Veldhoven van D66 wil ‘volledige openheid’. “Deze verf heeft potentieel schadelijke gevolgen. Medewerkers moeten ervan uit kunnen gaan dat zij veilig kunnen werken.” Ook de PvdA wil duidelijkheid. De VVD hoort tegenstrijdige berichten over deze kwestie en wil van Mansveld weten hoe het nu echt zit, aldus een woordvoerster.

Chroom-6 bij Defensie

Vorig jaar werd bekend dat ook medewerkers van Defensie jarenlang zijn blootgesteld aan de giftige chroom-6 verf. Bij het onderhoud aan straaljagers en NAVO-materieel. Bij Drost Letselschade meldden zich honderden mensen, die bij Defensie met de verf hebben gewerkt. Veel van deze mensen hebben op dit moment al daadwerkelijke gezondheidsklachten. Er loopt bij Defensie een groot onderzoek naar het gebruik van de chroom-6 houdende verf. Meer weten over Chroom-6 bij Defensie? Klik dan hier: Dossier Chroom-6 .

 

 

Coulanceregeling: stand van zaken

08-06-2015

Aan oud-medewerkers, waarvan wordt aangenomen dat die ziek zijn geworden door Chroom-6, heeft het Ministerie van Defensie tot dusverre in totaal € 209.500 uitgekeerd. Het geld is uitgekeerd in het kader van een coulanceregeling voor schrijnende gevallen. Volgens de minister hebben 31 mensen een uitkering gekregen. Er werden 191 aanvragen afgewezen en 232 aanvragen zijn nog in behandeling. De uitkeringen variëren van € 3.000 tot € 15.000. Wellicht heeft u het vorenstaande vernomen uit de media. Drost Letselschade hoort graag of u een uitkering onder de coulanceregeling hebt aangevraagd en of de uitkering is toegewezen, dan wel is afgewezen, of dat u in een lagere uitkeringscategorie terecht bent gekomen. Verder biedt ons kantoor u de mogelijkheid om, als u het niet eens ben met de beslissing op uw aanvraag om toepassing van de coulanceregeling, namens u bezwaar te maken tegen de ontvangen afwijzing of plaatsing in een lagere categorie. Wel willen we u er op wijzen, dat er een bezwaartermijn loopt van 6 weken na dagtekening van de beslissing. Wacht daarom niet te lang met reageren! Heeft u vragen over het indienen van een bezwaar of over de coulanceregeling, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor. Bel ons gerust op 074-2490300, of mail ons via [email protected].

 

 

Debat Tweede Kamer over aanhoudende problemen chroom-6

03-06-2015

Vandaag werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over de aanhoudende problemen met chroom-6 bij Defensie. Minister Hennis gaf toe dat uit onderzoek is gebleken dat er chroom-6 is aangetroffen in Eygelshoven. Echter, de aangetroffen hoeveelheid was niet verontrustend, aldus Hennis. Wel worden er, voor de zekerheid, vervolgonderzoeken uitgevoerd om uit te sluiten dat medewerkers gezondheidsrisico’s hebben opgelopen.

Kritiek van de oppositie

Gisteren werd bekend dat op een voormalig defensiedepot in Eygelshoven chroom-6 is aangetroffen. Naast de locatie in Eygelshoven zijn er ook al te hoge waardes gevonden bij spuitwerkzaamheden in Leeuwarden, Eindhoven, Gilze-Rijen, Volkel en Woensdrecht. Werken met chroom-6 kan onder meer zorgen voor allergische reacties, neusbloedingen, huiduitslag en zelfs longkanker. In het debat van vandaag kreeg Hennis kritiek. Oppositiepartij SP wil dat er meteen gestopt wordt met het gebruiken van chroom-6. Volgens de minister is dit niet mogelijk, aangezien er geen alternatieven zijn en de gevolgen voor Defensie dan levensgroot zullen zijn. Andere oppositiepartijen concludeerden dat de bescherming van werknemers niet voldoende op orde is. Hierop reageerde minister Hennis met de mededeling, dat dit inderdaad beter kan, maar dat dit ook het gevolg is van de jarenlange bezuinigingen op Defensie.

Verbetering beschermingsmaatregelen nodig

Hennis erkende dat er op sommige locaties maatregelen genomen moeten worden. Daarbij liet zij weten, dat er de afgelopen jaren al maskers zijn gedragen op plekken waar de concentraties te hoog waren. Toch is volgens haar verbetering van de beschermingsmaatregelen nodig. Onder andere de voorzorgsmaatregelen moeten beter worden nageleefd. Er moet gewerkt worden in gesloten spuitcabines en er moet een goede luchtafvoer zijn. Tevens moet gebruik worden gemaakt van wegwerpoveralls en adembescherming, aldus de minister.

 

 

Chroom-6 aangetroffen op voormalig defensiedepot in Limburg

02-06-2015

Vorig jaar heeft het ministerie van Defensie de GGD Zuid Limburg verzocht de gezondheidsrisico’s voor personeel, dat nu nog werkt op terreinen die vroeger dienden als NAVO-werkplaatsen, in kaart te brengen. Op het voormalige depot in Eygelshoven is het gevaarlijke Chroom-6 aangetroffen. Minister Hennis van Defensie heeft de resultaten van het onderzoek per brief aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt.

Aanleiding onderzoek

Begin dit jaar heeft het ministerie bijeenkomsten gehouden voor medewerkers die met Chroom-6 verf werken, of dat in het verleden hebben gedaan. Hieruit kwam naar voren dat men er zich zorgen over maakt, dat de kankerverwekkende stof mogelijk is achtergebleven op de werkplaatsen. In reactie hierop liet Hennis op verschillende plaatsen nader onderzoek doen naar de aanwezigheid van de stof.

Eygelshoven wel, Brunssum geen Chroom-6

Uit recente metingen van het onderzoeksbureau RPS blijkt dat in Eygelshoven op meerdere plekken chroom-6 en schadelijke zware metalen, zoals kwik, lood en cadmium zijn aangetroffen. In Brunssum werd geen Chroom-6 gevonden. Daar werden echter wel tientallen stofmonsters genomen, waarin metalen als cadmium, lood en kwik bleken te zitten. Chroom-6, verf die wordt gebruikt om vliegtuigen en voertuigen roestvrij te maken, kan kankerverwekkend zijn. Van cadmium is ook bekend dat deze stof kankerverwekkend kan zijn. Op verschillende locaties zijn eerder dit jaar al werkplaatsen gesloten, omdat bij werkzaamheden toch weer gevaarlijke stoffen vrijkwamen.

Vervolg

In Eygelshoven wordt nu onderzocht hoe groot de risico’s zijn dat het personeel, dat nu werkt op de voormalige depots, de giftige stoffen heeft ingeademd. In de twee gebouwen waar Chroom-6 is aangetroffen, vinden luchtmetingen plaats. Deze gebouwen worden momenteel niet gebruikt. Tot april hebben zich al honderden (oud)-medewerkers gemeld, die vermoeden dat ze gezondheidsklachten hebben gekregen door (het werken met) Chroom-6. Het RIVM is bezig te onderzoeken of er een causaal verband is tussen de gemelde gezondheidsklachten en de werkomstandigheden op de voormalige depots. Er is inmiddels een regeling van kracht op grond waarvan (onder voorwaarden) aanspraak gemaakt kan worden op een voorlopige schadevergoeding.

Onderzoek uitbreiden

Letselschade-expert Yme Drost, die ruim 300 slachtoffers bijstaat, bepleitte voor BNR-radio een uitbreiding van het GGD-onderzoek naar alle locaties waar met Chroom-6 verf is gewerkt. Volgens Drost is het uitermate zorgelijk dat, op het moment dat men niet meer met de stof werkt, nog steeds sporen worden aangetroffen. “Dat is erg gevaarlijk voor het personeel dat er nu nog werkt”, stelt Drost. Morgen wordt er in de Tweede Kamer gedebatteerd over de aanhoudende problemen met de Chroom-6 verf bij Defensie.

 

 

Stand van zaken dossier Chroom 6 & Defensie

16-03-2015

Drost Letselschade is als belangenbehartiger betrokken bij de zaak tegen Defensie over de giftige Chroom-6 verf. In dat kader krijgen wij veel vragen over de stand van zaken en de te volgen procedure. Wat betreft de stand van zaken kunnen wij u het volgende melden:

Coulanceregeling

Recent is door Defensie een coulanceregeling voor Chroom-6 slachtoffers bekend gemaakt. Dit is een conceptregeling en deze regeling is derhalve nog niet definitief. De regeling houdt in dat slachtoffers aanspraak kunnen maken op betaling van een voorschot op de schade. Echter, er wordt door Defensie geen aansprakelijkheid erkend. De regeling bestaat uit vier categorieën met schadebedragen en aan iedere categorie is een ziektebeeld gekoppeld. Dus heeft u last van het voor de betreffende categorie beschreven ziektebeeld, dan heeft u recht op een vergoeding ter hoogte van die categorie. Om in aanmerking te komen voor een uitkering conform de coulanceregeling, moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. U moet gedurende minimaal 1 jaar werkzaam zijn geweest in een in de regeling genoemde functie en met Chroom-6 hebben gewerkt;
  2. U moet lijden aan één van de aandoeningen, genoemd in de bijlage bij de concept-regeling. Deze categorieën zijn:

Categorie 1 – Longkanker en neuskanker; Categorie 2 – Allergisch contacteczeem, allergisch beroepsastma, chroomzweren en neusseptumperforatie; Categorie 3 – Maagkanker en andere gastro-intestinale kanker, chronische longaandoeningen, nieraandoeningen; Categorie 4 – Immunologische aandoeningen, anders dan allergie.

  1. U heeft niet eerder een bedrag ontvangen in verband met blootstelling aan een Chroom-6 houdende stof;
  2. Als u daarvoor wordt opgeroepen, moet u meewerken aan een geneeskundig onderzoek door het ABP, of de door haar aangewezen personen of instellingen.

Zodra de regeling definitief is, zal het ABP stukken toesturen. Deze stukken zullen moeten worden ingevuld om een voorschot te krijgen. Als u voor uw specifieke geval meer informatie wilt over de functies waarin gewerkt is met Chroom-6, neem dan contact met ons op.

Verdere acties

Op dit moment leggen wij de laatste hand aan de brief met de algemene aansprakelijkstelling voor onze cliënten richting Defensie. Bij deze aansprakelijkstelling zal een lijst wordt gevoegd van alle cliënten, die door Drost Letselschade worden bijgestaan. Er is nog een aantal mensen, dat zich weliswaar tot ons kantoor heeft gewend voor belangenbehartiging, maar die de opdrachtbevestiging nog niet getekend retour heeft gestuurd. Die mensen wordt verzocht de opdrachtbevestiging alsnog zo spoedig mogelijk ondertekend te retourneren, zodat de aansprakelijkstelling ook namens hen kan worden verstuurd. Zolang wij geen getekende opdrachtbevestiging retour hebben mogen ontvangen, is er geen overeenkomst tot belangenbehartiging tot stand gekomen en kunnen wij u het slachtoffer (of nabestaande van een slachtoffer) niet vertegenwoordigen.

INHOUDELIJKE VRAGEN

Veel gestelde vragen met betrekking tot de Chroom-6 zaken (en het antwoord op die vragen) vindt u hieronder: Moet ik mij melden bij het meldpunt van Defensie? Als u in aanmerking wilt komen voor een voorschot via de coulanceregeling, dan moet u zich melden bij het meldpunt van het ABP, dat namens Defensie deze regeling uitvoert. Drost Letselschade zal overigens namens haar cliënten een collectieve melding bij het meldpunt doen. Moet ik meedoen aan het aangeboden gezondheidsonderzoek? Er zijn op dit moment twee medische onderzoeken lopende. Een onderzoek van het RIVM en een onderzoek vanuit het ABP en Defensie: Onderzoek RIVM: Dit onderzoek heeft tot doel een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van alle aandoeningen die door Chroom-6 zijn ontstaan. Het onderzoek van het RIVM is een onafhankelijk onderzoek en ziet op waarheidsvinding. U kunt, wat ons betreft, gewoon deelnemen aan dit onderzoek. Onderzoek ABP/Defensie: Het onderzoek van het ABP/Defensie is een geneeskundig onderzoek. Als u aanspraak wilt maken op de vergoeding op grond van de coulanceregeling, zult u moeten meewerken aan dit onderzoek. Is er een lijst beschikbaar waarop ziektes vermeld staan, die opgelopen kunnen worden door het werken met Chroom-6? Ja, er is een voorlopige lijst. Deze lijst met aandoeningen kunt u vinden bij de coulanceregeling. Er is nog geen complete lijst met alle bekende ziektebeelden, omdat het RIVM nog met een medisch onderzoek bezig is. Dat onderzoek heeft als doel dat deze ziektebeelden wel in kaart worden gebracht. Het medisch adviesbureau Destinatum, dat aan ons kantoor is gelieerd, doet zelfstandig onderzoek. Zodra die bevindingen bekend zijn, verschijnt daarover informatie op onze website. Als de coulanceregeling definitief is, kan ik dan zonder risico een aanvraag doen voor de vergoeding die aangeboden wordt in sommige gevallen? Als u in aanmerking komt voor een vergoeding op grond van de coulanceregeling, staat niets u in de weg om gebruik te maken van dit aanbod. Het accepteren van deze vergoeding heeft geen invloed heeft op de aansprakelijkheid van Defensie en ook niet op de hoogte van de werkelijke schade die Defensie moet vergoeden. Mocht na ontvangst van een vergoeding op grond van de coulanceregeling blijken, dat er feitelijk geen recht was op een vergoeding, dan behoeft het ontvangen bedrag naderhand niet te worden terug betaald. Wat gaat Drost namens de benadeelden doen? Wij stellen Defensie aansprakelijk voor de geleden schade. Zodra Defensie de aansprakelijk heeft erkend, zullen we gaan onderhandelen over de hoogte van de schade voor elke cliënt afzonderlijk. Hoever gaat de zorg/belangenbehartiging van Drost richting benadeelden? Ook slachtofferhulp? Ons kantoor is er voor de juridische en rekenkundige behandeling. Dat wil niet zeggen dat wij bij maatschappelijke, geneeskundige of psychische problemen niet kunnen doorverwijzen naar het juiste loket, zorginstelling etc. Ook daar kunnen en zullen wij slachtoffers (of nabestaanden) desgevraagd van dienst zijn. Hoe lang gaat alles nog duren? Op dit moment kunnen we nog niet inschatten hoe lang de afwikkeling van de Chroom-6 zaken zal duren. Het onafhankelijk onderzoek van het RIVM zal nog ongeveer 2 jaar in beslag nemen. Drost Letselschade wil niet zo lang wachten. We hopen binnen zes maanden uitsluitsel te kunnen geven over een termijn waarbinnen afwikkeling plaats zou kunnen vinden. Hoe worden de kosten van Drost verrekend met een mogelijke vergoeding? Hou ik, als slachtoffer, nog wel wat over? Op dit punt wordt vooraleerst verwezen naar de tekst van de opdrachtbevestiging. Daarin is vastgelegd hoe het met onze kosten is geregeld. De kosten die worden gemaakt door Drost moeten in principe door Defensie worden vergoed. Als blijkt dat er aansprakelijkheid aan de zijde van Defensie is, is die verplichting ook in de Nederlandse wet geregeld. Wij sluiten echter niet uit, dat Defensie zal overgaan tot uitbetaling van vergoedingen zonder erkenning van aansprakelijkheid. In dat geval zullen de kosten van ons kantoor worden verrekend met de door Defensie uit te betalen/uitbetaalde schadevergoeding. Nota bene, de coulancevergoeding is geen schadevergoeding. Met andere woorden: ons honorarium wordt niet op de vergoeding conform de coulanceregeling in mindering gebracht. Meer vragen? Bezoek dan ook eens de site van de overheid met informatie over Chroom-6: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/chroomverf Natuurlijk kunt u ingeval van vragen ook altijd contact met ons kantoor opnemen. Wij zullen op onze website periodiek informatie over de voortgang van de Chroom-6 zaken plaatsen. Houd daarom onze website ook goed in de gaten.

 

 

Coulanceregeling Defensie voor slachtoffers chroom-6

02-03-2015

Nabestaanden vallen buiten de boot

Het Ministerie van Defensie heeft in overleg met de vakbonden vandaag een Chroom-6 tegemoetkomingsregeling (ook wel: coulanceregeling) vastgesteld. Belanghebbenden kunnen gedurende een periode van 2 jaar een aanvraag indienen. Die termijn houdt verband met het onderzoek dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat uitvoeren naar het verband tussen werken met chroom-6 houdende stoffen en bepaalde ziektes. Indien het onderzoek van het RIVM langer duurt dan 2 jaar, dan zal de periode om een aanvraag in te dienen worden verlengd. De tegemoetkomingsregeling stelt als eis dat men minimaal 12 maanden (een jaar) gewerkt moet hebben met een chroom-6 houdende stof. Ook nabestaanden van de belanghebbenden kunnen een tegemoetkoming ontvangen, maar die moet dan al wel (bij leven) zijn aangevraagd door de belanghebbende zelf.

Belanghebbenden

De belangrijkste groep belanghebbenden is die van de (voormalige) defensiemedewerkers (burger/militair, ook dienstplichtig), die ‘gewerkt’ heeft met chroom-6 houdende verf en/of  chroom-6 houdende stoffen en ziek is geworden. De regeling geldt voor in de regeling specifiek benoemde functies. Daarbij gaat het onder meer om monteurs, schilders, gritstralers, ontroesters, verfspuiters, lassers, herstellers van wapensystemen en frezers/draaiers. Het gaat met name om functies bij de onderhoudsbedrijven en -eenheden van de verschillende defensieonderdelen.

De tegemoetkoming

De tegemoetkoming is afhankelijk van de aard van de aandoening. Er zijn vier uitkeringscategorieën geformuleerd. Per categorie worden hier onder voorbeelden genoemd van aandoeningen waarvoor de categorie kan gelden, afhankelijk van de in de regeling geformuleerde voorwaarden.

  • Categorie 1: € 15.000 (longkanker en/of neuskanker)
  • Categorie 2: € 5.000 (een aantal allergieën, neusseptumperforatie en chroomzweren)
  • Categorie 3: € 7.500 (maagkanker, gastro-intestinale kanker, nieraandoeningen en chronische longziektes)
  • Categorie 4: € 3.000 (immunologische aandoeningen (zoals auto-immuunziektes))

De aandoening die recht geeft op de hoogste tegemoetkoming bepaalt de hoogte van het bedrag. Iemand die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming, kan ook aanspraak maken op ondersteuning van Defensie bij het verkrijgen van uitkeringen of voorzieningen uit andere regelingen.

Geen definitieve schadeloosstelling

De tegemoetkoming staat los van een definitieve schadeloosstelling. De tegemoetkoming behoeft ook niet te worden terugbetaald als later blijkt dat er geen verband is tussen de ziekte/aandoening en het werken met chroom-6. Als uit het RIVM-onderzoek blijkt dat er een (oorzakelijk) verband is tussen een bepaalde ziekte en het werken met chroom-6 houdende stoffen (anders gezegd: als de causaliteit komt vast te staan), dan kan de belanghebbende een volledige schadevergoeding eisen.

“Wrang voor nabestaanden”

Letselschade-expert Yme Drost vindt het wrang dat nabestaanden alleen aanspraak kunnen maken op de tegemoetkoming als het slachtoffer zelf bij leven een verzoek om de tegemoetkoming heeft ingediend. “Defensie trekt daarmee financieel voordeel uit het feit dat men de kwestie zo lang onder de pet heeft weten houden.” Drost vindt de regeling in zij totaliteit mager als het gaat om de lagere categorieën. Drost neemt het de minister kwalijk dat ze zo lang heeft gewacht met de regeling. “De minister heeft de Kamer toegezegd voor de Kerst van 2014 met een regeling te komen. Inmiddels is het maart. In de tussentijd is een aantal van mijn cliënten overleden. Dat de nabestaanden nu niet in aanmerking komen voor de tegemoetkoming valt niet uit te leggen,” stelt Drost. Zie ook zijn reactie via het dagblad de Tubantia.

Aanvraag indienen bij het ABP

Aanvragen voor een tegemoetkoming moeten schriftelijk worden ingediend bij het ABP, Bijzondere Regelingen Defensie (Serviceteam Voorzieningen, Postbus 4490, 6401 CZ Heerlen). Bij de aanvraag moet worden vermeld aan welke ziekte(s) en/of aandoening(en) men lijdt. Dat moet onderbouwd kunnen worden met medische stukken.

 

 

Schadevergoeding voor slachtoffers chroom6

18-11-2014

Honderden defensiemedewerkers hebben jarenlang gewerkt met kankerverwekkende en chroomhoudende verf. Vorige week werden in de Tweede Kamer vragen gesteld aan minister Hennis van Defensie over deze kwestie.

Handelwijze Defensie

De eerste opmerkingen van de oppositie betroffen de handelwijze van minister Hennis. Haar houding zou aanvankelijk te passief zijn geweest, waardoor ze steeds leek te zijn overvallen door elkaar opvolgende nieuwe berichten over de zaak. Hennis ontkende dit en zei dat ze de zaak vanaf het begin zeer serieus heeft genomen. Dat zou blijken uit het instellen van een meldpunt en de inventarisatie die ze heeft gemaakt.

Financiële tegemoetkoming

Inmiddels hebben zich bij defensie 900 (oud-)medewerkers gemeld, zo liet de minister weten. Een kwart van hen heeft klachten die veroorzaakt kunnen zijn door de kankerverwekkende verf. De (oud-)medewerkers die ernstig ziek zijn geworden van de verf, krijgen voor het eind van 2014 een financiële tegemoetkoming, aldus Hennis. De details van deze regeling moeten nog worden uitgewerkt door het ministerie. Ook moet nog worden overlegd met de vakbond. De regeling is bedoeld voor ernstig zieke werknemers die “aannemelijk” kunnen maken dat hun klachten verband houden met chroomverf. Over de hoogte van het bedrag dat een gedupeerde kan krijgen, kon Hennis nog niets zeggen.

Aansprakelijkheid

Deze regeling zegt, volgens minister Hennis, niks over een eventuele erkenning van de aansprakelijkheid. Die vraag kan pas worden beantwoord nadat het lopende onderzoek is afgerond. Het onderzoek, dat onder meer door het RIVM wordt uitgevoerd, zal naar verwachting nog zo’n 1 tot 2 jaar duren. Er wordt gekeken of dit sneller kan, door bijvoorbeeld resultaten van deelonderzoeken tussentijds bekend te maken

Mag geen afleidingsmanoeuvre zijn

Letselschade-expert Yme Drost, die bijna 200 zieke oud-werknemers van defensie vertegenwoordigt, wil op korte termijn in gesprek met juristen van defensie over de totale schadeafwikkeling. “De financiële tegemoetkoming die de minister heeft aangekondigd is slechts een aanzet, maar mag ons niet afleiden van het traject om te komen tot een snelle erkenning van aansprakelijkheid en een voortvarende volledige schadeloosstelling van alle slachtoffers”, aldus Drost.

Onderzoeksleider Taskforce

Ook was er kritiek op het aanstellen van oud-luchtmachtcommandant Groen. Groen leidt de Taskforce Chroom-6, die het RIVM helpt bij het onderzoek. Leden van de oppositie, in navolging van vele slachtoffers, lieten weten het niet eens te zijn met deze benoeming. Groen was namelijk zelf werkzaam als functionaris op een luchtmachtbasis waar met de giftige verf werd gewerkt en zou in die tijd daarover geen gelukkige keuzes hebben gemaakt. Daardoor zou schijn van belangenverstrengeling kunnen ontstaan. Hennis deelde de Kamer mee niet van plan te zijn Groen te vervangen. Ze sloot daarbij niet uit dat Groen door de ontstane commotie zelf zijn taak zal neerleggen. Dat laatste heeft Groen woensdag 12 november ook daadwerkelijk gedaan. Minister Hennis beziet nu wie zijn taak kan overnemen.  https://www.youtube.com/watch?v=8KC8SIUSrP0#t=33

 

 

Bedrijf Katwijk stilgelegd om chroom-6-verf

27-09-2014

Een bedrijf in Katwijk heeft van de Inspectie SZW het werk stil moeten leggen omdat het personeel onbeschermd werkte met chromaathoudende verf. Dat meldde de NOS vrijdag op basis van brieven die zij in handen heeft van de inspectie.

Ernstig gevaar voor blootstelling

Het bedrijf, CHL (Christiaan Huygens Laboratorium), maakt geavanceerde radar-antenne-installaties en liet personeel producten verven en coaten zonder dat zij gebruik maakten van persoonlijke beschermingsmiddelen. De arbeidsinspecteur schrijft in zijn brief over een “ernstig gevaar voor blootstelling aan kankerverwekkende componenten”, zo meldt de NOS.

Eerste meldingen bij defensie

Onlangs kwam aan het licht dat bij diverse onderdelen van defensie werknemers op grote schaal zijn blootgesteld aan chroom-6. Zo werden bij de luchtmacht en de landmacht eind jaren 90 concentraties gemeten tot wel 200 keer de norm. Ook bij de Marine en bij diverse NAVO-depots in Nederland werd met chroom-6-houdende verf gewerkt.

Strenge veiligheidseisen

Bedrijven die met chroom-6 werken, moeten voldoen aan strenge veiligheidseisen. De Amerikanen schreven begin jaren 90 al voor dat alleen met chroom-6-houdende verf mocht worden gewerkt als strenge persoonlijke veiligheidsmaatregelen werden genomen. Dat blijkt uit stukken die in bezit zijn van letselschade-expert Yme Drost, die inmiddels meer dan 200 slachtoffers van chroom-6 bijstaat.

EU-verbod in 2017

In 2017 wordt het gebruik van verf met chroom-6-verbindingen in de EU verboden. Gebruik is dan alleen nog toegestaan met een ontheffing. Het volledige dossier over chroom-6 en Defensie vindt u hier.

 

 

Minister: Onderzoek naar kankerverwekkende verf uitgebreid

19-09-2014

Het onderzoek naar het gebruik door militairen van kankerverwekkende verf met de stof chroom-6, wordt verder uitgebreid en versneld. Dat heeft minister Hennis-Plasschaert van Defensie donderdag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Tot nu toe richtte het onderzoek zich alleen op enkele POMS-sites: werkplaatsen waar materieel van de NAVO werd onderhouden. De minister heeft de Kamer laten weten dat nu alle werkplaatsen bij Defensie waar is gewerkt met chroomhoudende verf, in het onderzoek worden betrokken.

Alle krijgsmachtonderdelen betrokken

Letselschade-expert Yme Drost maakte vorige week bekend dat ook werknemers van Landmacht, Luchtmacht en Marine, alsmede werknemers van door Defensie ingeschakelde derden, zich bij hem hebben gemeld. Drost vertegenwoordigt inmiddels meer dan 200 slachtoffers en is een uitgebreid onderzoek gestart.

Nog steeds wordt met Chroom-6 gewerkt

In een persbericht heeft het Ministerie van Defensie donderdag laten weten dat er ook nu nog wordt gewerkt met CARC en chroom-6, bij voorbeeld aan vliegtuigen, enkele wapensystemen en oud-Defensiematerieel. “Voor vliegtuigen is chroom-6-houdende verf een noodzakelijk middel om corrosie tegen te gaan. Hiervoor is geen alternatief. Dit is nodig om te voldoen aan de luchtwaardigheidseisen, ook in de civiele luchtvaart”, zo laat het ministerie weten.

 

 

Chroom-6 tast DNA aan en heeft effect op foetus

13-09-2014

De kankerverwekkende Chroom-6–verf, die defensie op verschillende werkplaatsen gebruikte, kan ook de vruchtbaarheid van medewerkers aantasten. Ook tast de verf het eigen DNA aan en heeft het effecten op het nageslacht. Dat zegt toxicoloog Martin van den Berg van de Universiteit van Utrecht in het programma EenVandaag. De invloed van Chroom-6 is eerder wetenschappelijk onderzocht bij metaalarbeiders in India. Zij werkten lange tijd vrijwel onbeschermd met Chroom-6. Het bleek dat hun vruchtbaarheid drastisch afnam.

“Dat er effecten zijn op de foetus bij proefdieren is zonneklaar”

Van den Berg zegt in EenVandaag: “Als je kijkt wat die stof doet, dan tast het het DNA aan. Ook het DNA in zaadcellen, het sperma. Als dat gebeurt, zou het kunnen dat de kwaliteit afneemt waardoor bij bevruchting een foetus ontstaat die langzamer gaat groeien. Het blijkt uit proefdieronderzoek dat de foetus geremd wordt in de ontwikkeling. Wat dat later betekent, na de geboorte en op de langere termijn, is volstrekt onduidelijk. Dat er effecten zijn op de foetus bij proefdieren is zonneklaar.”

“Zich uitbreidende olievlek”

Letselschade-expert Yme Drost zegt dat het aantal slachtoffers van de giftige camouflageverf zich als een olievlek uitbreidt. “Eerst waren het uitsluitend de werknemers van de vijf Nederlandse POMS-site van de NAVO die met Chroom-6 in contact zouden zijn gekomen. Inmiddels zijn alle krijgsmachtonderdelen er bij betrokken. Ook zijn niet alleen werknemers van defensie slachtoffer, maar ook werknemers van bedrijven die voor defensie hebben gewerkt. En nu blijkt als klap op de vuurpijl dat ook partners en nakomelingen van de slachtoffers mogelijk getroffen zijn”, aldus Drost.

Ruim 170 meldingen

Drost, die inmiddels ruim 170 meldingen van getroffen ex-werknemers en hun nabestaanden heeft gekregen, wil dat het aspect van onvruchtbaarheid en mogelijke DNA-schade door het Ministerie van Defensie wordt onderzocht. Hij verwacht dat het aantal klagers wel eens explosief kan stijgen.

“Slachtoffers blijvend medisch volgen”

Drost: ”Nu we dit alles weten, zou defensie verantwoordelijkheid moeten nemen en alle mensen, die met Chroom 6-verf in aanraking zijn geweest, blijvend medisch moeten laten volgen. Hoe eerder ziektes worden opgespoord, hoe meer kans men heeft op genezing, zo komt mij voor. Hetzelfde geldt voor eventueel getroffen nakomelingen.”

 

 

Werknemers op grotere schaal blootgesteld aan Chroom-6

11-09-2014

In rapporten van de Arbo-dienst, die de NOS in handen heeft gekregen, staat dat veel meer medewerkers van Defensie zijn blootgesteld aan Chroom-6. Het blijkt dat niet alleen werknemers van de vijf voormalig NAVO-depots zijn blootgesteld aan Chroom-6, maar ook nog duizenden anderen. Op 9 werkplekken van de luchtmacht, waaronder vliegbasis Twente, bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en de marinewerf van Den Helder werkten de medewerkers ook met Chroom-6. Op sommige van deze plekken was de concentratie Chroom-6 wel 200x groter dan de toegestane norm.

Medewerkers NAVO-depots ziek door Chroom-6

Blootstelling aan Chroom-6 is levensgevaarlijk. Al 200 voormalig werknemers van de NAVO-depots geven aan zeer ernstig ziek te zijn geworden door het werken met de verf en eisen een schadevergoeding. Het chemische goedje werd vroeger onder andere gebruikt om de CARC-verf extra sterk te maken. Volgens toxicologen is Chroom-6 bij aanraking en inademing zelfs nog gevaarlijker dan asbest.

Ook elders blootstelling aan Chroom-6

Nu blijkt dus dat er op nog veel meer plekken is gewerkt met Chroom-6. En dat veel meer werknemers zijn blootgesteld aan de giftige stof. Het gaat nu niet meer om honderden oud-werknemers, maar om duizenden. De Arbo-rapporten die de NOS in handen heeft, zijn opgesteld tussen 1999 en 2001 naar aanleiding van een verbouwing op de voormalige vliegbasis Twente. Bij deze verbouwing bleek dat personeel mogelijk schadelijke stoffen had ingeademd. Hierop werd het werken met de CARC-verf stilgelegd. Aansluitend kwam er een onderzoek bij alle krijgsmachtonderdelen die met de verf werkten.

Normen ver overschreden

Ook een ander rapport, uit 1998, meldde dat de normen ver overschreden zijn. Het bleek dat in Volkel de concentratie Chroom-6 al 90x groter was dan de toegestane norm. In Woensdrecht was de concentratie zelfs 200x groter dan de norm. Yme Drost, letselschade-expert van Drost Letselschade zegt hierover: “De rapporten vertellen ons dat Defensie al geruime tijd op de hoogte is van de blootstelling aan Chroom-6. Al vanaf de jaren ’80 zijn daar signalen van geweest, maar toch is er te laat of onvoldoende ingegrepen. Als u mij vraagt hoe ik dit zie, heb ik nadrukkelijk het idee van een ‘doofpotaffaire’.”

Drost Letselschade: al meer dan honderd zaken in behandeling

Yme Drost verwacht nog veel meer meldingen van slachtoffers, “waarschijnlijk vele honderden”. Op dit moment hebben al meer dan honderdveertig slachtoffers en nabestaanden zich gemeld bij Drost Letselschade. Dat zijn voornamelijk meldingen van slachtoffers die werkzaam zijn geweest op de NAVO-depots. Inmiddels heeft Drost Letselschade ook acht meldingen binnen gekregen van oud-defensie medewerkers, of hun nabestaanden, die op verschillende vliegbases in Nederland hebben gewerkt, waaronder vijf op de voormalige vliegbasis Twente. Ook heeft het kantoor meldingen ontvangen van een voormalig medewerker van de RDM, van de marinebasis Den Helder en vijf meldingen van medewerkers van diverse onderdelen van de Koninklijke Landmacht. Van de medewerkers van de landmacht is nog niet duidelijk of de verf waar zij mee gewerkt hebben in alle gevallen ook Chroom-6 bevatte, zegt Drost.

Minister start onderzoek

Na aanleiding van de eerste meldingen heeft minister Hennis van Defensie een onderzoek gestart. Zij neemt in dit onderzoek echter alleen de vijf ‘bekende’ werkplaatsen mee en nog niet de tien andere. De vakbond voor Burger & Militair Defensiepersoneel (VBM) vindt dit onderzoek te beperkt en heeft om een verdergaand onderzoek gevraagd. Hennis verklaarde: “Mocht het verzoek van de vakbond mij bereiken, ben ik bereid tot nader onderzoek om alle voormalig werkplekken te onderzoeken”.

Drost start eigen onderzoek

Drost Letselschade heeft vorige week haar eigen onderzoeksafdeling opdracht gegeven uitgebreid onderzoek in te stellen naar alle feiten rondom het Chroom-6 schandaal. De resultaten worden ter zijner tijd openbaar gemaakt en aangeboden aan de Minister van Defensie.

 

 

Drost vraagt justitie om onderzoek naar vervolging

22-08-2014

Bij Drost Letselschade, met vestigingen in Hengelo en Groningen, hebben zich inmiddels ruim 50 slachtoffers gemeld, die over sterke aanwijzingen beschikken dat er een causale relatie is tussen hun werkzaamheden op voormalige NAVO POMS-sites en het feit dat zij ernstig ziek zijn geworden. Drost heeft zich gisteren tot justitie gewend met het verzoek, om de vervolgings-mogelijkheden van de verantwoordelijken van de affaire rond de kankerverwekkende chroom(IV)verf te onderzoeken. Bij Drost hebben zich ex-werknemers gemeld van NAVO POMS-sites in Brunssum, Coevorden, Eygelshoven, Ter Apel en Vriezenveen. Een grote groep ex-werknemers heeft volgens letselschade-expert Yme Drost kanker, maar ook andere ziektes/aandoeningen zijn bij Drost gemeld. Een aantal ex-werknemers is inmiddels aan kanker overleden, zegt Drost.

“Ernstige gevaar voor de gezondheid”

Uit de meldingen bij Drost komt naar voren dat werknemers van de NAVO-sites, voornamelijk burgerambtenaren, zijn blootgesteld aan kankerverwekkende chroom(VI)-verbindingen, die in CARC-verf (Chemical Agent Resistant Coating) aanwezig waren. “Tevens zijn er nadrukkelijke aanwijzingen dat Defensie en/of andere feitelijke werkgevers en/of verantwoordelijke leidinggevenden op de hoogte waren van het ernstige gevaar voor de gezondheid van de door defensie gebruikte verf en niets, althans (volstrekt) onvoldoende maatregelen hebben genomen om werknemers tegen die gevaren te beschermen”, zo schrijft letselschade-expert Yme Drost vandaag in een brief aan de hoofdofficier van justitie van het parket Arnhem-Leeuwarden. Van chroom(VI) is bekend dat het onder meer kankerverwekkend is en genotoxisch carcinogeen (het kan DNA beschadigen en zo erfelijke veranderingen veroorzaken). Ook kan chroom(VI) bij inhalatie en huidcontact allergische reacties veroorzaken.

Acht keer meer dan de toen geldende norm

Uit een onderzoek door de eigen arbodienst van de Koninklijke Landmacht op het depot in Vriezenveen in 1999 en analyses van lucht- en veegmonsters die in 2002 in Brunssum werden genomen, is gebleken dat ter plekke concentraties chroom(VI) zijn gevonden van 823 milligram per kilo stof, ruim acht keer meer dan de toen geldende norm.

Mogelijk opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel

Volgens Yme Drost zijn er volstrekt onvoldoende (beschermende) maatregelen genomen om de werknemers op de POMS-sites te beschermen voor de schadelijk chroom(VI)-verbindingen. “Dit terwijl Defensie nadrukkelijk op de hoogte lijkt te zijn geweest van de gevaren van die verf”, aldus Drost. Drost stelt dat verantwoordelijken zich mogelijk schuldig hebben gemaakt aan het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, al dan niet met de dood ten gevolge. Niet duidelijk volgens Drost is voor wie de werknemers op de NAVO-depots nu precies hebben gewerkt: “Defensie was blijkens de schriftelijke arbeidsovereenkomsten de werkgever en detacheerde kennelijk haar werknemers bij het Amerikaanse leger en/of Amerikaanse rechtspersonen.”

Wie waren verantwoordelijk?

Drost heeft daarom het Openbaar Ministerie (OM) verzocht “te onderzoeken wie verantwoordelijk waren voor de blootstelling van zijn cliënten aan chroom6-verbindingen, de producent van de verf daaronder begrepen, en in hoeverre strafrechtelijk vervolging, mede ook gelet op de Pikmeer-arresten mogelijk is.” Op het moment dat strafrechtelijke vervolgingsmogelijkheden door het OM aanwezig worden geacht, zal een aantal cliënten van Drost aangifte doen.

 

 

Yme Drost reageert op berichtgeving Volkskrant

21-08-2014

Yme Drost, letselschade-expert van Drost Letselschade in Hengelo, reageert op de berichtgeving in de Volkskrant van 21 augustus 2014. Hierin werd gemeld dat Defensie al vijftien jaar weet dat zijn medewerkers zijn blootgesteld aan grote concentraties van de giftige en kankerverwekkende stof chroom-6. Deze stof werd gebruikt in de giftige verf CARC, waarmee gewerkt werd op de voormalige NAVO-depots.  “Ik vind dat Defensie nu meteen aansprakelijkheid moet erkennen en als betrouwbare werkgever zo snel mogelijk moet reageren, omdat sommige oud-medewerkers terminaal ziek zijn. In de Volkskrant wordt gezegd dat personeel in een kantine werd voorgelicht. Maar als dat al waar is, is dit in elk geval volstrekt onvoldoende. Defensie had zijn personeel moeten beschermen met beschermende kleding die alle lichaamsdelen volledig afdekt. Ook had defensie de mensen moeten voorzien van zuurstofmaskers. Vervolgens had men er op toe moeten zien, dat beschermingsinstructies ook daadwerkelijk werden nageleefd. Daarnaast had Defensie er voor moeten zorgen en er op moeten toezien dat schadelijke stoffen veilig werden afgezogen. Het lijkt er op dat de minister de Kamer in deze kwestie onvolledig heeft geïnformeerd.” Drost vertegenwoordigt tot nu toe meer dan vijftig oud-medewerkers van de verschillende Poms-sites.

 

 

“ Defensie wist van Chroom-6 ”

21-08-2014

Uit meetrapporten uit 1999 en 2002, opgemaakt in opdracht van de landmacht, blijkt dat er op militaire NAVO onderhoudsbases tot acht keer meer chroom-6 aanwezig was dan de norm destijds toestond. Defensie weet dus al vijftien jaar dat zijn medewerkers blootgesteld werden aan veel te hoge concentraties van de zeer kankerverwekkende stof.

Chroom-6 aanwezig op POMS-sites

Vijf zogeheten Poms-sites waren er in Nederland, waaronder één in Vriezenveen. Hier werd in opdracht van de NAVO legermaterieel van de Amerikanen onderhouden. De verf en lak die hiervoor gebruikt werd, bevat het zeer kankerverwekkende en giftige chroom-6. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport uit 1999. Letterlijk staat in het rapport te lezen: “Bij machinale schuurwerkzaamheden komen te hoge concentraties chroom-6 vrij”. Vervolgens vermeldt het rapport ook nog, dat het ventilatiesysteem niet voldeed, waardoor mogelijk vergiftigde lucht de werkruimte in kwam. Acht keer hoger dan de norm van TNO Bouw waren de concentraties in de depots. Toxicoloog Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht zegt hierover in de Volkskrant van 21-08-2014: “De gevonden waarden zijn belachelijk hoog. Chroom-6 is een stof die kankerverwekkend is omdat hij wijzigingen aanbrengt in het DNA”. Volgens Van den Berg is omgang met chroom-6 nog gevaarlijker dan met asbest. Iedere blootstelling kan in principe tot kanker leiden. “Inademen, contact met de huid en inslikken moet voorkomen worden”, aldus Van den Berg in de Volkskrant.

Werkomstandigheden met Chroom-6

Het onderzoeksteam deed destijds de aanbeveling het schuren van de tanks alleen nog in de buitenlucht te laten plaatsvinden. En er zou een extra werknemer moeten komen om met een speciale stofzuiger de vrijkomende deeltjes op te zuigen. Oud-werknemers geven aan dat zij nooit van deze maatregelen gehoord hebben. Henk Coort, voormalig werknemer van Defensie: “Ze hebben ons onvoldoende beschermende middelen aangeboden, ook zijn ze niet transparant geweest met meetresultaten“.  Heinz Pol (arbeidshygiënist, die bij de arbodienst van Defensie het onderzoek uitvoerde) bestrijdt dit. Volgens hem is in Vriezenveen het voltallig personeel voorgelicht in de kantine. De verantwoordelijkheid voor het opvolgen van deze aanbevelingen lag bij Rob Kuijper, tot 2006 general manager van de NAVO depots. Eerder gaf hij in de Limburger van 19-08-2014 aan, dat hij benieuwd was naar de maatregelen die onder zijn bewind genomen zijn. Nu geeft Kuijper in de Volkskrant echter aan geen uitspraken meer te zullen doen en verschuilt hij zich achter Defensie. Inmiddels hebben zich bij Drost Letselschade al ruim vijftig ex-werknemers gemeld met diverse (ernstige) gezondheidsklachten. Deze werknemers willen nu een schadevergoeding.

Reacties en verwijten

In juni, toen de kwestie betreffende de giftige verf op de NAVO-sites ook al ter sprake kwam, schreef minister Hennis van Defensie nog dat zij ‘geen aanwijzingen’ had voor het feit dat medewerkers ‘structureel waren blootgesteld aan te hoge concentraties gevaarlijke stoffen’. Uit de meetrapporten, opgemaakt in opdracht van de landmacht, blijkt nu dus anders. Hoe dit te verklaren is, weet men bij Defensie nog niet: “We doen op dit moment uitgebreid onderzoek. Tot dat is afgerond zeggen wij niets”. Van de zijde van slachtoffers wordt gemeld, dat Defensie een dubieuze rol speelt: “Als er sprake was van een bedrijf, was er allang een strafonderzoek gestart. Maar nu het om de gezondheid van hun eigen ex-medewerkers gaat gooit de overheid er met de pet naar”. Ook de ex-medewerkers zelf beschuldigen Defensie ervan de zaak te lang verborgen te hebben gehouden. Henk Coort, ongeveer 25 jaar lang mechanicien bij Defensie: “Ik ken persoonlijk heel veel mensen met kankergerelateerde aandoeningen en gezien de werkomstandigheden, zie ik daar wel een verband tussen. Zelf ben ik nu 56 jaar en door mijn ziekte zit ik thuis, ik ben een goede vakman en had nog graag ergens anders een goede carrière opgebouwd. Nu kan ik geen pensioen opbouwen en moet ik leven van de uitkering. Dat geld is een aspect, maar in eerste instantie gaat het ons over erkenning van het Ministerie van Defensie”.

Vervolg

Een woordvoerster van Defensie heeft vandaag tegenover het ANP gezegd dat er toentertijd meerdere onderzoeken zijn gedaan en dat Defensie daarom nu een groter onderzoek doet. “Men probeert dit zo snel mogelijk te doen, maar het is een complex onderzoek”. De meetresultaten waarover onder andere de Volkskrant beschikt, duiden volgens Defensie weliswaar op de aanwezigheid van giftige stof in de verf, maar geeft geen concrete aanwijzingen dat de medewerkers ook daadwerkelijk zijn blootgesteld aan deze stof. Dit wordt allemaal onderzocht. De SP geeft aan dat minister Hennis een groot probleem heeft als blijkt dat Defensie zijn medewerkers heeft laten werken met de zeer giftige stoffen en zij daardoor nu doodziek zijn geworden. Nog deze week verwacht de SP antwoord op de Kamervragen die zij hebben gesteld aan minister Hennis.

 

 

Inmiddels 45 vermeende slachtoffers NAVO POMS-sites

15-08-2014

Inmiddels hebben 45 vermeende slachtoffers van diverse oud NAVO-depots zich gemeld bij Drost Letselschade. De mensen hebben gewerkt met kankerverwekkende CARC legerverf en verbleven in de nabijheid van tanks met verarmd uranium in de bepantsering.

POMS-site Vriezenveen

Van de slachtoffers die zich bij Drost gemeld hebben, hebben er 29 gewerkt op de POMS-site (Prepositioned Organizational Material Set) in Vriezenveen. 9 vermeende slachtoffers waren werkzaam op de voormalige POMS-site in Coevorden. De overige slachtoffers hebben gewerkt op POMS-sites in Ter Apel, Eygelshoven en Brunssum.

“Blaas- en longkanker springen er uit”

“Opvallend is het grote aantal mensen dat stelt kanker te hebben opgelopen door de werkzaamheden voor de NAVO: met name de groep mensen met blaas- en longkanker springt er uit”, aldus letselschade-expert Yme Drost. Ook andere kankersoorten worden gemeld. Andere opvallende klachten die gemeld worden, zijn afbrokkelende nagels, tandletsel, reumatische klachten, non-Hodgkin, leukemie, OPS en longziektes. Volgens Drost melden zich nog dagelijks nieuwe slachtoffers.

Amerikanen en Defensie ontkenden gevaren

Tot 1991 werd het kankerverwekkende en giftige chroom-6 aan de verf, die op de POMS-sites gebruikt werd, toegevoegd. Op de POMS-sites, die tot 2003 door de Amerikanen werden gebruikt, werden legervoertuigen opgeknapt en overgespoten. “Vanuit Milieudefensie is destijds aangegeven dat op de sites verarmd uranium aanwezig was en dat er gevaarlijke stoffen werden gebruikt, maar dit werd toen door de Amerikanen en Defensie ontkend”, aldus Drost.

 

 

Verarmd uranium in tanks NAVO-depot Vriezenveen

06-08-2014

Bij Drost Letselschade in Hengelo hebben zich inmiddels 13 slachtoffers gemeld, die stellen ziek te zijn geworden van werkzaamheden die ze hebben uitgevoerd in het NAVO-depot in Vriezenveen. Volgens letselschade-expert Yme Drost richt het onderzoek van zijn kantoor zich in eerste instantie op de verf waarmee gewerkt zou zijn. Het gaat dan om de speciale, giftige verf CARC (Chemical Agent Resistant Coating). Deze verf werd gebruikt om militaire voertuigen te camoufleren. De gevaren voor de gezondheid ontstaan voornamelijk bij het spuiten van de CARC verf. Van die verf is bekend dat het sterk kankerverwekkend kan zijn.

Verarmd uranium in bepantsering M1 Abrams

Inmiddels is ook aan het licht gekomen, dat in de NAVO-opslagplaats tanks van het type M1 Abrams waren opgeslagen. De bepantsering van deze tanks is uitgevoerd met verarmd uranium. “In die tanks zitten uraniummodules van kops geplaatste uraniumstaven”, aldus Drost.

Causaal verband

Volgens Drost zal het verdere onderzoek van zijn kantoor zich richten op de gevaren van zowel CARC als verarmd uranium. “Dat mensen, die daarmee in aanraking komen, ziek kunnen worden, is inmiddels wel duidelijk. We zullen ons daarom vooral richten op het aantonen van het causaal verband”, aldus Drost.

 

 

Giftige CARC verf mogelijk oorzaak van ziekte

06-08-2014

Tussen 1982 en 2003 was het NAVO-depot in Vriezenveen één van de plekken in Nederland waar de Amerikanen oorlogsmateriaal opsloegen. Medewerkers van dit voormalige NAVO-depot zijn nu waarschijnlijk ziek geworden, doordat zij gedurende hun werkperiode in Vriezenveen met de giftige verf CARC werkten. Het blijkt dat men bij het NAVO-depot naar de medewerkers toe niet duidelijk is geweest over de gevaren van deze giftige defensieverf. Er was te weinig deskundigheid beschikbaar en ook de bescherming was onvoldoende, aldus letselschade-expert Yme Drost.

CARC verf met Chroom-6+

Het gaat allemaal om de speciale defensieverf CARC (CARC = Chemical Agent Resistant Coating), waar het zeer giftige en kankerverwekkende Chroom-6+ in was verwerkt. Deze verf wordt gebruikt op militaire voertuigen. Tot begin jaren negentig werd er CrO3 (Chroom(VI)oxide of chroomtrioxide) aan deze verf toegevoegd. Dit maakt metaal roestbestendig, maar is echter ook een zeer giftige, milieu-onvriendelijke en kankerverwekkende stof. De gevaren ontstaan voornamelijk bij het spuiten van de CARC verf en dat is nu precies wat er onder andere in Vriezenveen gebeurde.

Melding CARC slachtoffers bij Drost

Inmiddels hebben al dertien slachtoffers, waaronder drie nabestaanden, zich gemeld bij Drost Letselschade. De mensen waarmee Yme Drost en Benno Reekers van Drost Letselschade spraken, hebben allemaal eenzelfde soort klachten. Volgens Reekers is het opmerkelijk, dat de klachten zo veel op elkaar lijken. Het gaat om klachten aan de longen, stembanden en een aantal soorten kanker. Reekers: “Eerder hebben al vijftig oud defensiemedewerkers van het depot in Eygelshoven zich gemeld met vergelijkbare klachten. Een onderzoek is dus zeker de moeite waard”.

Vervolgstappen

Drost gaat nu alle meldingen inventariseren, medische dossiers verzamelen en aan de hand daarvan onderzoeken, of er een relatie is tussen de klachten van de oud-medewerkers en het werk dat zij uitvoerden. Een zeer belangrijk, maar ook moeilijk punt. Reekers: “Doordat er in 1999 al een onderzoek heeft plaatsgevonden naar de aanwezigheid van Chroom-6 (CrO3) in de CARC verf op het NAVO-depot in Vriezenveen, weten we al dat de waardes veel hoger waren dan normaal. Toch verwacht ik niet op korte termijn grote stappen te kunnen zetten. Dit soort zaken kost nu eenmaal veel tijd”