Maandelijks schrijft één van de letselschade-experts van Drost Letselschade een persoonlijke column over zaken en ervaringen rond de letselschade-praktijk. Deze maand een bijdrage van Henk van der Ploeg, NIVRE register-expert.
Wachten!
Kunt u het even wachten? Heeft u tijd? Wilt u vóór mij? Zal ik dan even wachten? Wacht u voor de hond?!
Is er ook een achterwacht? W817. Wachttijden. De wacht aanzeggen. Wat staat u te wachten?
Piet stond niet te wachten op dit ongeluk. Piet kon dat niet wachten. Hij had geen tijd. Niet voor de hond die vlak voor zijn speedbike de weg op stoof. En daar zit je dan met je arm en been in het gips. Te wachten. Op herstel? Op geld voor een nieuwe speedbike? Op Wachtgeld? De eigenaar van de hond komt langs. Hij kon het even wachten. Een verzekeraar zal contact opnemen. Daar moet u maar even op wachten. Tot ik een ons weeg? Wachten duurt lang. Wat staat mij eigenlijk te wachten?
Je zou verwachten dat automatisering van bedrijfsprocessen, snellere vervoersmogelijkheden en moderne communicatiemiddelen het wachten overbodig gaat maken. Tot nu toe laten veel verzekeraars slachtoffers nog steeds wachten en soms heel lang. Timemanagement bij schadeverzekeraars lijkt steeds meer gericht op efficiëntie en effectiviteit in het bereiken van eigen bedrijfsresultaten en dat staat in schril contrast met verwachtingsmanagement. U weet wel: Piet. Wat staat hem te wachten? Wat kan hij verwachten? Wat mag hij verwachten?
Een verzekeraar die actief, oprecht en persoonlijk aandacht heeft voor Piet, die in zijn persoon zowel fysiek als mentaal is beschadigd. Dat is juridisch gekaderd. Dat lijkt in een gedragscode (GBL) gekaderd. Waarom zien we dat dan niet?
Waar wacht u nog op?