Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen, of er zijn al weer enkele meldingen van doorrijders na een verkeersongeval. Volgens het Waarborgfonds Motorverkeer komt het dagelijks 3 keer voor dat iemand doorrijdt na een ongeluk waarbij iemand letsel oploopt. Dat aantal schommelt al jaren rond de 1100 incidenten per jaar.

Afgelopen weekend nog raakte een fietser in Eindhoven zwaargewond bij een ongeval waarbij de automobilist is doorgereden. De politie probeerde natuurlijk op alle mogelijke manieren te achterhalen wie de auto bestuurde.
Deze persoon kon zich nog 12 uur na het ongeval melden bij de politie, maar wanneer dat niet gebeurt is de bestuurder strafbaar volgens Artikel 7 WWW. Op doorrijden na een ongeval staat een maximale gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van ten hoogste 8100 euro. Ook kan iemand zijn rijbewijs voor maximaal vijf jaar kwijtraken.

Slachtoffers

Het is voor een slachtoffer van een verkeersongeval extra vervelend als de dader na het ongeluk is doorgereden zonder zijn gegevens achter te laten. Allereerst volgt na het ongeval meestal een langdurig traject van herstel en revalidatie van zijn letsel. Maar daarbij komt nog het probleem op wie zijn letselschade (en materiële schade) te verhalen valt aangezien de tegenpartij onbekend is.  Als na alle onderzoekingen ook de politie niet een verantwoordelijke dader kan aanwijzen, kan het moeilijk zijn een schadevergoeding te claimen. Bij welke persoon of verzekeraar moet je dan aankloppen?

Gelukkig is voor deze situaties het Waarborgfonds Motorverkeer in het leven geroepen. Wanneer een slachtoffer van een verkeersongeval zijn schade niet kan verhalen op de dader, kan hij een beroep doen op dit fonds. Het Waarborgfonds keert dan een schadevergoeding uit. Maar wel onder bepaalde voorwaarden:
Het moet wel vaststaan dat niet het slachtoffer zelf, maar iemand anders aansprakelijk is voor de (letsel)schade. De schade moet veroorzaakt zijn door een motorrijtuig. Het slachtoffer moet z’n best gedaan hebben om de identiteit van de dader te achterhalen (door bvb getuigenverklaringen te verkrijgen). En hij moet aangifte gedaan hebben bij de politie. En vooral: hij moet binnen 14 dagen na het ongeval een schadeclaim hebben ingediend bij het Waarborgfonds . Via de website van het Waarborgfonds is eenvoudig te checken of het zin heeft om een claim in te dienen!

Juridische bijstand

Het is voor een slachtoffer gelukkig ook mogelijk om bij het verkrijgen van een schadevergoeding juridische bijstand te krijgen. Het wordt ook aangeraden om direct juridische hulp in te schakelen. En gelukkig is die meestal kosteloos!  Een letselschadeadvocaat of -expert kan als belangenbehartiger optreden en de juridische ‘strijd’ om aansprakelijkheid en schadevergoeding voeren. Het slachtoffer kan zich intussen primair richten op verwerking en herstel van het ongeval.
Het is bij de wet geregeld dat de jurische begeleiding van een verkeersslachtoffer bij het verhalen van zijn (letsel)schade op de aansprakelijke tegenpartij in principe kosteloos is, omdat ze mag worden verhaald op (de verzekering van) de dader. Of zoals in bovenstaande situatie, op het Waarborgfonds. Omdat de erkenning van een volledige aansprakelijkheid vaak een langdurige juridische discussie is, is het goed dat slachtoffers dit aan deskundigen kunnen toevertrouwen, die hun belang ook het oog hebben: een optimale schaderegeling!

En de dader…

Het komt helaas nog veel te vaak voor, dat de verantwoordelijke dader van een verkeersongeval niet gevonden wordt. Hooguit 10% wordt uiteindelijk toch achterhaald. Het aantal mensen dat zich na een ongeval later zelf meldt, ligt gelukkig hoger. De reden van hun doorrijden motiveren ze vaak met:”Ik ging er vandoor omdat ik in shock was!” Als ze dat binnen 12 uur na het ongeval hebben gedaan, vervalt vervolging voor doorrijden. Of ze nu wel geheel of gedeeltelijk ook werkelijk het ongeluk hebben veroorzaakt, zal dan technisch en verzekeringstechnisch nader worden uitgezocht moeten worden. In sommige gevallen beweert de dader dat hij niets van het ongeval heeft gemerkt, bij voorbeeld bij het aanrijden van een voetganger in het donker.

Verkeerspsycholoog Gerard Vertoolen verklaarde in een artikel op NOS.nl waarom mensen na een ongeval soms doorrijden: vanuit instinct óf doelbewust. De eerste groep mensen reageert instinctief of primair. Door het ongeluk raakt men in een soort shock en het lijkt dan een adequate reactie om te vluchten. Vaak komen deze mensen wel tot bezinning en melden zich alsnog bij de politie. In sommige gevallen reageren mensen (ook) agressief, alsof de ander de schuld heeft aan het ongeluk.
Maar daarnaast is er de groep die met volle verstand doorrijdt. Die maken bewust de keuze om zo snel en zo ver mogelijk van de plek des onheils weg te rijden. Deze groep blijft vaak ook weg van de politie, vaak omdat ze iets te verbergen hebben, iets strafbaars. De mensen uit deze groep zijn helaas ook het moeilijkst op te sporen en aan te houden. Vandaar dat de politie dan vaak een oproep doet naar getuigen om zich te melden. Zo werden ongevallen met doorrijden zelfs behandeld in een TV-uitzending van Opsporing Verzocht!