Een onafhankelijke onderzoekscommissie vindt dat werklozen die met het giftige antiroestmiddel chroom-6 hebben gewerkt, een vergoeding moeten krijgen van de gemeente Tilburg. Dat schrijft de commissie in een advies aan het college van Tilburg.
De gemeente moet bepalen hoe hoog die vergoeding wordt, luidt het advies van de onderzoekscommissie.
Het gaat om ongeveer achthonderd werklozen die tussen 2004 en 2011 mogelijk in contact kwamen met chroom-6. Ze werkten tijdens een reïntegratietraject in de werkplaats van de NS in Tilburg. Daar schuurden ze verflagen van oude treinstellen. Dat gebeurde zonder afdoende beschermingsmaatregelen. Veel betrokkenen kampen sindsdien met gezondheidsklachten.
Geen erkenning van aansprakelijkheid
De onderzoekscommissie benadrukt dat de vergoeding geen erkenning van aansprakelijkheid is door de gemeente. Het gaat om de immateriële schade die betrokkenen hebben opgelopen. Sinds 2016 leven ze met de onzekerheid of ze mogelijk ziek zijn geworden door de kankerverwekkende stof.
De vergoeding komt bovenop de 385 euro die de betrokkenen jaarlijks kunnen krijgen. Dat bedrag staat gelijk aan het eigen risico van de zorgverzekering en moet de drempel om medische hulp te zoeken verlagen.
Strafrechterlijk onderzoek
De onderzoekscommissie verwacht in september volgend jaar klaar te zijn met haar onafhankelijke onderzoek naar het Tilburgse chroom-6-schandaal. Ondertussen loopt er ook een strafrechtelijk onderzoek van justitie naar de NS en gemeente Tilburg.
Namens een 20-tal oud-medewerkers van ’tROM claimde raadsman Rob Bedaux onlangs bij de gemeente een schadebedrag van 8000 euro per persoon. Op basis van internationale jurisprudentie hebben betrokkenen daar in zijn ogen recht op, los van eventuele gezondheidsproblemen.
BRON: Omroep Brabant